Aan de algemene vergadering 5° Aan de algemene vergadering Mijne heren, Krachtens het bepaalde in artikel 55 onzer statuten stellen wij u voor aan de winst over 1960 ad 3.540.771,12, vermeerderd met het onverdeelde saldo over 1959 ad 394.867,37, tezamen 3.935.638,49, de volgende bestemming te geven: toe te voegen aan de algemene reserve2.000.000, toe te voegen aan de reserve risico effecten1.000.000, een bouwreserve te creëren van500.000, en over te brengen naar nieuwe rekening435.638,49 3.935.638,49 Het bestuur: G. Minderhoud, voorzitter S. van Wijnbergen, secretaris J. L. Hoogland Van Lijnden van Sandenburg B. W. Biesheuvel Utrecht, 16 februari 1961 Mijne heren, Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 32 onzer statuten hebben wij de rekening en verantwoording van het bestuur onderzocht. Twee daartoe uit ons midden aangewezen leden hebben de balans per 31 december 1960 en de verlies- en winstrekening over 1960 vergeleken met de boeken en bescheiden. Onze raad heeft de jaarstukken overeenkomstig de gevoerde administratie bevonden. Wij geven u in overweging krachtens het bepaalde in artikel 48 onzer statuten de rekening en verantwoording van het bestuur, zomede zijn voorstel tot bestemming van de winst, goed te keuren. De raad van toezicht: H. A. Wind, voorzitter N. J. H. Raat, secretaris M. P. van der Weijden A. J. Verhage R. J. van Beekhoff B. D. van Schelven J. Jensema J.Dzn Jac. P. Lindenbergh G. Schuyt Kzn H. Dekker G. W. Leuvelink Utrecht, maart 1961

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1960 | | pagina 26