In onderstaande tabel zijn de mutaties, exclusief bijgeschreven rente, in de voornaamste
balansgroepen in de laatste vijf jaren opgenomen.
Mutaties
Bank in
in toevertrouwde middelen, uitzettingen en
de jaren 1956-1960 (in miljoenen guldens)
tegoed in rekening-courant bij de Centrale
Toevertrouwde
Kredietverlening
Overige
Tegoed in rek.
middelen
en beleggingen
uitzettingen
crt. bij de
Jaar
in eigen kring
Centrale Bank
1956
51
131
60
120
1957
71
51
9
39
1958
309
26
11
286
1959
326
156
68
125
1960
211
182
70
18
Toevertrouwde middelen
Spaargelden
In het verslagjaar werd aan spaargelden ingelegd een bedrag van 1.216,3 miljoen, terwijl
opgenomen werd 1.001,5 miljoen, waardoor de spaargelden toenamen met 214,8 miljoen
tot 2.587,1 miljoen.
In de jaren 1958 en 1959 bedroegen de spaaroverschotten respectievelijk 263,0 miljoen en
272,4 miljoen.
Na bijschrijving van de rente zal het tegoed van de gezamenlijke inleggers stijgen tot
2.660 miljoen.
Het aantal spaarrekeningen bedroeg per 31 december 1960 1.325.000. Het gemiddelde be
drag per rekening bedroeg 2.008,
De maandelijkse spaarresultaten in de afgelopen twee jaar worden weergegeven in de vol
gende tabel.
26
Spaarbeweging bij de aangesloten banken per maand (in miljoenen guldens)
1959
1960
Inlagen
Terugbe
Spaarverschil
Inlagen
Terugbe
Spaarverschil
talingen
positief
negatief
talingen
positief
negatief
Maand
januari
109,9
69,7
40,2
112,2
83,7
28,5
februari
87,0
64,8
22,2
96,7
76.8
19,9
maart
77,5
67,9
9,6
92,8
84,0
8,8
april
81,9
87,4
5,5
88,8
97,7
8,9
mei
93,9
72,3
21,6
100,6
84,6
16,0
juni
85,5
63,5
22,0
91,0
78,2
12,8
juli
96,3
69,9
26,4
105,1
74,7
30,4
augustus
88,4
56,7
31,7
99,8
71,3
28,5
september
90,1
65,0
25,1
93,6
76,8
16,8
oktober
96,7
75,1
21,6
102,4
84,0
18,4
november
109,3
69,4
39,9
118,1
84,2
33,9
december
110,3
92,7
17,6
115,2
105,5
9,7
1.126,8
854,4
277,9
5,5
1.216,3
1.001,5
223,7
8,9
Het inleggersverkeer blijkt, evenals in voorgaande jaren, toegenomen te zijn. Zowel de inlagen
en in nog sterkere mate de terugbetalingen waren iedere maand hoger dan de overeenkom
stige maand van het vorige jaar.
Het gemiddelde bedrag van de inlagen steeg van 94 miljoen per maand tot 101 miljoen,
terwijl bij de terugbetalingen het gemiddelde toenam van 71 miljoen tot 83 miljoen.
Daar de terugbetalingen relatief meer zijn gestegen dan de toeneming van de spaargelden,
nam de omloopsnelheid van het gezamenlijk tegoed toe van 0,393 tot 0,412.
Teneinde oneigenlijke spaargelden te weren was ook in het verslagjaar de rentevergoeding
van de Centrale Bank over de door de aangesloten banken bij haar gedeponeerde tegoeden
mede afhankelijk van de omloopsnelheid van de spaargelden.