resterende looptijd van 3 maanden in de maand mei genoteerd, namelijk 2,46 In het jaar daarvóór bedroeg dit marktdisconto voor dezelfde maand slechts 0,79 Deze grote schom melingen in het marktdisconto voor schatkisrpapier tonen aan, dat op de geldmarkt perioden van ruimte en krapte elkaar snel kunnen afwisselen. De geldmarkt onderging in het afgelopen jaar mede de invloed van het monetaire beleid van de Nederlandsche Bank voor zover dit uitdrukking vond in de discontopolitiek. De kredietbeperkende maatregelen van de Nederlandsche Bank, waarop in het vervolg van dit verslag nog nader zal worden ingegaan, legden een zekere rem op de krediet- en voorschot verstrekking met korte looptijd, doch een consolidatie van de bedrijfsfinanciering stonden zij in het algemeen niet in de weg. Aan de verstrekking van leningen met een gemiddelde looptijd van langer dan twee jaat waren geen monetair-politieke beperkingen verbonden. Zoals reeds in het verslag over het vorige boekjaar werd uiteengezet, werd de kredietverlening op korte termijn reeds in juni 1961 aan vastgestelde normen gebonden. Indien deze normen door het bankwezen als geheel zouden worden overschreden, dienden de banken, die niet aan de normen voldeden, een renteloos depot bij de Nederlandsche Bank aan te houden tot een gelijk bedrag als dat van de overschrijding. In 1961 kwam het nog niet tot depotstelling, hoewel een sterke expansie van de kredietverlening plaats vond. Met ingang van 1 januari 1962 werden de beperkende maatregelen echter verscherpt. De toe laatbare kredietexpansie mocht van die datum af niet meer dan j/2 per maand bedragen. Per ultimo januari bleek reeds, dat het bankwezen gezamenlijk de gestelde norm had over schreden en moest een aantal banken overgaan tot storting van een renteloos depot bij de Nederlandsche Bank. Ook onze organisatie heeft voor een aantal maanden zulk een depot wegens normoverschrijding moeten aanhouden. Na de maand juli bleef de omvang van de kredietverlening door het bankwezen weer binnen de gestelde grenzen. In september werd besloten de norm voor de toelaatbare kredietexpansie voor de maanden sep tember en oktober nog vast te stellen op Yl per maand en voor de maanden november en december op 1 per maand. Dat laatste vond plaats in verband met de grotere seizoen- kredietbehoefte. In het begin van het lopende kalenderjaar achtte de Nederlandsche Bank het gevaar van een conjuncturele overspanning zodanig verminderd, dat tot opschorting van de kredietbeperkende maatregelen kon worden overgegaan. Ook door andere ter beschikking staande middelen discontopolitiek, open-marktpolitiek en kasreservepolitiek heeft de Nederlandsche Bank actief op de geldmarkt geopereerd, om tot een voor de nationale economie gewenste marktsituatie te komen. Het officiële wisseldisconto werd met ingang van 25 aptil 1962 met een half procent ver hoogd tot 4 Deze maatregel werd voornamelijk genomen ter ondersteuning van de politiek van kredietbeperking. Inmiddels heeft de Nederlandsche Bank het disconto op 8 januari van dit jaar weer op zijn oude niveau van 3Vf> teruggebracht, onder het motief, dat de binnen landse conjunctuur een aanpassing van het disconto aan het niveau in andere landen wense lijk maakte. De kasreservepolitiek werd in de laatste maanden van het verslagjaar in het bijzonder gehan teerd om de banken enige steun te geven bij de handhaving van de liquiditeitspositie. Het percentage werd na 21 augustus geleidelijk verlaagd. Voor het tijdvak van 22 december 1962 tot en met 21 januari 1963 werd het op 4 vastgesteld.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1962 | | pagina 5