Wal
m
X
Aan de algemene vergadering
msm-:*: ubmi&jM
Mijne Heren,
Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 54 van de statuten bieden wij u
hierbij aan het jaarverslag van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank over het jaar 1961
met de verlies- en winstrekening over dat jaar en de balans per 31 december 1961.
Naast de toelichting op bovengenoemde stukken bevat het verslag de gebruikelijke gegevens
aangaande het bedrijf van de aangesloten banken. Wij achten het van groot belang, dat de
resultaten van de Centrale Bank worden gezien in samenhang met de gang van zaken bij de
gehele Raiffeisenorganisatie. Evenals in het vorige jaarverslag worden onder het hoofd 'Het
afgelopen jaar' de belangrijkste gebeurtenissen in onze organisatie naar voren gebracht. Wij
zijn erkentelijk voor hetgeen ieder lid heeft bijgedragen tot de groei van de Raiffeisenorgani
satie en voor de gunstige resultaten, die in het verslagjaar door gezamenlijke inspanning
werden verkregen.
Raad van toezicht en bestuur
In de op 16 mei gehouden algemene vergadering werd in de plaats van ir. B. D. van Schelven
als lid van de raad van toezicht gekozen de heer G. J. M. Berendsen te Vinkeveen. Drukke
werkzaamheden noodzaakten de heer Van Schelven, die gedurende 7 jaren deel uitmaakte van
de raad, zijn functie, waarin hij zich voor onze organisatie zeer verdienstelijk maakte, neer te
leggen.
De leden van de raad van toezicht, die aan de beurt van aftteden waren, de heren N. J. H. Raat,
M. P. van der Weijden, H. Dekker en H. A. Wind, werden allen als zodanig herkozen.
De heer J. L. Hoogland, die bij gelegenheid van de algemene vergadering volgens rooster af
trad als lid van het bestuur, werd als zodanig herkozen. Op 1 december 1961 besloot de heer
Hoogland echter het bestuurslidmaatschap neer te leggen. Het besluit van de heer Hoogland
respecterende, betreuren wij het, dat daarmede een periode van tien jaren prettige samenwerking
werd beëindigd.
Directie en personeel
In het verslag over het jaar 1960 werd reeds melding gemaakt van het plotseling overlijden in
1961 van mr. H. H. Schröder, onderdirecteur van de Centrale Bank en van de heer J. A. van
Zurk, adjunct-hoofdinspecteur.
In het verslagjaar hadden wij tevens het verlies te betreuren van de heer Chr. Bijvank, werk
zaam op de afdeling Boekhouding en van de heer J. H. Vroom, chef van de afdeling Publiciteit.
