van publiek- en privaatrechtelijke instellingen nam per saldo toe met 46,3 miljoen tot een totaal voor de aangesloten banken van 259,5 miljoen. interne schaalvergroting De groei van het middelenreservoir bij de aangesloten banken heeft geleid tot een belangrijke interne schaalvergroting. Door verbreding van de financieringsbasis, met name in de laatste jaren, konden de aangesloten banken tot grotere algemene ontplooiing komen, waardoor niet alleen op het terrein van de kredietverlening nieuwe activiteiten werden ontwikkeld, doch waardoor ook de gehele presentatie van het dienstbetoon een modernisering onderging. Dit dienstbetoon heeft in vele opzichten een nieuwe inhoud gekregen omdat het afgestemd moet zijn op de sterk veranderde en vergrote eisen, die de cliënten aan de serviceverlening van onze banken stellen. Als voorbeelden van de activi teiten, welke in toenemende mate bij de opvoering van het dienstbetoon de aan dacht van de banken verdienen, mogen worden genoemd de deviezenverkoop, de effectentransacties en vooral ook de assurantiebemiddeling. Verheugend is, dat het aantal banken, dat als tussenpersoon in de zin van de wet Assurantiebemiddeling is ingeschreven, zich voortdurend uitbreidt. toeneming van de toevertrouwde middelen en van de krediet- en voorschotverlening van de aangesloten banken en de centrale bank x 1 miljoen gulden 600 toevertrouwde middelen itzettingen 500 400 300 200 100 12 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 Uit de hierbij opgenomen tabel van de grootte van de aangesloten banken, ge meten naar balanstotaal, blijkt, dat er een duidelijke verschuiving is opgetreden in de richting van de grotere bank. Voor een deel is deze ontwikkeling beïnvloed door concentratie van banken. Het aantal aangesloten banken liep door fusies regelmatig terug. In 1951 telde de organisatie in totaal 731 aangesloten banken-, per 1 januari 1965 was dit aantal tot 682 verminderd. balanstotaal x 1 miljoen 0- 1,0 1,0- 2,5 2,5- 5,0 5,0- 7,5 7,5-10,0 10,0-15,0 15,0 en hoger aantal banken 1951 1959 1963 1964 257 61 19 13 337 246 116 97 108 238 221 195 23 102 135 143 3 41 71 79 1 24 84 92 2 10 46 63 731 722 692 682 personeelsbeleid De schaalvergroting binnen de organisatie sluit aan op een gelijksoortige tonde in het gehele maatschappelijke leven. Daar de uitoefening van het bankbadjtf van de aangesloten banken zich over het algemeen voltrekt binnen de grenze van lokale gemeenschappen en bovendien geënt is op vertrouwenspersonen binnen deze gemeenschappen, wordt de wenselijkheid en de doelmatigheid van de interne schaalvergroting en concentratie ook voornamelijk door de plaatselijke omstandig- «".«l vestigiigspunten d. .r„—«W»** produktiviteit en rentabiliteit, alsmede door verzwaring van de personele beze g van de plaatselijke banken is het deze banken mogelijk geworden aan die verlening ruime uitbreiding te geven, ook door middel van het instellen van nieuwe servicepunten in de vorm van bijkantoren, zittingsdagen en het ,n gebruik nemen van een rijdend bijkantoor. Het aantal vestigingen kan aan het einde van het verslagjaar gesteld worden op totaal 1330 banken, bijkantoren en zittingspunten. Een bijzonder aspect van de snel groeiende plaatselijke banken is gelegen in de aanpassing van de personeelsbezetting. De toeneming van werkzaamheden openbaarde zich in alle takken van bedrjs- voering, waardoor de plaatselijke banken en de Centrale Bank zich voortdurend voor het probleem gesteld zagen voor de aantrekking van bekwaam personeel te BUnndere aandacht werd geschonken aan de bezetting van de vacatures van kassiers en directeuren van plaatselijke banken en aan de bezetting van de be- heerdersposten van bijkantoren. In verband met de hoge eisen, welke aan de des- 13

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1964 | | pagina 7