Aan de algemene vergadering Mijne Heren, Raad van toezicht en bestuur Directie en personeel Het nieuwe gebouw Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 54 onzer statuten leggen wij hierbij aan u voor de rekening en verantwoording over 1957, bestaande uit het jaarverslag met de verlies- en winstrekening over 1957 en de balans per 31 december van dat jaar, vergezeld van een toelichting op de daarin voorkomende cijfers. In de op 13 juni 1957 gehouden algemene vergadering werd de raad van toezicht, die tot dat tijdstip uit 10 leden bestond, met een zetel uitgebreid. In verband hiermede werd de heer G. Schuyt Kzn. te St. Maartensbrug tot lid van de raad gekozen. De heren dr. A. J. Verhage te Wassenaar, J. Banis te Almelo en ir. B. D. van Schelven te Amersfoort, allen volgens rooster aan de beurt van aftreden, werden in de algemene ver gadering herkozen als leden van de raad. Mr. C. Th. E. graaf van Lijnden van Sandenburg te Neerlangbroek, volgens rooster aan de beurt van aftreden, werd in de algemene vergadering herkozen tot lid van het bestuur. Tot plaatsvervangend lid van het bestuur werd in de vacature, ontstaan door het aftreden in 1956 van de heer D. W. Lindenbergh, in dezelfde vergadering gekozen de heer N. J. H. Raat te Zeist. In de vacature, ontstaan door het eindigen van de last als zodanig van de heer N. J. H. Raat, werd tot plaatsvervangend lid van het bestuur in die vergadering gekozen de heer H. A. Wind te Sneek. Op 12 december 1957 benoemden wij, onder goedkeuring van de raad van toezicht, de heer H. J. Hendriksen, tot dusver adjunct-directeur, met ingang van 1 januari 1958 tot directeur. De heer Th. P. Meyer werd met ingang van 15 februari 1957 benoemd tot administrateur. De heer H. de Bie werd met ingang van dezelfde datum benoemd tot kassier. In april heeft de Centrale Bank de gebouwen aan de Kromme Nieuwe Gracht, waarin zij sedert 1924 gevestigd was, verlaten en het nieuwe kantoorgebouw, gelegen aan de St. Jacobsstraat, betrokken. De officiële opening werd op 9 mei 1957 verricht door de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, dr. S. L. Mansholt. Tevoren werden de ge nodigden, daartoe samengekomen in de Westerkerk, onder meer door de voorzitter van het bestuur en door de minister toegesproken. De voorzitter schonk in zijn openingswoord vooral aandacht aan de geschiedenis en de groei van de Centrale Bank; de minister wees in zijn rede op de grote betekenis van de boerenleenbanken in verleden en heden voor de financiering en daarmede voor de ontwikkeling van de Nederlandse landbouw. De nieuwe huisvesting betekent een grote verbetering. Ook nog op deze plaats past een woord van dank aan allen, die aan de totstandkoming daarvan hebben meegewerkt. 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1957 | | pagina 3