8
invWH het afg«IoPen jaar hebben de weersomstandigheden een nadelige
bedS De akkerb °P U"k~t- de van het agrarisch
bed if De akkerbouwgewassen gaven een bevredigende opbrengst, maar de
kwaliteit der producten is door de aanhoudende regenval zeer Nadelig be-
waardooi de °DfT^e weer V®roorzaakte stag"a«e in de oogstwerkzaamheden,
dooi de arbeidskosten sterk zijn gestegen. Ook de uitgaven voor het drogen
der producten waren abnormaal lioog. g
In S°mifig<l Sebieden hebben zware regens in Augustus een zo grote
schade aangericht, dat op tal van bedrijven de oogst van veldvruchten vnl
aardappelen, verloren ging. De regering heeft een regeling in het leven ge
roepen, waardoor de getroffenen in het genot van erediet op speciale vol
waarden gesteld kunnen worden. Deze credieten zullen door de boerenleen
banken worden verstrekt. uueremeen
betreft |Jde voornaamste akkerbouwproducten
betreft, kan worden opgemerkt, dat tarwe, suikerbieten en koolzaad onder de
garantie van groep 1 vallen en dat zich derhalve geen bijzondere problemen
hebben voorgedaan, behalve de nadelen, welke de weersomstandigheden hebben
IZ°F AnderS Was het 8-eId met de prijzen der voedergranen, welke door
gaans aan de lage kant waren. Speciaal voor de rogge waren de prijzen teleur-
Voorde 7 h°T 1954 V0ÜI dit Pr°dUCt 6en toes'aSregehng ontworpen,
de onderscheidene strosoorten liepen de prijzen voortdurend op, doordat
r een grote behoefte bestond aan stro voor de veehouderij en door de hausse
m de kartonindustrie. Met de afzet van consumptie-aardappelen van de ooZ
1954 heeft het niet recht willen vlotten- de prijzen bleven op een onbevredigend
niveau. De prijzen voor pootaardappelen waren tevens lager dan het vorige jaar.
e situatie in de aardappelmeelindustrie was bevredigend, hoewel ook in deze
sectoi enige prijsdaling moest worden geconstateerd, welke zal resulteren in
lagere prijzen voor fabrieksaardappelen.
Ook voor de veehouderij zijn de omstandigheden niet voordelig ge
weest. Het voorjaar was schraal; hierdoor kwam de grasgroei laat aan de gang
De hooi-oogst viel tegen, de kwaliteit van het gewonnen hooi was matig De
natte herfst dwong tot vroegtijdig opstallen van het vee, dat in de zeer drassig
geworden weilanden niet langer kon verkeren. De melkproductie in 1954 waf
tenslotte nog iets groter dan in 1953. In de verwerking van de melk tot
zuivel- en melkproducten deden zich geen grote verschuivingen voor. De prijzen
van gecondenseerde melk lieten te wensen over. De kaasprijzen konden zich over
et algemeen behoorlijk handhaven; dit geldt in mindere mate voor de boter
bi, het Inkoopbureau voor Zuivelproducten (I.V.Z.) vond vrijwel geen inlevering
van kaas plaats; de inlevering van boter was vrij aanzienlijk. In de loop van de
zomer vonden ook vrij grote hoeveelheden magere melkpoeder hun weg naar het
j p het emde van het Jaar waren deze voorraden zonder verliezen goed
deels geruimd Het zuivelfonds en het stelsel der inleveringsprijzen hebben als
stabiliserende factoren wederom een nuttige rol vervuld.
De afzet van vee en vlees ondervond in 1954 minder zorgen dan die van
zuive producten Er werd op ruime schaal en tegen goede prijzen geëxporteerd.
Opvallend is de voortdurende uitbreiding van de varkensstapel, een ver
schijnsel, dat zich ook in andere landen voordoet. In ons land heeft de
toenemende productie vooral afzet gevonden in de vorm van vleeswaren waar
van de export zich sterk heeft ontwikkeld. Voor de uitvoer van hammen in blik
naar de Verenigde Staten waren omstreeks de jaarswisseling de vooruitzichten
9
minder gunstig, zulks als gevolg van de prijsdaling van varkensvlees daar
te lande.
Voor de pluimveehouderij was 1954 een gedenkwaardig jaar. Er werden
meer dan 2 milliard eieren geëxporteerd, een toename van ongeveer 25 in
één jaar. De prijzen waren dooreengenomen nog wel lonend, doch de prijsont
wikkeling geeft geen reden tot optimisme. De uitvoer van slachtpluimvee en
geslacht pluimvee was wederom zeer belangrijk en groter dan in 1953.
De tuinbouw had over het algemeen een goed iaar. De Nederlandse
groenteteelt is in mindere mate van het weer afhankelijk dan de buitenlandse.
Onze telers hebben kunnen profiteren van minder gunstige groei-omstandig-
heden in andere landen. Zij hebben tegen goede prijzen kunnen exporteren. In
tegenstelling met 1953 brachten ook de wintergroenten goede prijzen op. Voor de
sierteelt was het afgelopen jaar goed te noemen; bloemen en planten brachten
hoge prijzen op en werden op flinke schaal geëxporteerd om te voorzien in de
schaarste aan bloemisterijproducten, welke over vrijwel geheel Europa aan de
dag kwam. Voor de Boskoopse cultures was 1954 wederom een gunstig jaar.
Ook de bloembollencultuur had een goed jaar. De export liarer pro
ducten bereikte een record-hoogte. Wat de fruitteelt aangaat is op het moment,
dat dit verslag wordt opgesteld nog niet te zeggen, wat het resultaat
van het oogstjaar 1954 zal zijn. Er zijn hoge opbrengsten van appelen verkregen;
de oogst van peren was middelmatig. Tot einde Februari zijn alleen de prijzen
van de allerbeste kwaliteiten bevredigend geweest; voor de mindere kwaliteiten
kan geen bevredigend prijspeil bedongen worden. Grote hoeveelheden bewaar-
fruit wachten nog in de koelhuizen op hun bestemming. Hoewel het geenszins
uitgesloten is, dat ook ditmaal op het einde van het seizoen de prijzen zullen
aantrekken, wijst toch de ervaring van dit jaar weer op de grote betekenis van
de kwaliteitsverbetering van het Nederlandse fruit.
Centrale Bank. De resultaten van het bedrijf der Centrale Bank over 1954 kunnen
gunstig worden genoemd. Het bedrijf kon worden versterkt door voldoende
reservering en afschrijving. Ondanks de lage rentestand, welke de belegging der
aan de bank toevertrouwde middelen vaak tot een probleem maakte, kon de
rente, welke aan de aangesloten banken wordt vergoed voor de gedeponceide
spaar- en rekening-courant-gelden, vrijwel ongewijzigd worden gehandhaafd.
Bij het vaststellen van de rentevergoeding aan de boerenleenbanken
gaat het Bestuur ervan uit, dat het voor de Organisatie van belang is, dat deze
vergoeding zoveel mogelijk een stabiel karakter heeft. Het Bestuur dringt ei
verder bij de locale banken op aan het karakter der spaargelden zo zuiver moge
lijk te houden. In de bestaande renteregeling, welke reeds bepalingen inhield
strekkende tot wering van oneigenlijke spaargelden, werd dit element nog ver
sterkt door als factor, welke de rentevergoeding beïnvloedt, de omloopsnelheid
der spaargelden in te voeren. De desbetreffende regeling is in werking getreden
op 1 Januari 1955.
De voortdurende toename der aan de boerenleenbanken toevertrouwde
gelden was voor het Bestuur aanleiding de dispensatieregeling, welke in 1951,
onder de invloed van de Korea-conjunctuur, verscherpt was, opnieuw te bezien.
Als resultaat hiervan werd besloten de z.g. dispensatieregeling B te verruimen.
De voornaamste wijziging houdt in, dat het percentage der vereiste liquiditeit is
verlaagd van 30 tot 25