Het afgelopen jaar Het heengaan van deze functionarissen, die met grote bekwaamheid en toewijding gedurende een groot aantal jaren hun taak in het belang van de organisatie vervulden, werd blijkens de zeer vele betuigingen van medeleven ook door onze leden als een ernstig verlies gevoeld. Het overlijden van de heren Schröder en Van Zurk noodzaakte ons voorzieningen te treffen met betrekking tot de bezetting van enkele posten. Hierbij diende vooral rekening te worden gehouden met een uitbreiding van de werkzaamheden voor de aangesloten banken. Deze werkzaamheden zijn in de loop van de laatste jaren zodanig toegenomen, dat een verdere arbeids verdeling in de dagelijkse leiding gewenst werd geacht. Jhr. mr. J. C. Greven, secretaris, en de heer H. te Kolsté, hoofdinspecteur, werden met ingang van 1 april tot onderdirecteur benoemd. Ter voorziening in de vacatures, die door deze benoemingen ontstonden, werden aangesteld tot secretaris mr. J. L. Versteegh en tot hoofdinspecteur de heer W. P. van den Hurk. Op 1 oktober werden voorts de heren J. B. Agerbeek en P. C. van Oort benoemd tot adjunct hoofdinspecteur. Tot chef van de interne controle, welke per 1 januari 1961 in een afzonder lijke afdeling is ondergebracht, is benoemd de heer R. C. Nijmeijer, intern accountant. De heer C. L. van Niekerk, inspecteur bij de Centrale Bank, werd aangesteld tot afdelingschef in algemene dienst. In het verslagjaar vond de oprichting plaats van een afdeling Assurantiebemiddeling. Met de leiding van deze afdeling werd belast mr. J. R. Haverkamp. Bij de vele mutaties op personeelsgebied mag niet onvermeld blijven, dat in 1961 een aanvang werd gemaakt met de aanstelling van kredietadviseurs. Op de taak van deze functionarissen zal in het vervolg van dit verslag nog worden ingegaan. De groei van onze instelling komt tot uiting in het, ondanks de verdergaande mechanisering der administratie, toenemende aantal werknemers. Sinds 1957 is dit gestegen van 300 tot 409 op 31 december 1961. Met vreugde kunnen wij constateren, dat het verloop van het personeel zeer gering is. In de loop van 1961 is onze instelling overgegaan tot de invoering van de vrije zaterdag. In overleg met de ondernemingsraad werden nieuwe arbeidsuren opgesteld. Hoewel hiermede het verlies van een halve werkdag kon worden opgevangen, deden zich bij de omschakeling toch dezelfde bezwaren gevoelen, die elders in het bedrijfsleven zijn gesignaleerd. In het bijzonder hadden ongewenste vertragingen plaats bij het schriftelijk contact met de aangesloten banken. Mede als gevolg van de moeilijkheden bij de postdienst van de P.T.T. komen deze ook nu nog voor. Voor de wijze, waarop het personeel van de Centrale Bank ook dit jaar weer zijn taak heeft vervuld, betuigen wij gaarne onze erkentelijkheid. Onze leden Vele aangesloten banken zijn er in het afgelopen jaar toe overgegaan de aanduiding 'Raiffeisen- bank' in hun naam op te nemen. Een zekere voorkeur hiervoor kan worden geconstateerd bij de banken, die in de stedelijke sfeer werkzaam zijn. In het aantal fusies, dat in 1961 opnieuw hoger was dan in het voorafgaande jaar, is eveneens een streven te onderkennen naar aanpassing aan de eisen van deze tijd. Door deze lokale con centratie kan immers meer doeltreffend en meer efficiënt gewerkt worden. Een terugblik op de fusies, welke eerder plaats vonden, toont aan dat, na een tijdelijke ver hoging van de kosten in de beginperiode, het rendement van de gefusioneerde banken stijgt. De volgende banken hebben zich in het verslagjaar met elkaar verbonden: Marssum-Engelum met Deinum onder de naam: Coöp. Boerenleenbank 'Deinum-Marssum en Omstreken' Eenrum met Pieterburen onder de naam: Coöp. Boerenleenbank 'Eenram-Pieterburen' Beetgum met Menaldum onder de naam: Coöp. Boerenleenbank 'Menaldum'. Westerbroek met Hoogezand onder de naam: Coöp. Raiffeisenbank Hoogezand Kuinre-Blankenham werd opgenomen in de Coöp. Landbouwbank en Aan- en Verkoopver eniging 'Steenwijkerwold' Ouwerkerk en Zierikzee met Nieuwerkerk onder de naam: Coöp. Raiffeisenbank Zierikzee en Omgeving' Oostwold (Oldambt) met Midwolda onder de naam: Coöp. Raiffeisenbank Midwolda-Oldambt. Oldeholtpa met Wolvega onder de naam: Coöp. Boerenleenbank 'Wolvega' In 1961 werden de besprekingen afgesloten, waarbij de toetreding per 1 januari 1962 van de Coöp. Landbouwersbank en Handelsvereniging 'Vriezenveen' W.A. te Vriezenveen werd geregeld. Met voldoening heten wij dit nieuwe lid in onze organisatie welkom. De Raiffeisenorganisatie heeft zich in 1961 voorspoedig ontwikkeld. De middelen, die aan de aangesloten banken werden toevertrouwd, namen in zeer bevredigende mate toe en de krediet en voorschotverlening bereikte een aanzienlijk hoger niveau dan in de vorige jaren. Gunstige conjunctuur Deze ontwikkeling past in het conjunctuurbeeld, dat Nederland reeds enkele jaren vertoont. De economische expansie zette zich in 1961 voort en de bedrijvigheid handhaafde zich op een hoog peil. In geheel West-Europa kreeg de industriële produktie een krachtige impuls door de toenemende vrijmaking van de Euromarkt. Met recht kan men hier in economische zin van een 'Europees reveil' spreken. Anderzijds vertoonden zich in 1961 in sommige landen ook tekenen van een zekere afkoeling der conjunctuur. Stijgende kosten, arbeidsschaarste, incidentele gevallen van

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1961 | | pagina 5