Met de blanco kredietverlening op korte termijn aan individuele agrariërs werd in 1961 op voorzichtige wijze voortgegaan. In 1961 werden ruim 2300 nieuwe blanco posten verstrekt tot een bedrag van 5,18 miljoen. Per ultimo 1961 stonden nog 1763 blanco posten uit met een totaalbedrag van 3,9 miljoen (vorig jaar 3,2 miljoen). Verruiming agrarische kredietverlening Als gevolg van de reeds in 1960 begonnen bestudering van de conclusies en aanbevelingen van het Rapport Landbouwkrediet, zijn in 1961 belangrijke vorderingen gemaakt met het ontwerpen en uitvoeren van concrete maatregelen, die een ruimere kredietverlening aan land en tuinbouw mogelijk maken en die in het algemeen onze banken het uitoefenen van hun taak als landbouwkredietorganisatie vergemakkelijken. Zij zijn neergelegd in een werkprogramma, dat in de komende jaren als richtlijn voor het beleid op dit terrein zal kunnen dienen. Op verschillende punten is met de uitvoering van dit programma reeds een begin gemaakt. Hoewel onze organisatie in de toekomst bij het nemen van maatregelen, welke de agrarische kredietverlening bevorderen, in het algemeen het werkprogramma zal volgen, wordt uitdrukkelijk met de mogelijkheid rekening gehouden, dat verdere veranderingen of initia tieven noodzakelijk zullen zijn. De snelle wijzigingen, die zich in het agrarische bedrijfsleven voltrekken, maken een voortdurende aanpassing van het landbouwkredietwezen noodzakelijk. Verschillende nieuwe kredietvormen, die voor de agrarische sector van belang zijn, werden in 1961 ingevoerd. Deze betroffen voornamelijk deelfinancieringen, zoals de financiering van landbouwwerktuigen en die van varkenshokken op gepachte grond, de financiering van mest- kalveren en dergelijke. Oude en nieuwe kredietmogelijkheden zijn door het op grote schaal verspreiden van een brochure onder de aandacht van boeren en tuinders gebracht. Mede als gevolg hiervan is de verstrekking aan agrariërs van posten tegen 'afwijkende zekerheid' belang rijk toegenomen. Zowel voor agrariërs als voor niet-agrariërs is het van belang geweest, dat met ingang van 1 sep tember 1961 een regeling getroffen is, waardoor het mogelijk is geworden boven het normale bedrag, dat onder zekerheid van hypotheek verstrekt kan worden, een 'extra-hypotheek'-bedrag op te nemen. Onder deze regeling kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een be drag van maximaal 90 van de onderpandswaarde onder hypothecaire zekerheid opgenomen worden. Naast de uitbreiding van de mogelijkheden tot partiële financieringen, hebben ook vragen, die samenhangen met de financiering van het individuele agrarische bedrijf als geheel, de volle aandacht gehad. De wens van de Commissie Landbouwkrediet om bij de agrarische kredietver lening meer aandacht te schenken aan de bedrijfseconomische positie van boer en tuinder, heeft de Centrale Bank doen besluiten tot het aanstellen van kredietadviseurs. Deze krediet adviseurs kunnen de plaatselijke banken op hun verzoek bijstaan bij de beoordeling van de bedrijven van kredietaanvragers. De eerste kredietadviseurs zijn inmiddels hun werkzaamheden begonnen en reeds thans kan worden gezegd, dat de door hen uitgeoefende functie in een be hoefte voorziet. Wij verwachten, dat in de toekomst de bedrijfseconomische beoordeling bij de agrarische kredietverlening een belangrijke plaats zal gaan innemen. Het Onderling Waarborgfonds Dit laatste zal ook van betekenis zijn indien het eigen Onderling Waarborgfonds van onze banken op ruimere schaal dan tot nu toe garanties gaat afgeven voor kredieten, waarvoor on voldoende zekerheid kan worden gegeven. De plannen hiertoe naderen hun voltooiing. Inmiddels heeft het Onderling Waarborgfonds ook in zijn huidige vorm gedurende 1961 weer vele financieringen mogelijk gemaakt. Mede dank zij een garantie van Afdeling C van dit fonds konden in 1961 meer dan 2800 posten worden verstrekt. Het totaalbedrag, dat onder garantie van het Onderling Waarborgfonds is verstrekt, steeg tot ruim 9,2 miljoen (vorig jaar 7,7 miljoen). Borgstellingsfonds voor de Landbouw De belangstelling van boeren en tuinders voor het Borgstellingsfonds voor de Landbouw ver toonde een verheugende groei. Het totaal van de door de aangesloten banken verstrekte voor schotten, waarbij het Borgstellingsfonds betrokken is, bedroeg 15 miljoen (vorig jaar 12 miljoen). Zowel dit bedrag als het aantal gegarandeerde posten lag in 1961 hoger dan in voorafgaande jaren. Overige activiteiten De zich voortzettende expansie van onze banken, welke in 1961 tot uitdrukking kwam in de aanzienlijke toename van de toevertrouwde middelen en de grotere omvang van de kredietver lening, heeft de werkzaamheden van de Centrale Bank en de aangesloten banken sterk doen toenemen. Voortdurende aandacht is besteed aan de opvoering van de efficiency en de diensten verlening van onze organisatie. Zoals elders in dit verslag wordt vermeld, vonden ook in 1961 een aantal fusies plaats tussen naburige banken, waaruit blijkt, dat de in ons vorige jaarverslag gesignaleerde tendens tot con-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1961 | | pagina 9