Toelichting op de balans en de verlies- en winstrekening
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank
Het bedrijf
Toevertrouwde middelen
Op 31 december 1963 was aan de Centrale Bank in totaal toevertrouwd een bedrag van
1.775,0 miljoen.
Het overeenkomstige bedrag was op 31 december 1962 1.578,2 miljoen.
De creditsaldi in rekening-courant en termijndeposito's bestaan in hoofdzaak uit tegoeden van
aangesloten banken. Deze laatsten bedroegen op 31 december 1963 1.747,1 miljoen tegen
1.549,0 miljoen per 31 december 1962.
Het tegoed van de Stichting Spaarbank beloopt een bedrag van 17,3 miljoen tegen vorig jaar
ƒ15,9 miljoen. De rest van de toevertrouwde middelen bestaat nagenoeg uitsluitend uit tegoeden
van andere met de Centrale Bank gelieerde organisaties.
Kredietbedrijf
De kredietverlening aan landbouworganisaties in rekening-courant bij de Centrale Bank be
droeg op 31 december 1963 119,8 miljoen hetgeen ten opzichte van 31 december 1962 een
stijging is met 4,2 miljoen.
Aangezien de leningen aan landbouworganisaties per 31 december 1963 een bedrag belopen
van 121,0 miljoen tegen 102,8 miljoen op 31 december 1962, hetgeen een toeneming
van 18,2 miljoen betekent, blijken de uitzettingen aan landbouworganisaties in totaal te zijn
toegenomen met 22,4 miljoen.
De voorschotten onder hypothecair verband namen sterker toe dan in 1962 nl. met 14,9 mil
joen 9,1 miljoen) tot 59,5 miljoen.
De totale krediet- en voorschotverlening van de Centrale Bank aan de agrarische sector bedroeg
per het einde van het verslagjaar 300,3 miljoen tegen 263,0 miljoen per 31 december
1962.
Beleggingen
De beleggingen op korte termijn namen in het verslagjaar af met 52,5 miljoen tot ƒ551,6
miljoen. Hiervan is 396,6 miljoen belegd in schatkistpapier. De beleggingen op lange ter
mijn namen toe met 149,6 miljoen tot 652,0 miljoen. De effectenportefeuille nam toe met
97,7 miljoen tot 344,3 miljoen.
Resultaat
Het resultaat over 1963, zoals dit uit de verlies- en winstrekening blijkt, stemt tot tevredenheid.
Tegenover een stijging van de rentebaten met 2,5 miljoen en van de provisie met 0,2 mil
joen, staat een stijging van de onkosten met 0,5 miljoen.
Na aftrek van de kosten van verbetering van de pensioenvoorziening en van de gebruikelijke
afschrijvingen resteert een winstsaldo van 3,3 miljoen (vorig jaar 2,5 miljoen), te ver
hogen met 0,1 miljoen onverdeelde winst van het vorige boekjaar.
Indien de winstverdeling, zoals deze door het Bestuur wordt voorgesteld, wordt goedgekeurd,
zullen de reserves met 3,0 miljoen toenemen tot een bedrag van 35,5 miljoen.