Het bedrijf van de aangesloten banken Het jaar 1963 was voor de aangesloten banken een jaar waarin de expansie van de toever trouwde middelen en van de uitzettingen in eigen kring groter was dan in enig voorgaand jaar. De aanwas van de toevertrouwde middelen bedroeg inclusief 105 miljoen aan bijgeschreven rente op de spaargelden 555 miljoen. De kredietverlening en de beleggingen in eigen kring namen toe met 367 miljoen, terwijl de overige uitzettingen een vermeerdering vertoonden van 3 miljoen. Dit betekent dat de aange sloten banken van de groei van de toevertrouwde middelen zelf nagenoeg tweederde hebben uitgezet. Per ultimo 1963 was van de toevertrouwde middelen in de vorm van kredietverlening en beleg gingen in eigen kring uitgezet 50,6 tegen 48,3 per 31 december 1962. In de laatste jaren is van de toevertrouwde middelen een groeiend deel in eigen kring uitgezet, hetgeen tot ge volg had dat de overige uitzettingen relatief m betekenis afnamen. Het tegoed in rekening-courant van de aangesloten banken bij de Centrale Bank nam toe met 188 miljoen, waaronder aan bijgeschreven rente ƒ47 miljoen is begrepen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van toevertrouwde middelen, uitzettingen en tegoed in rekening-courant bij de Centrale Bank aangegeven. Toevertrouwde middelen, uitzettingen en tegoed in rekening-courant bij de Centrale Bank per ultimo van de jaren 19381963 (in miljoenen guldens Jaar Toevertrouwde middelen Kredietverlening en beleggingen in eigen kring Overige uitzettingen Tegoed in rekening courant bij de Centrale Bank 1958 1959 1960 1961 1962 1963 2.360 2.748 3.030 3.418 3.722 4.277 950 1.118 1.312 1.572 1.799 2.166 355 423 493 492 453 456 1.082 1.234 1.246 1.366 1.482 1.670 Inclusief bijgeschreven rente. 40 Spaargelden De jaarlijkse toeneming van de spaargelden bij de aangesloten banken, die in de jaren 1961 en 1962 uit hoofde van inlagenoverschotten van respectievelijk 281 miljoen en 286 miljoen topcijfers vertoonde, werd in het verslagjaar in ruime mate overtroffen door een inlagenover- schot van 391,9 miljoen. Dit inlagenoverschot vormde het verschil tussen de bedragen aan in lagen van 1.814,8 miljoen en aan terugbetalingen van 1.422,9 miljoen. Ten opzichte van de cijfers in 1962 namen de inlagen toe met 268,6 miljoen en de terugbetalingen met 162,4 miljoen. Deze toeneming van het spaarverkeer heeft niet tot gevolg gehad dat de omloop snelheid van de spaargelden aanmerkelijk is gestegen. In 1963 bedroeg deze omloopsnelheid 0,403 tegen 0,398 in 1962 en 0,400 in 1961. Hieruit kan worden afgeleid dat de spaargelden bij de aangesloten banken hetzelfde karakter blijven behouden, waartoe ook in 1963 meewerkte de renteregeling van de Centrale Bank, die in haar rentevergoeding over het bij haar door de aangesloten banken gedeponeerde tegoed in rekening-courant de omloopsnelheid van de spaar gelden betrekt. Per ultimo 1963 is het totaal van de spaargelden gestegen tot 3.724,9 miljoen. Na bijschrij- van van de rente per 31 december 1963 zal het spaartegoed 3.830 miljoen bedragen. In het verslagjaar nam het aantal spaarrekeningen toe met 130.000 tot 1.700.000. De maan delijkse spaarresultaten in de afgelopen twee jaar worden in de volgende tabel weergegeven. Spaar beweging bij de aangesloten banken per maand (in miljoenen guldens 1962 1963 Maand Inlagen Terugbe Spaarverschil Inlagen Terugbe Spaarverschil talingen talingen januari 146,6 108,3 38,3 155,0 114,7 40,3 februari 117,0 92,8 24,2 134,3 91,3 43,0 maart 119,1 104,0 15,1 134,9 105,1 29,8 april 98,6 109,1 10,5 127,9 121,2 6,7 mei 138,1 120,7 17,4 174,2 135,3 38,9 juni 115,6 100,2 15,4 130,5 104,7 25,8 juli 136,6 103,6 33,0 159,2 117,3 41,9 augustus 124,5 89,1 35,4 145,5 103,6 41,9 september 112,8 93,9 18,9 137,8 107,9 29,9 oktober 137,5 109,9 27,6 168,3 128,8 39,5 november 154,4 108,7 45,7 178,2 134,4 43,8 december 145,4 120,2 25,2 169,0 158,6 10,4 1.546,2 1.260,5 296,2 10,5 1.814,8 1.422,9 391,9 Voor het eerst in de na-oorlogse jaren vertoonde de spaarbeweging in 1963 een ononder broken opgaande lijn. Zelfs in de jaren 1961 en 1962, waarin zeer hoge spaaroverschotten voorkwamen, trad in de maand april een ontsparing op, die in 1962 zelfs 10,5 miljoen be-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1963 | | pagina 21