Centrale
Bank
De melkproduktie was, met een iets geringere melk
veestapel, ongeveer gelijk aan die van 1954. Wat de
afzet en de prijzen van zuivel- en melkprodukten be
treft zou van een lichte verbetering gesproken kunnen
worden, indien niet de afzet van consumptiemelk met
3 was gedaald en op het einde van het jaar de grote
kaasvoorraad zorgen had gewekt.
De prijzen van rundvee, zowel voor gebruiks- als voor
slachtdoeleinden, waren hoog. De export van fokvee
vertoonde een aanzienlijke stijging. De varkenshouderij
bereikte een ongekend grote omvang, doch had met
prijs- en afzetmoeilijkheden te kampen. De pluimvee
houderij boekte een nieuw record wat de produktie en
Ook voor 1955 kunnen de resultaten van het bedrijf
der Centrale Bank gunstig worden genoemd.
Hoewel de rente op de kapitaalmarkt in de loop van
het verslagjaar een geringe neiging tot stijgen ver-
loonde, kan niet gezegd worden, dat het een gemakke
lijke taak was de aan de Centrale Bank toevertrouwde
middelen zodanig te beleggen, dat de in het belang
der organisatie geachte stabiliteit van de rente, welke
aan de boerenleenbanken wordt vergoed voor de ge
deponeerde gelden, kon worden gehandhaafd.
Met ingang van 1 januari 1955 werd als factor, welke
deze rentevergoeding beïnvloedt, de omloopsnelheid
der spaargelden ingevoerd. Het was de bedoeling, dat
deze maatregel de werking van enige reeds in de rente
regeling opgenomen elementen tot wering van onechte
spaargelden zou versterken. Het feit, dat de toeneming
van het totaal der bij de aangesloten banken ingelegde
spaargelden in 1955 enigszins ten achter bleef bij de
stijging van het spaartegoed bij andere grote spaar-
instellingen, kan er op duiden, dat de boven vermelde
maatregel zijn uitwerking niet heeft gemist. Vooral in
tijden van teruglopende conjunctuur is het vaste
karakter der spaargelden, welke voor een organisatie
als de onze het voornaamste bestand van het werk
kapitaal vormen, van eminente betekenis.
De Algemene Vergadering hechtte in het verslagjaar
haar goedkeuring aan een wijziging der z.g. dispen
satieregeling, welke regeling ten doel heeft de ver
eiste liquiditeit bij de aangesloten banken te bewaren.
Werd voor de toepassing van deze regeling voorheen
uitsluitend het saldo-tegoed bij de Centrale Bank als
liquiditeit beschouwd, door de bedoelde wijziging zijn
ook de kas-, giro- en overige banksaldi, benevens het
Schatkistpapier en tot een beperkt percentage de
effecten als liquiditeiten in de regeling betrokken. Het
percentage der vereiste liquiditeit is verlaagd van 30
tot 25 welk percentage, wat de spaargelden be
treft, hoger is dan vereist is ingevolge de richtlijnen,
welke de Nederlandsche Bank kan toepassen.
De hantering van de beide genoemde regelingen,
twee belangrijke facetten van het bankbedrijf rakende,
n.1. de rentabiliteit en de liquiditeit, vereist uiteraard
een grote mate van wederzijds begrip tussen de samen-
de uitvoer van eieren en slachtpluimvee aangaat. De
prijzen waren iets gunstiger dan in 1954.
De export van groenten, bloemen, boomkwekerij
gewassen en bloembollen had een bevredigend verloop;
er konden doorgaans goede prijzen worden gemaakt.
De afzet van fruit van de oogst 1955 ondervond geen
moeilijkheden; de prijzen waren goed.
In het algemeen kan gezegd worden, dat het beeld van
produktie, afzet en prijzen in de agrarische sector in
1955 niet ongustig was. Daarmede is echter nog niets
gezegd van de financiële uitkomsten der bedrijven, die
ook in het afgelopen jaar in ongunstige zin beïnvloed
zijn door een stijging der produktiekosten.
werkende delen der organisatie: de boerenleenbanken
en de Centrale Bank, welk begrip ook in het afgelopen
jaar gelukkig ruimschoots aanwezig is gebleken te
zijn, zulks tot voordeel van boer en tuinder. Steeds
moet men er zich op bezinnen, dat enerzijds weliswaar
de organisatie een hechte eenheid vormt, doch dat
anderzijds de boerenleenbanken als coöperatieve ver
enigingen naar haar aard zelfstandige lichamen zijn
met eigen bestuur en eigen verantwoordelijkheid. De
Centrale Bank heeft als centrale vereniging dus niet
alleen een bindende taak, doch ook de uit haar dienst
verlening aan de leden voortvloeiende plicht die eigen
verantwoordelijkheid der aangesloten coöperaties te
prikkelen, zodat zij haar functie slechts goed kan ver
vullen door een voortdurend en diepgaand overleg
met haar leden-banken.
Het woord, dat H.M. Koningin Juliana in het najaar
van 1955 tot de Staten van de Nederlandse Antillen
sprak, is ook bij uitstek op onze organisatie van toe
passing het samengaan in vrijheid is de hoeksteen
van iedere werkelijke samenwerking.
Ier gelegenheid van de behandeling der begroting van
het Ministerie van Financiën hebben enige leden van
de Staten-Generaal het licht doen vallen op het tarief
naar hetwelk de plaatselijke boerenleenbanken in de
vennootschapsbelasting worden aangeslagen.
Van de zijde der regering werd medegedeeld, dat deze
aangelegenheid thans onderwerp van studie uitmaakt
in het kader van de voorbereiding der algehele her
ziening van het materiële belastingrecht.
Met behulp van garantie van het Borgstellingsfonds
voor de Landbouw, in welke instelling de samen
werking tussen landbouwvoorlichtingsdienst en land
bouwkrediet gestalte heeft gekregen, werden in het
afgelopen jaar weer verschillende agrarische inves
teringen door de organisatie gefinancierd.
In 1955 werd ook in Gelderland een provinciaal
waarborginstituut voor de tuinbouw opgericht.
Dergelijke instituten bestonden reeds in de provincies
Noord- en Zuid-Holland. Een vertegenwoordiger der
Centrale Bank nam zitting in het bestuur van dit in
stituut. De werkzaamheid van het borgstellingsfonds,
dat zich met zijn garanties beperkt tot 50 van het
te financieren bedrag, kan door deze instituten worden
aangevuld. Men zal zich echter steeds moeten blijven
realiseren, dat de persoon van de kredietnemer en de
rentabiliteit van het object de beste waarborgen zijn
voor een gezonde kredietverlening en dat de con
structie der zekerheid een aangelegenheid van het
tweede plan is.
Het Gezins-Begrotings-Instituut, waarin een samen
werking is geconcretiseerd tussen de Nederlandsche
Spaarbankbond, de Rijkspostspaarbank en de beide
centrale landbouwkredietbanken, heeft zich in het af
gelopen jaar in een toenemende belangstelling mogen
verheugen. Het Gezins-Begrotings-Instituut heeft met
het vestigen van de aandacht op de gezinsbudgetering
en het geven van adviezen op dit terrein, baanbrekend
werk verricht, dat vele gezinnen ten zegen kan zijn
De bouw van het nieuwe kantoorpand der Centrale
Bank aan de St. Jacobsstraat maakte in 1955 goede
vorderingen, al lag het werk in het begin van het jaar
tengevolge van de vorst geruime tijd stil.
Voor de jaarcijfers van het bedrijf der Centrale Bank
mogen wij verwijzen naar de balans en de verlies- en
winstrekening met de daarbij behorende toelichting.
Ook dit jaar werd een groot gedeelte van het accres
der spaargelden door de boerenleenbanken in eigen
kring uitgezet en nam het tegoed bij de Centrale Bank
niet toe met het bedrag van die aangroei.
De krediet- en voorschotverlening door de Centrale
Bank aan de centrale en regionale verenigingen, welke
zich bewegen op agrarisch terrein, onderging weder
om een uitbreiding. Ook het bedrag, waarmede lokale
coöperaties door boerenleenbanken werden gefinan
cierd, nam in het afgelopen jaar toe.
Het giro-verkeer breidt zich van jaar tot jaar uit; weder
om werden in 1955 hogere cijfers bereikt, zowel wat
het aantal posten als wat de bedragen betreft.
In totaal werden verwerkt, zowel aan ingekomen als
aan uitgaande giro's, via de Postcheque- en Girodienst,
commerciële banken en onderling giro-verkeer:
in 1954: 1.886.839 posten tot een bedrag van
3.832.379.125,28
in 1955: 2.195.707 posten tot een bedrag van
4.579.696.703,70.
De incassering van cheques, wissels en incassi be
reikte een ongeveer gelijke omvang als in 1954.
Het betalingsverkeer met het buitenland, de omzet
over onze buitenlandse bankrekeningen, de afgifte van
reisdeviezen, enz. vertoonden een lichte stijging ten
opzichte van het vorige boekjaar.
Het geldverkeer met de lokale banken was evenals
andere jaren van grote omvang en verschafte aan onze
kasafdeling veel werk.
Over het geheel mag de effecten-afdeling ook thans
weer op een gunstig jaar terugzien. De omzetten in
aan- en verkooporders vertoonden enige teruggang.
De emissie-bedrijvigheid nam evenwel sterk toe,
waardoor het totaalbeeld een grotere activiteit te
zien gaf.
De effectenportefeuille van de lokale banken, welke
in absolute cijfers toenam, bleef in verhouding tot de
andere activa stationair.
Uit het feit, dat de 3% %-lening Nederland 195511
na de emissie ter beurze beneden pari noteerde, blijkt,
dat de algemene rentevoet tot boven dit percentage
was aangetrokken. Het overweldigende succes van
diverse ondernemingen, behaald bij emissies, tegen
een rente van 3% bewijst echter, dat de algemene
rentevoet de 3^ toch niet overschreed en zich dus
tussen deze grenzen heeft bewogen.
De mechanisatie van de effectenadministratie stelde
ons in staat in het afgelopen jaar ook de verantwoor
ding der coupons mechanisch te verrichten, waarmee
onze service aan de lokale banken belangrijk werd
uitgebreid.
Naast de verzorging van de normale werkzaamheden,
zoals het geven van adviezen, het ontwerpen van
kredietaktes en andere contracten en het bestuderen
van voor de organisatie van belang zijnde onderwer
pen, houdt de juridische afdeling zich bezig met
werkzaamheden op verenigingsrechtelijk terrein. Hier
bij kan speciaal melding worden gemaakt van de
voorbereiding ener wijziging van de modelstatuten der
aangesloten boerenleenbanken. Het stemt tot ver
heugenis, dat de werkzaamheden, verbonden aan het
incasseren van achterstallige posten niet in omvang
toenamen.
Een steeds verder voortgaande ontwikkeling van de
aangesloten banken viel ook in het afgelopen verslag
jaar te constateren. Het aantal cliënten bij deze banken,
spaarders, rekening-couranthouders en voorschot
nemers bleef toenemen, terwijl het rekening-courant-
en giro-verkeer steeds grotere vormen aannam. Hier
door waren ook in 1955 weer enige banken genood
zaakt over te gaan tot het mechaniseren van haar
administratie, terwijl nog enkele andere banken een
dergelijke reorganisatie overwegen. De voorbereidingen
van deze mechanisaties, de besprekingen met besturen
en raden van toezicht, enz. vergen veel tijd, terwijl
meer dan andere jaren het geval was een beroep op
de afdeling inspectie werd gedaan om behulpzaam te
zijn bij het opmaken van de balans en om hulp te
verlenen bij ziekte, vakanties of voorkomende
vacatures.
Ook het aantal banken, dat meerdere malen per jaar
moet worden bezocht in verband met de omvangrijke
werkzaamheden bij deze instellingen, vertoonde een
stijging en bedroeg in het afgelopen jaar 83. Bij deze
banken hebben de besturen voor een belangrijk deel
de statutair voorgeschreven controletaak aan de af
deling inspectie overgedragen. Steeds meer wordt een
beroep op deze afdeling gedaan voor het bijwonen
van vergaderingen, het houden van cursussen en
lezingen op het gebied van het landbouwkrediet, ter
wijl in het afgelopen jaar tevens aandacht werd be
steed aan de kadervorming, door een aanvang te maken