Jaar 1960 1961 1962 Aantal voorschotten en kredieten 2.291 2.836 3.539 Totaal bedrag der uitstaande posten 10.765.128,— 18.386.098,50 25.001.802,— Waarvan onder garantie van het fonds 6.533.979, 7.889.931, 10.351.293,50 Eind 1962 was de dekking van deze posten als volgt: Bedrag Dekking Grootte der garantie 9.234.731, 20 1.846.946,20 25.800, 33V3% 8.600,— 14.066.403 50 7.033.201,50 1.061.561, 80 849.248,80 100, 90 90,— 613.207, 100 613.207 25.001.802,— 10.351.293,5(T De garantie van 20 heeft betrekking op mestvarken- en mestkalverenkredieten, waarbij ingevolge de sedert 1961 toegepaste regeling een grote spreiding van het risico is verkregen. De posten met 80 garantie van het fonds hebben uitsluitend betrekking op mestkredieten, welke nog volgens de oude regeling zijn verstrekt. In het algemeen worden in deze groep verder de garanties beperkt tot 50 van het des betreffende krediet of kredietgedeelte. In enkele gevallen werd een garantie van 100 verleend, onder meer voor een deel van de verstrekkingen met als zekerheid kassen op gepachte grond. 2. Kredieten, verband houdende met de uitgifte van bedrijven in de IJsselmeerpolders. Per 31 december 1962 waren nog 16 van deze kredieten in de Noordoostpolder in omloop met een totaalbedrag van 150.236,welke voor een bedrag van 55.782,50 door het fonds waren gegarandeerd. In verband met nieuw te stichten bedrijven in de polder Oostelijk Flevoland werden twee kredieten van 17.500,verstrekt met 100 garantie van het fonds. 3. Voorschotten aan tuinders in de zogenaamde Veenstreek. Van 163 leningen in deze categorie tot een totaalbedrag van 714.469,80 was per 31 decem ber 1962 107.602,47 gegarandeerd door het fonds. Het Waarborginstituut voor de Veen- streek is garant voor de overige 85 Aangezien de werkzaamheden van het Instituut door de provinciale waarborginstituten zijn overgenomen, heeft deze categorie een aflopend karakter. 4. Voorschotten, mede gedekt door het Borgstellingsfonds voor de Landbouw en door provin ciale waarborginstituten. Per balansdatum waren 1.538 leningen in deze groep met een totaalbedrag van 13.647.041,— voor 1.299.021,76 door het fonds gegarandeerd. In totaal was aan het einde van het jaar voor een bedrag van 11.763.718,41 door het fonds een garantie afgegeven. Er werd in één geval een schadeclaim bij het fonds ingediend en afgewikkeld, waarmede een bedrag van 1.753,03 was gemoeid. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 lid 4 van het reglement hebben wij het voordelig saldo ad 47.279,89 aan het vermogen van deze afdeling toegevoegd. De balans per 31 december 1962 en de resultatenrekening over 1962 van het Onderling Raiffeisengarantiefonds en van elk der drie afdelingen, waaruit het bestaat, zijn achter dit ver slag opgenomen. Het Bestuur: G. Minderhoud, voorzitter S. van Wijnbergen, secretaris Van Lijnden van Sandenburg B. W. Biesheuvel A. J. Verhage Utrecht, 21 februari 1963

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1962 | | pagina 35