Financieel-economische ontwikkeling in 1961
centratie blijft bestaan. Het aantal aangesloten banken daalde hierdoor tot 702 per ultimo
1961. Deze concentratie verhindert overigens niet, dat het aantal plaatsen, waar onze banken
voor het publiek bereikbaar zijn, nog steeds stijgt. Op meer dan 850 verschillende plaatsen in
ons land is rechtstreeks contact met een raiffeisenbank/boerenleenbank, aangesloten bij onze
organisatie, mogelijk, doordat er een bankgebouw of bijkantoor gevestigd is.
Vervanging, uitbreiding en modernisering van bankgebouwen vond veelvuldig plaats, terwijl
het aantal banken, dat tot mechanisering van de administratie is overgegaan, weer aanzienlijk
is toegenomen. In het kader der uitbreiding van de dienstenverlening aan cliënten, heeft een deel
van de banken besloten de assurantiebemiddeling ter hand te nemen. Ook op andere punten
heeft de aanpassing van onze banken aan de eisen en mogelijkheden van de moderne tijd veel
initiatief en energie gevraagd.
Teneinde de coördinatie tussen de aangesloten banken en de Centrale Bank te verbeteren, is in
1961 een belangrijke wijziging in de organisatie van de inspectiedienst der Centrale Bank tot
stand gekomen. De banken zijn ingedeeld in 10 rayons en aan het hoofd van ieder rayon is een
rayoninspecteur aangesteld. Hierdoor wordt enerzijds bereikt, dat de controle op de banken
efficiënter kan worden uitgeoefend en anderzijds, dat het contact tussen Centrale Bank en
lokale bank wordt verstevigd.
Speciaal met het oog op de wijzigingen, die zich op het gebied van de agrarische kredietver
lening voltrekken, is in 1961 een aanvang gemaakt met gespecialiseerde voorlichting van de
banken. Daartoe werden reeds met een deel der ringen van banken werkbijeenkomsten belegd.
Overigens heeft de vraag, op welke wijze de voorlichting en opleiding van de functionarissen
van de banken kan worden verbeterd, ons ernstig beziggehouden.
Raiffeisen-Bode
De Raiffeisen-Bode heeft in het verslagjaar krachtig bijgedragen tot de versterking van het
contact binnen onze organisatie en heeft zich tevens meer en meer ontwikkeld tot het medium,
waardoor wij onze mening ook naar buiten kunnen kenbaar maken.
Bedrijfsresultaten aangesloten banken
Ondanks het feit, dat de spaargeldrente een fractie hoger lag dan in het voorafgaande jaar, kon
voor de aangesloten banken een verbeterde rentewinst worden geconstateerd. De toename van de
uitzettingen en de omstandigheid, dat de rentevergoeding van de Centrale Bank over de door
de aangesloten banken bij haar gedeponeerde gelden werd verhoogd, droegen tot deze verbete
ring bij. Hoewel de bedrijfsresultaten van de aangesloten banken door stijging van de onkosten
en door noodzakelijke investeringen (voornamelijk uitbreiding en modernisering gebouwen)
werden gedrukt, lagen deze (vóór aftrek van belastingen) met circa 15 miljoen ongeveer 2
miljoen hoger dan in 1960.
Het afgelopen jaar werd gekenmerkt door een vertraging van het tempo van de economische
groei. Deze vertraging is sedert het voorjaar meer en meer aan de dag getreden. Terwijl de
conjunctuur zich op een topniveau handhaafde, geraakten de capaciteitsreserves uitgeput en
deed vooral het gebrek aan arbeidskrachten zich in vele sectoren van de nationale economie als
een ernstige hinderpaal voor de uitbreiding van de produktie gevoelen. Zulks te meer, daar
consumptie en investeringen zich op een hoog peil handhaafden en de vraag van de zijde van
het buitenland naar Nederlandse exportprodukten ook na de revaluatie van de gulden niet
zodanig verminderde, dat hierdoor een ontspanning in de binnenlandse sector merkbaar werd.
Integendeel, veeleer kan worden gesproken van een duidelijke toeneming van de spanningen,
die zich weerspiegelde in een relatief sterkere stijging van de invoer.
De snelle invoering van de kortere werkweek maakte de arbeidsschaarste nog nijpender en had
een ongunstig effect op de arbeidsproduktiviteit. Mechanisatie en rationalisatie zullen het verlies
aan produktiviteit moeten goedmaken.
De groei van de nationale produktie is relatief bij de toeneming van de binnenlandse be
stedingen in de vorm van investeringen, overheid en particuliere consumptie, zomede voor-
raadvorming, ten achter gebleven.
Evenwicht
Dat het globale evenwicht tussen middelen en bestedingen niet ernstig werd verstoord, is mede
toe te schrijven aan het door de centrale overheid en in harmonie daarmee, op monetair ge
bied, door de Nederlandsche Bank gevoerde beleid. Toen bleek, dat de revaluatie van de gulden,
waartoe begin maart was overgegaan, op zichzelf niet voldoende vermindering van de span
ningen in het binnenland vermocht te brengen, werden in juni de maatregelen ter beperking
van de aankopen op afbetaling verzwaard en werd vervolgens, met ingang van 18 juli, met het
oog op de gespannen situatie op de bouwmarkt, de ongesubsidieerde woningbouw aan rijks
goedkeuring onderworpen. Het uitstellen van de verlaging van loon- en inkomstenbelasting tot
1 juli 1962 kan in hetzelfde licht worden gezien.
De Nederlandsche Bank heeft harerzijds een bijdrage tot het verminderen van de economische
spanningen geleverd door het afremmen van de kredietuitbreiding, waartoe voor het eerst over
de driemaandsperiode, geëindigd per 31 augustus 1961, in nauw overleg met de representatieve
handelsbanken en de centrales der landbouwkredietbanken werd overgegaan.
Voorts bleef het loon- en prijspeil eveneens gericht op de handhaving van het evenwicht.