ten banken, vergezeld van een fraai en zinvol geschenk, aan de scheidende voorzitter over gebracht. In de vacature, ontstaan door het aftreden van prof dr. G. Minderhoud, werd ter Algemene Vergadering voorzien door het benoemen van de heer H. Wind tot lid van het Bestuur. In de loop van het verslagjaar trad voorts mr. B. W. Biesheuvel, in verband met zijn benoe ming tot minister van Landbouw en Visserij, als lid van het Bestuur af. Ongaarne heeft het Bestuur deze actieve en belangstellende collega uit zijn midden zien vertrekken. Het Bestuur koos uit zijn midden dr. A. J. Verhage tot voorzitter. In de vacature van plaatsvervangend lid van het Bestuur, ontstaan door het aftreden van de heer N. J. H. Raat als zodanig, werd voorzien door de benoeming van mr. R. J. van Beekhoff. Personeel Met leedwezen melden wij het overlijden in 1963, kort voor het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd, van de heer Th. P. Meijer, administrateur, die als chef van de afdeling Personeel en hoofd van diverse diensten een centrale plaats in onze bank innam. Het heen gaan van de heer Meijer is in brede kring als een groot verlies gevoeld. Tot hoofd van de afdeling Personeel werd ter vervulling van de ontstane vacature benoemd drs. R. Seydenzaal. In het verslagjaar vond de oprichting plaats van een Economische afdeling. Met de leiding van deze afdeling werd belast drs. D. Wind. Op 1 juni 1963 werden de inspecteurs met bijzondere opdracht G. F. I. Roetering en K. B. van Steenwijk benoemd tot hoofdinspecteur. De heren J. N. van der Horst, J. J. van der Lingen en J. Wormsbecher verlieten de dienst van de bank wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De voortdurende uitbreiding van de werkzaamheden leidde ook in 1963 tot verdere groei van ons personeel. Ondanks deze uitbreiding vergde de goede gang van zaken grote offers aan in spanning en overwerk van grote groepen personeelsleden. Aan allen, die ook dit jaar door hun werk en in het bijzonder aan hen, die door een extra prestatie aan de bloei van onze organisatie hebben medegewerkt, brengen wij hier gaarne een woord van dank. Onze leden Het ledental was op 31 december 1963 gedaald tot 688. De volgende fusies kwamen tot stand: de Coöperatieve Boerenleenbank 'Woltersum' met de Coöperatieve Boerenleenbank 'Ten Post' tot de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Ten Boer en Omstreken'; de Coöperatieve Boerenleenbank 'Blijham' met de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Bellingwolde' tot de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Bellingwolde-Blijham' de Coöperatieve Boerenleenbank 'Meeden' en de Coöperatieve Boerenleenbank te Westerlee met de Coöperatieve Boerenleenbank 'Scheemda' tot de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Scheemda- Westerlee-Meeden' de Coöperatieve Boerenleenbank 'Raamsdonk' en de Coöperatieve Boerenleenbank 'de Zwaluwen' met de Coöperatieve Boerenleenbank 's-Gravenmoer' W.A. tot de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Langstraat-West'. De Coöperatieve Boerenleenbank 'Wirdum' en de Coöperatieve Boerenleenbank 'Holwerd' tra den uit de organisatie, terwijl de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Elten' als gevolg van de terug gave van Elten aan West-Duitsland terugkeerde naar de Duitse Raiffeisenorganisatie. In het verslagjaar werd de fusie voorbereid van de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Angerlo' en de Coöperatieve Boerenleenbank-Raiffeisenbank 'Hummelo en Keppel' tot de Coöperatieve Raiffeisenbank 'Doesburg en Omstreken', welke fusie per 1 januari 1964 plaats vond. Op deze datum traden nog als leden toe de Coöperatieve Middenstandsbank te Aalten en de nieuw opgerichte Coöperatieve Raiffeisenbank 'Rijswijk Z.H.'.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1963 | | pagina 4