Functionarissen van de Centrale Bank woonden wederom de najaarsringvergaderingen bij, die gehouden werden ter bespreking van de te voeren rentepolitiek, nadat daaromtrent een advies door de Centrale Bank was uitgebracht. Evenals in voorgaande jaren werd er naar gestreefd naast de periodieke controle ten minste eenmaal bij alle banken een onverwachte kasopname te verrichten. Rapportering van de ge houden inspecties vond mede plaats aan het bestuur en de raad van toezicht van de betrok ken banken. De bezetting van de buitendienst bestond aan het einde van het verslagjaar uit 27 inspecteurs, 13 adjunct-inspecteurs en 11 assistenten. Hiervan waren 3 inspecteurs, 1 adjunct-inspecteur en 1 assistent aan het bijkantoor Groningen verbonden voor de controle van de banken in Gro ningen en het noordelijke deel van Drenthe. Voor de controle van een deel van de Friese banken waren in Friesland 1 inspecteur, 1 adjunct-inspecteur en 2 assistenten gevestigd. In Zee land was 1 inspecteur gevestigd, waaraan sedert kort een assistent-inspecteur is toegevoegd. Aan het rayonbureau te Arnhem was een inspecteur verbonden. Binnendie?ist De grotere vraag naar kredieten en voorschotten bij de aangesloten banken leidde tot een toe neming van het aantal dispensatie-aanvragen bij de Centrale Bank. Door de onderafdelingen van de inspectie-binnendienst die zich belasten met de beoordeling van dispensatie-aanvragen voor krediet- en voorschotverlening aan particuliere personen, niet-coöperatieve bedrijven, kerken, scholen en lagere publiekrechtelijke lichamen, werden in het afgelopen jaar in totaal 19.775 aanvragen behandeld, tot een totaalbedrag van 270.671.996,Het stemt tot vol doening, dat het aantal posten waarvoor geen goedkeuring kon worden gegeven, slechts zeer gering was. Dit resultaat is mede te danken aan de gunstige spaarontwikkeling in het verslag jaar, tengevolge waarvan de liquiditeit van de meeste aangesloten banken een ruimere krediet en voorschotverlening toeliet. Door de binnendienst werden voorts de dispensatie-aanvragen voor beleggingsuitzettingen beoordeeld. De beoordeling van bijzondere kredieten en leningen onder garantie van de Staat, een pro vincie, het Borgstellingsfonds voor de Landbouw of de waarborginstituten voor de tuinbouw, alsmede de financiering met inschakeling van het Onderling Waarborgfonds afdeling C, be hoorden eveneens tot het terrein van de inspectie-binnendienst. De onderafdeling begrotingen was belast met de controle en beoordeling van de door de aan gesloten banken ingezonden begrotingen van baten en lasten, waarbij adviezen inzake even tuele wijziging van voorwaarden en verbetering van de rentabiliteit werden verstrekt. Ook verrichtte deze onderafdeling vele voorbereidende werkzaamheden voor de najaarsringvergade ringen ter bespreking van de te voeren rentepolitiek. Door deze besprekingen werden in het al gemeen gunstige resultaten bereikt met betrekking tot een zekere mate van uniformiteit in de rentetarieven. Een volledige uniformiteit zal echter in verband met plaatselijke concurrentie- omstandigheden wel niet bereikbaar zijn. De binnendienst van de afdeling inspectie besteedde voorts aandacht aan de uitgebrachte inspectierapporten door na te gaan of aan de in deze rapporten gemaakte opmerkingen ge volg werd gegeven. Evenals vorige jaren verzorgde de afdeling belastingen de aangiften vennootschapsbelasting voor de aangesloten banken en voor diverse andere coöperatieve verenigingen. Diversen Een in november 1959 bij de aangesloten banken ingestelde enquête naar de mate waarin liquiditeitsmoeilijkheden als gevolg van de langdurige droogteperiode landbouwers noopten tot verzoeken om krediet gaf geen verontrustend beeld, doch daar een toeneming van dergelijke verzoeken wordt verwacht in het voorjaar van 1960 werd de mogelijkheid geopend tot ver lening van overbruggingskrediet in blanco. De samenwerking met het Borgstellingsfonds voor de Landbouw en met de diverse provin ciale waarborginstituten voor de tuinbouw was ook dit jaar wederom van vruchtbare aard. Het totale bedrag aan leningen in onze organisatie, verstrekt onder garantie van het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw, beliep per 31 december 1959 33.804.002,91, verdeeld over 4.285 posten. De per ultimo 1959 uitstaande garanties van de diverse provinciale waar borginstituten voor de tuinbouw voor in onze organisatie verstrekte leningen beliepen een totaal bedrag van 2.843.568,36. Het betrof hier 935 leningen tot een totaal bedrag van 7.574.545,11. Van deze leningen werd voorts 4.020.084,41 door het Borgstellingsfonds voor de Landbouw gegarandeerd, welk bedrag begrepen is in het hierboven genoemde bedrag van 33.804.002,91, dat door het Borgstellingsfonds aan garanties is verstrekt. Het Gezins-Begrotings-Instituut heeft in het afgelopen jaar wederom vele lezingen georgani seerd, waaraan medewerking werd verleend door lokale banken. Het Instituut herdacht in 1959 het feit, dat de samenwerking van de vier landelijke spaarorganisaties op het gebied van de voorlichting bij de gezinsbudgetering vijf jaren geleden tot stand kwam. Het bedrijf der aangesloten banken De na 1951 ononderbroken jaarlijkse stijging van de toevertrouwde middelen bereikte in het jaar 1959 met een bedrag van 326 miljoen een nieuw hoogtepunt, waarmede de reeds uit zonderlijke groei in het voorgaande jaar nog werd overtroffen. Met inbegrip van de over de spaargelden bij te schrijven rente namen de toevertrouwde middelen in de jaren 1958 en 1959 toe met ruim 750 miljoen, welk bedrag de gezamenlijke aanwas van de jaren 1952 tot en met 1957 benadert. De kredietverlening en beleggingen in eigen kring alsmede de overige uitzettingen ondergingen eveneens en dit in tegenstelling tot het jaar 1958 een sterke uitbreiding. Daar deze echter minder sterk was dan de stijging van de toevertrouwde middelen, ontstond een overschot aan middelen, dat bij de Centrale Bank werd gedeponeerd. Hierdoor steeg het tegoed in rekening-courant van de aangesloten banken bij de Centrale Bank met

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1959 | | pagina 11