Mutaties in de posten van de groep kredietverlening en beleggingen in eigen kring in de jaren 1955-1959 (in miljoenen guldens) 1955 1956 1957 1958 1959 Debetsaldi in rekening-courant 21,9 33,1 6,2 21,5 30,7 Voorschotten aan nat. pers. niet vallende onder hypotheken 14,9 13,2 4,6 6,2 17,6 Hypotheken 46,2 64,3 24,2 33,9 96,9 Leningen aan rechtspersonen 13,9 20,2 16,1 4- 7,1 11,0 96,9 130,8 51,1 25,7 156,2 Ook de kredietverlening en beleggingen in eigen kring toonden in 1959 met een toeneming van 156,2 miljoen een krachtige stijging. In tegenstelling tot het voorgaande jaar hadden alle posten een aandeel in deze stijging. De uitbreiding van de kredietverlening in rekening-courant overtrof zelfs de teruggang in het voorgaande jaar, waardoor deze kredietverlening met 345,6 miljoen een nieuw hoogte punt bereikte. Vooral de gestegen behoefte aan bedrijfskrediet van coöperatieve verenigingen, in het bij zonder van zuivelfabrieken en aankoopverenigingen, droeg in belangrijke mate bij tot de toe neming van de debetsaldi in rekening-courant. De voorschotten aan natuurlijke personen en in het bijzonder de hypothecaire voorschotten ondergingen een sterke uitbreiding. Bij de leningen aan rechtspersonen was de toeneming wel iswaar hoger dan in 1958, doch in vergelijking met andere jaren was zij lager. De volgende tabel bevat een overzicht van het beloop van de voorschotten aan natuurlijke personen, vaste hypotheken en leningen aan rechtspersonen. Beloop der voorschotten, hypotheken en leningen aan rechtspersonen (in miljoenen guldens) 1959 1957 1958 1959 voorsch. vaste leningen totaal totaal totaal nat. pers. hypotheken rechtspers. Verstrekt 122,3 137,0 237,6 45,6 167,6 24,4 Afgelost 77,5 89,8 112,1 28,0 70,7 13,4 Stijging 44,8 47,2 125,5 17,6 96,9 11,0 Saldo 31 december 587,7 634,9 760,4 102,4 525,7 132,3 De gestegen activiteit bij de aangesloten banken op het terrein van de voorschotverlening komt tot uitdrukking in de vermeerdering met ruim 100,0 miljoen van het totaal van de verstrekte bedragen ten opzichte van 1958. Het aantal verstrekte posten nam eveneens aan zienlijk toe, namelijk van 17.112 in 1958 tot 25.346 in 1959. Opmerkelijk is dat het ge middeld per post verstrekte bedrag zowel voor de voorschotten aan natuurlijke personen als de hypotheken toenam. Voor de voorschotten bedroeg het 4.570,tegen 4.090,in 1958, terwijl voor de hypotheken de bedragen respectievelijk 11.340,en 9-530, waren. De aflossingen op de uitstaande voorschotten zijn niet alleen in absolute bedragen, maar ook relatief hoger dan in het voorgaande jaar. Zij bedroegen 17,7 van het per 31 de cember 1958 uitstaande bedrag; het overeenkomstige percentage in 1958 was 15,3. Overige uitzettingen Daar de groei van de toevertrouwde middelen in 1959 de uitzettingen in eigen kring sterk overtrof, werd door de aangesloten banken een bedrag van bijna 68,0 miljoen buiten de eigen kring belegd. Dit vond voornamelijk plaats door uitbreiding van de effectenportefeuille met 56,4 miljoen, doch daarnaast ook door verstrekking van leningen met een looptijd langer dan één jaar aan publiekrechtelijke lichamen en van leningen met overheidsgarantie aan rechtspersonen. Deze namen als gevolg hiervan toe met respectievelijk 15,8 miljoen en 7,3 miljoen. Daaren tegen is het bedrag van de kasgeldleningen aan de lagere overheid met 10,2 miljoen af genomen. Liquiditeit Uit het volgende overzicht, waarin de liquide middelen (in hoofdzaak saldi bij de Centrale Bank) en de toevertrouwde middelen zijn opgenomen met inbegrip van de per 31 december bijgeschreven rente, blijkt dat eerstgenoemde zijn gestegen met 147,3 miljoen, en de toe vertrouwde middelen met 388,1 miljoen. Dit betekent dat van de aanwas van de toever trouwde middelen bijna 38 in de vorm van liquiditeiten werd aangehouden, waardoor het per ultimo 1958 berekende liquiditeitspercentage van 47,3 een lichte daling onderging tot 46,5 Beloop der liquide middelen en toevertrouwde middelen der aangesloten banken (in miljoenen guldens) Liquide middelen Liquide Toevertrouwde in der toevertr. Ultimo middelen middelen middelen 1955 856,6 1.795,9 47,7 1956 753,0 1.882,2 40,0 1957 803,7 1.996,8 40,2 1958 1.117,6 2.360,3 47,3 1959 1.274,9 2.748,4 46,5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1959 | | pagina 14