Economische en financiële ontwikkeling
De krachtige ontwikkeling van onze organisatie in het afgelopen jaar kan worden gezien
tegen de achtergrond van de hoogconjunctuur, die ons land nu reeds enige jaren achtereen
doormaakt. Als de meest opvallende verschijnselen van deze hoogconjunctuur zijn te noemen:
een evenwichtige ontwikkeling in financieel opzicht en spanningen op de arbeidsmarkt.
In het verslagjaar handhaafde de economische bedrijvigheid zich op een hoog niveau. Hoewel
de strenge winter veel stagnatie veroorzaakte, gaf de industriële produktie een stijging van de
waarde te zien van ongeveer 4 welk percentage gelijk was aan dat van 1962.
De produktiviteit nam toe met naar schatting 3 Voortgaande mechanisatie maakte dit moge
lijk. Een sterke impuls ging uit van versneld groeiende comsumptieve bestedingen. Dit had een
bijzondere hoge graad van activiteit tot gevolg in de consumptiegoederenindustrie en met name
bij de producenten van duurzame consumptiegoederen.
De sinds 1958 gedaalde arbeidsreserve bereikte een tot nu toe ongekend laag niveau. Ultimo
november was het aantal openstaande aanvragen voor arbeidskrachten gestegen tot 127.000,
de arbeidsreserve gedaald tot 30.000 personen. Dit resulteerde in een grote spanning op de
arbeidsmarkt, welke zich gedurende het verslagjaar ontlaadde in een aantal conflicten. Overleg
tussen werknemers- en werkgeversorganisaties leidde tot een loonakkoord, waarbij de binding
met de produktiviteitsstijging vervaagde.
De nationale investeringen gedurende het eerste halfjaar waren 5.688 miljoen tegen 5.614
miljoen in de vergelijkbare periode van 1962. In het tweede halfjaar ondergingen de investe
ringen de remmende invloed van de beperking in de overheidssector. Daartegenover stonden
nieuwe impulsen door stijging van arbeidskosten en door consumptietoeneming. De achterstand
in de woningbouw en de ontdekking van nieuwe energiebronnen boden omvangrijke investe
ringsmogelijkheden.
De buitenlandse handel ontwikkelde zich in de eerste negen maanden van het achter ons lig
gende jaar bevredigend. Het dekkingspercentage van de invoer daalde met 1 en week met
ruim 84 slechts weinig af van de voorafgaande jaren. Het gedaalde dekkingspercentage werd
overigens ruimschoots gecompenseerd door de gunstige resultaten van het dienstenverkeer.
In het vierde kwartaal trad bij de buitenlandse handel een duidelijke kentering in. Het aan
gezwollen bestedingsvolume uitte zich in een forse toeneming van de invoer van verbruiks-
goederen. Deze tendens heeft ertoe geleid, dat het dekkingspercentage gedurende het laatste
kwartaal snel terugliep tot gemiddeld 79 (1962 91
De kosten van levensonderhoud, belangrijke maatstaf voor de vaststelling van de geldwaarde,
stegen in de eerste drie kwartalen van het afgelopen jaar met ongeveer 3,5 tegen nog geen
2 in het jaar daarvoor. In het laatste kwartaal was de stijging ongeveer 3,8 ten opzichte
van het overeenkomstige kwartaal in 1962. De opwaartse prijsdruk werd overigens ten dele
afgeremd door de betrekkelijk lage prijzen van groenten, fruit en aardappelen in de tweede
helft van het jaar.
In financieel opzicht volgden de gebeurtenissen in het afgelopen jaar elkaar snel op. In het
begin van het jaar ging de Nederlandsche Bank over tot opschorting van de eerder genomen