graanexport naar het gebied van de zes E.E.G.-landen vrijwel onmogelijk wordt, hetgeen weer tot gevolg zou hebben, dat onze export van veredelingsprodukten door tegenmaatregelen zou worden getroffen. De voorstellen tot versnelling van de volledige totstandkoming van de Gemeenschappelijke Markt door een verkorting van de overgangsperiode, hadden de instemming van de Neder landse landbouw. Van Nederlandse zijde is echter sterk verzet gerezen tegen het voornemen de landbouw 'voorlopig' van de versnelling uit te zonderen. Dank zij het feit, dat Nederland aan zijn standpunt heeft vastgehouden, is de principiële beslissing genomen, dat ook de land bouw in het versnellingsproces zal worden betrokken zij het in een 'lagere' versnelling. Veel zal er voor de landbouw van afhangen, hoe de gemaakte principiële afspraken in de toe komst zullen worden uitgelegd en toegepast. Het bedrijf der Centrale Bank Toevertrouwde middelen Aan de Centrale Bank waren op 31 december 1960 toevertrouwd 1.301,0 miljoen, waarvan 1.259,7 miljoen in rekening-courant, 26,5 miljoen als termijndeposito en 14,8 miljoen op spaarrekening. Het overeenkomstige cijfer op 31 december 1959 was 1.277,1 miljoen, waarvan 1,249,7 miljoen in rekening-courant, 14,3 miljoen als termijndeposito en 13,1 miljoen op spaar rekening. De creditsaldi in rekening-courant en de termijndeposito's bestaan in hoofdzaak uit de te goeden van de aangesloten banken, die op 31 december 1960 1.273,7 miljoen beliepen tegen 1.250,9 miljoen op 31 december 1959. Voor het overige vertegenwoordigen deze saldi nagenoeg uitsluitend tegoeden van andere met de Centrale Bank geliëerde organisaties. De spaarsaldi bij de Stichting Spaarbank van de Centrale Bank beliepen, zoals vermeld, op 31 december 1960 14,8 miljoen, hetgeen een toeneming van 1,7 miljoen ten opzichte van 31 december 1959 betekent. Kredietbedrijf De kredietverlening in rekening-courant bij de Centrale Bank bedroeg op 31 december 1960 113,5 miljoen, hetgeen een vermindering met 7,3 miljoen ten opzichte van 31 december 1959 betekent. Daartegenover namen de voorschotten op middellange termijn met 14,6 miljoen toe tot 54,2 miljoen en stegen de voorschotten onder hypothecair verband met 9,3 miljoen tot 26,2 miljoen. De totale krediet- en voorschotverlening van de Centrale Bank bedroeg op het einde van het verslagjaar 194,0 miljoen of 16,7 miljoen meer dan einde 1959. Van de totale krediet- en voorschotverlening is 152,4 miljoen of 80 verstrekt aan de agrarische sector. Beleggingen Het totaal van de beleggingen op korte termijn steeg in het verslagjaar met 29,0 miljoen tot 540,9 miljoen. Van dit totaal is 455,3 miljoen belegd in Nederlands schatkistpapier. De omvang van de beleggingen op lange termijn nam in het verslagjaar met 25,2 miljoen af tot 376,1 miljoen. Daartegenover nam de effectenportefeuille van de Centrale Bank toe met 32,8 miljoen. Zij is thans 259,9 miljoen groot. Liquiditeit Aan de liquiditeit van de Centrale Bank werd ook in het afgelopen boekjaar veel zorg besteed. Het rendementsoffer, dat voor het aanhouden van een ruime liquiditeit moet worden gebracht, achten wij bij de gegeven opbouw van onze organisatie verantwoord en noodzakelijk. Resultaat Het financiële resultaat van het boekjaar 1960 is, mede door de nawerking van de gunstige geld- en kapitaalmarktverhoudingen in de beide voorgaande jaren, bevredigend geweest. Na reservering voor belastingen kan aan de diverse reserves 3,5 miljoen worden toegevoegd. Het bedrijf der aangesloten banken Ook in 1960 zijn de toevertrouwde middelen in belangrijke mate gestegen. De stijging der middelen bleef echter ten achter bij die van 1959 en 1958. De stijging der spaargelden bedroeg 214,8 miljoen, hetgeen 57 miljoen minder is dan in 1959; de creditsaldi in rekening-courant namen met 3,5 miljoen af. Daarentegen was de stijging van de kredietverlening en beleggingen in eigen kring, met een toeneming van 182 miljoen, nog 26 miljoen hoger dan de uitbreiding in het voorgaande jaar. Ook de overige uitzettingen namen met een vermeerdering van 70 miljoen sterker toe dan in 1959. Deze ontwikkeling had tot gevolg dat, in tegenstelling tot de voorgaande drie jaren, in 1960 de stijging van de uitzettingen de aanwas van de toevertrouwde middelen overtrof, waardoor het tegoed in rekening-courant van de aangesloten banken bij de Centrale Bank met 18 mil joen afnam. Na bijschrijving van de rente ad 33 miljoen zal het tegoed in rekening-courant van de aangesloten banken bij de Centrale Bank 1.249 miljoen bedragen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1960 | | pagina 13