overige uitzettingen
toevertrouwde middelen
samenstelling van de kredietverlening en beleggingen in eigen kring
(bedragen x f 1 miljoen)
1960
1961
1962
1963
1964
Debetsaldi in rekening-courant
389,2
443,4
407,7
453,4
497,8
Voorschotten aan natuurlijke personen
niet vallende onder hypotheken
123,3
151,1
189,1
221,5
263,5
Hypothecaire leningen
649,9
799,5
994,6
1254,3
1540,8
Leningen aan rechtspersonen
149,7
178,6
207,2
242,7
282,0
1312,1
1572,6
1798,6
2171,9
2584,1
Inclusief rente.
Van het totale bedrag van deze uitzettingen had per ultimo 1964 60% betrekking
op hypothecaire leningen. Dit percentage is de laatste jaren voortdurend gestegen.
In 1960 was het aandeel van de hypothecaire leningen nog 50%.
Uit de tabel blijkt voorts, dat het aandeel van het rekening-courantkrediet relatief
is achtergebleven. In 1960 was dit aandeel rond 30%; in 1964 was het gedaald
tot 19%.
verstrekte voorschotten aan Ingedeeld naar beroepen was de verdeling van de in de laatste jaren verstrekte
natuurlijke personen voorschotten aan natuurlijke personen, inclusief de hypothecaire leningen, als
volgt:
agrariërs
hoofdarbeiders en vrije beroepen
handarbeiders
detailhandel en ambachten
overige niet-agrarische bedrijven
diversen
aantal
bedrag (x f 1 miljoen)
1962
1963
1964
1962
1963
1964
13.236
14.740
16.585
161,7
223,3
287,9
4.836
5.953
6.608
55,5
75,0
95,0
7.093
8467
8.742
47,5
62,4
75,4
4.756
5.139
5.055
61,6
75,3
84,9
4.392
5.254
5.579
95,6
120,1
139,8
1.698
1.894
2.007
17,4
22,7
26,7
36.011
41.447
44.576
439,3
578,8
709,7
Uit dit overzicht kan worden afgeleid, dat de voorschotverlening in alle sectoren
naar bedrag opnieuw is toegenomen. Het bedrag van de agrarische voorschot
verlening maakte ruim 40 uit van het totaal dezer uitzettingen.
financieringsdoel verstrekte De agrarische voorschotverlening van de aangesloten banken is, ingedeeld naar
agrarische voorschotten het doel waarvoor de lening benodigd was, als volgt:
aankoop onroerende goederen
nieuwbouw onroerende goederen
verbetering onroerende goederen
aankoop roerende goederen
seizoenfinanciering
diversen
aantal verstrekte posten
bedrag (x f 1 miljoen)
1962
1963
1964
1962
1963
1964
2.418
4.520
4.320
53,4
111,9
121,2
1.946
2.068
2.594
39,2
48,1
73,6
1.007
1.148
1.395
14,0
17,1
26,4
3.679
2.969
3.209
27,2
21,1
27,5
2.580
2.914
2.967
8,6
10,7
13,8
1.606
1.121
2.100
19,3
14,4
25,4
13.236
14.740
16.585
161,7
223,3
287,9
leningen aan rechtspersonen De aangesloten banken verstrekten in het afgelopen jaar 868 leningen aan rechts
personen tot een bedrag van f 67,9 miljoen.
Ingedeeld naar de aard van het bedrijf van de debiteur geven deze leningen het
volgende beeld:
aantal
bedrag (x f 1 miljoen)
1962
1963
1964
1962
1963
1964
agrarische bedrijven
6
12
9
0,6
0,7
0,8
niet-agrarische bedrijven
139
166
190
10,4
11,5
14,8
agrarische coöperaties en onderlingen
260
259
257
29,9
28,2
28,2
overige verenigingen
333
364
412
12,6
19,6
24,1
738
801
868
53,5
60,0
67,9
Door de grote kredietvraag uit de eigen kring van de aangesloten banken was het
noodzakelijk de beleggingsuitzettingen in te krimpen. De effectenbeleggingen ver
minderden met f 27,6 miljoen. De leningen aan publiekrechtelijke lichamen en die
met overheidsgarantie namen echter nog toe met f 18,6 miljoen.
De stijging van de post bijzondere rekeningen bij de Centrale Bank vloeide voort
uit het deponeren door zeer liquide aangesloten banken van middelen op termijn
bij de Centrale Bank. Deze termijngelden werden aangewend ter voorziening in de
kredietbehoefte van leden van de minder liquide aangesloten banken.
de samenstelling van de overige uitzettingen der aangesloten banken is als volgt
(bedragen x f 1 miljoen)
1960
1961
1962
1963
1964
effecten
311,7
295,8
263,1
260,9
233,3
leningen aan publiekrechtelijke lichamen
83,5
84,7
78,4
78,2
90,6
leningen met overheidsgarantie
24,6
27,4
28,4
30,4
36,6
leningen aan semi-overheid
1,6
2,9
1.8
1,7
1,7
deelnemingen in leningen door de Centrale Bank gesloten
49,2
47,3
44,5
43,0
42,0
bijzondere rekeningen bij de Centrale Bank
22,5
33,7
36,9
43,5
53,8
493,1
491,8
453,1
457,7
458,0
Het bedrag van de toevertrouwde middelen bij de aangesloten banken gezamenlijk
bereikte aan het einde van het jaar het cijfer van f 4.812,5 miljoen. De toeneming
van 531,6 miljoen inclusief de bijgeschreven rente ad 125,2 miljoen over de
spaargelden bleef slechts weinig achter bij de ontwikkeling in het voorafgaande
jaar, toen de aanwas f 558,8 miljoen bedroeg.
spaargelden In de volgende tabel over de spaarbeweging bij de aangesloten banken per
maand springt het hoge niveau van de inlagen en de terugbetalingen duidelijk in
het oog. De onrustige gang van zaken in de economie van ons land vindt daarin
zijn weerslag. Als gevolg van deze spaarbeweging steeg de omloopsnelheid van
0,403 in 1963 tot 0,456 in het verslagjaar.
In hoeverre deze hogere omloopsnelheid van blijvende aard is, kan moeilijk worden
voorspeld. De doeleinden, waarvoor gespaard wordt, wisselen. Voor zover de