~738 7 «7 Op basis van de zekerheid is de indeling van de verstrekte voorschotten: Aantal Bedrag x 1 miljcen Eerste hypotheken 18.282 331,6 Borgtocht 8.423 50,0 Raiffeisengarantiefonds 204 2,8 Cessie en verpanding 1.829 10,0 Overdracht tot zekerheid 3.751 25,9 Extra- en tweede hypotheek 1.842 15,2 Blanco 1.680 3,8 36.011 439,3 Hoewel 75 van het totaal verstrekte bedrag verleend is onder hypothecaire zekerheid, blijkt dat ongeveer de helft van de voorschotten is verleend onder andere dan hypothecaire zekerheid, waarbij vooral de borgtocht, zowel persoonlijke als institutionele, en de fiduciaire eigendoms overdracht tot zekerheid een belangrijke rol spelen. De agrarische voorschotverlening is, ingedeeld naar het doel, waarvoor het voorschot benodigd was, als volgt: Aankoop onroerend goed Nieuwbouw onroerend goed Verbetering/verbouw onroerend goed Aankoop roerende goederen Seizoenfinanciering Diversen ■Aantal Bedrag x 1 miljoen 2.418 53,4 1.946 39,2 1.007 14,0 3.679 27,2 2.580 8,6 1.606 19,3 13.236 161,7 Vooral de aankoop en nieuwbouw van onroerend goed leidt tot aanvragen van voorschotten. Hiernaast is ook de aankoop van roerende goederen van belang, terwijl de seizoenfinanciering, gezien het aantal verstrekte posten, een duidelijke betekenis heeft. De leningen aan rechtspersonen namen in 1962 toe met 35,4 miljoen tegen 28,9 mil joen in 1961. In het verslagjaar werden verstrekt 738 posten tot een bedrag van 53,5 miljoen. In 1961 waren deze cijfers respectievelijk 686 posten en 47,4 miljoen. Ingedeeld naar de aard van het bedrijf zijn de leningen verstrekt aan: Agrarische coöperaties en onderlingen Agrarische bedrijven Detailhandel en ambacht Overige niet-agrarische bedrijven Verenigingen Aantal Bedrag x 1 miljoen 260 29,9 6 0,6 12 0,6 127 9,8 333 12,6 Overige uitzettingen De ontwikkeling van de posten van deze rubriek in de jaren 1957 tot en met 1962 was als volgt (in miljoenen guldens): Effecten Leningen aan publiekrechtelijke lichamen Leningen met overheidsgarantie Leningen aan semi-overheid Deelnemingen in leningen door de Centrale Bank gesloten Bijzondere rekeningen bij de Centrale Bank 1957 1958 1959 199,1 216,7 273,6 64,2 70,5 75,8 10,1 12,3 19,6 1,6 1,3 1,4 48,9 40,4 41,7 19,2 13,3 10,4 343,1 354,5 422,5 1960 1961 1962 311,7 295,8 277,3 83,5 84,7 82,3 24,6 27,4 28,6 1,6 2,9 1,8 49,2 47,3 44,6 22,5 33,7 36,9 493,1 491,8 471,5 De groep overige uitzettingen, die het karakter heeft van belegging van overtollige middelen, is in 1962 met 20,3 miljoen afgenomen, voornamelijk als gevolg van de vermindering van de post effecten met 18,5 miljoen. De sterke stijging van de uitzettingen in eigen kring leidde ertoe, dat beleggingsuitzettingen door verschillende banken werden afgestoten, teneinde met de hierdoor verkregen middelen, met behoud van de nodige liquiditeit, aan de krediet- vraag uit eigen kring te kunnen voldoen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1962 | | pagina 28