accountantsverklaring aan de algemene vergadering van het onderling raiffeisengarantiefonds 1 Ondergetekenden verklaren, dat zij de boekhouding en de jaarstukken over 1964 van het ONDERLING RAIFFEISENGARANTIEFONDS TE UTRECHT hebben gecontroleerd. Op grond van hun onderzoek zijn zij van mening, dat de balans per 31 december 1964 en de bijbehorende resultatenrekening een juist beeld geven van respectieve lijk de financiële toestand per die datum en van de resultaten in 1964 behaald. MORET, DE JONG STARKE A. C. J. Jonkers Utrecht, 25 februari 1965 Mijne heren, Door deze delen wij u mede, dat wij de jaarstukken, betrekking hebbende op het boekjaar 1964, overeenkomstig de gevoerde administratie hebben bevonden. Wij stellen u voor de rekening en verantwoording van het Bestuur goed te keuren. DE RAAD VAN TOEZICHT: R. J. van Beekhoff G. J. M. Berendsen M. P. van der Weyden Jac. P. Lindenbergh G. Schuyt Kzn. G. W. Leuvelink A. van der Zwaard H. de Jong G. Vredeveld G. K. Wijk Utrecht, 5 maart 1965

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1964 | | pagina 24