Gemengd bedrijf Door een complex van factoren, die cumulatief in ongunstige zin hebben gewerkt, kwamen vele gemengde bedrijven in een moeilijke toestand. Kostenstijgingen vielen samen met gevoelige prijsdalingen voor de specifieke produkten van het gemengde bedrijf: eieren, slachtpluimvee en varkens. Teneinde de ogenblikkelijke nood van de financieel zwakste bedrijven enigermate te lenigen, werd door de regering een bedrag van 25 miljoen beschikbaar gesteld voor de verstrekking van voorschotten van 1.000, per bedrijf. Bovendien werd de garantiecapaciteit van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw versterkt met de bedoeling de liquiditeitsmoeilijkheden van gezonde bedrijven te kunnen overwinnen. Ten slotte werd 25 miljoen beschikbaar ge steld ten behoeve van een regeling, welke beoogt op langere termijn een sanering te bewerk stelligen van een aantal niet levensvatbaar te achten bedrijven. Pluimvee en veehouderij Het jaar 1962 heeft voor de pluimveehouderij een groot verlies opgeleverd. Dit verlies is ont staan doordat de eieren gemiddeld niet meer opbrachten dan 1,63 per kg. De sterke daling van de eierprijzen werd vooral veroorzaakt door het grote aanbod van eieren in West-Europa, als gevolg van uitbreiding van de pluimveestapel en de moeilijkheden bij de totstandkoming van het heffingenstelsel in de E.E.G. Gelukkig sloot het jaar 1962 af met een belangrijke ver betering in de eierprijzen. De groter wordende betekenis van de binnenlandse markt bleek uit de stijging van de consumptie van slachtkuikens tot 2,7 kg en van het eierverbruik tot 211 stuks per hoofd van de bevolking. Het aanbod van de varkens was aanvankelijk veel groter dan de afzetmogelijkheden, waardoor een gevoelige prijsinzinking niet kon worden voorkomen. Een dreigende epidemie van mond en klauwzeer kon slechts door krachtige maatregelen worden bezworen. Er moesten 300.000 varkens op besmette bedrijven worden opgeruimd, waardoor het aanbod in de tweede helft van het jaar aanmerkelijk verminderde. Na het in werking treden van de E.E.G.-regeling kon het prijspeil van de varkens op een redelijk niveau worden gestabiliseerd. Doordat het koude en late voorjaar met lange stalperiode de veevoederpositie ongun stig heeft beïnvloed, kwam de verdere uitbreiding van de rundveestapel eindelijk tot stilstand. De ruime aanvoer op de veemarkten in de zomer en het najaar had een gevoelige prijsdaling tot gevolg. Door de slechte prijzen van het overtollige vee vertoonde het bruto-inkomen van de melk veehouders een achteruitgang van betekenis. Bovendien bracht de melk minder op. Bij een garantieprijs van 28,10 voor 5,1 miljard kg bedroeg de gemiddelde uitbetalingsprijs 25,85 per 100 kg voor alle aan de fabrieken geleverde melk. Het Landbouwschap heeft op grond van de gekozen uitgangspunten kostenstijgingen, in halen achterstand, ruimte voor aanpassing een melkprijs verdedigd van 28 cent per kg voor alle melk. De regering besloot tof een verhoging tot 27 cent en liet de beperking tot een be paald kwantum vallen. Het systeem van een garantieprijs werd evenwel verlaten om plaats te maken voor een stelsel, waarbij de te nemen maatregelen worden afgestemd op het bereiken van een richtprijs van 27 cent; er zullen geen correcties plaatsvinden indien de gemiddelde uitbetaling hoger of lager dan de prijs zou blijken te liggen. Akkerbouw Door het natte en koude voorjaars- en zomerweer werden de akkerbouwprodukten laat ge oogst; de opbrengst viel echter niet tegen. Vooral de tarwe gaf een hoge opbrengst. De suikerbieten gaven een lage kg-opbrengst met een relatief hoog suikergehalte. Doordat in de binnenlandse behoefte niet uit eigen oogst kon worden voorzien, was het mogelijk magere suiker uit vorige oogsten thans tegen 'vette' prijs te plaatsen. De opbrengst van consumptieaardappelen was goed, met bevredigende prijzen. De teelt van pootaardappelen gaf, ondanks de hoge kosten, weer goede financiële resultaten. De fabrieks aardappelen gaven een ruime opbrengst met een goed gehalte. Ook over de prijzen van akkerbouwprodukten kon geen overeenstemming worden verkregen. De regering wenste, evenals bij de melk, geen rekening te houden met een inhalen van de achterstand in de beloning van de landarbeid, terwijl ook de bepleite ruimte, nodig voor het doen van investeringen voor aanpassing en modernisering van de bedrijfsvoering, slechts ge deeltelijk werd gerealiseerd. Alleen de tarwe- en suikerbietenprijs werd verhoogd. Tuinbouw De tuinbouw toonde een gunstig beeld. De omzet bij de groenten- en fruitveilingen is in 1962 met ongeveer 12 gestegen en bereikte een totaalbedrag van 860 miljoen. Deze omzet- stijging valt volledig toe te schrijven aan de grote produktie en afzet van groenten; door de matige appelen- en perenoogst daalde de veilingomzet van fruit. De kastuinbouw had een goed jaar. In de tuinbouwsector werd de teeltregeling voor groenten, met uitzondering van sluitkool, evenals de regeling voor erkenningseisen in de fruitteelt, afgeschaft. De uitvoering van de wet Erkenning Tuinbouw werd ter hand genomen door het Landbouwschap. De sedert verscheidene jaren bestaande gunstige ontwikkeling voor de afzet van de sierteelt- produkten zette zich in 1962 voort. De exportwaarde steeg met 14 en bereikte een waarde van 419 miljoen. Verheugend is dat zowel de bloembollen, de bloemen als de bomen hun aandeel hebben bijgedragen in de stijging van de export. Ook de afzet in het binnenland is weer toegenomen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1962 | | pagina 7