Rapport VAN DE FINANCIËLE COMMISSIE 1954. Onderling Waarborgfonds. 30 Vertegenwoordigers van de banken te Bodegraven, 't Zandt (Gr.) en 's-Heer Arends- kerke vormden m het afgelopen jaar de Financiële Commissie. De Commissie heeft op 8 Juli 1954 onverwachts een bezoek aan de Centrale Bank gebracht en daarbij m de eerste plaats het aanwezige kasgeld gecontroleerd met de boe- mgen; het saldo kwam met de boekingen over een. Nagegaan werden de omzet der spaar- ge den, welke direct bij de Spaarbank van de Centrale Bank zijn gedeponeerd, het verloop der credieten, verleend aan landbouworganisaties, terwijl verschillende punten uit het accountantsrapport werden besproken. Een tweede bezoek brachten de leden der Commissie op 17 November 1954. Ook bij deze gelegenheid vonden besprekingen plaats aan de hand van de accoun tantsrapporten terwijl ten besluite een bezoek aan de thans gemechaniseerde effecten- afdeling werd gebracht. De verschillende vragen met betrekking tot de administratie van de bij de Centrale Bank gedeponeerde waardepapieren gesteld, werden tot tevreden heid van de Commissie beantwoord. Het onderzoek van de balans en van de verlies- en winstrekening vond heden plaats; verschillende posten werden tot onze tevredenheid toegelicht. De Commissie spreekt haar dank uit voor de vlotte wijze, waarop de gevraagde inlichtingen werden verstrekt. ^fgraren' I De Financiële Commissie: i i (^r.), 30 Maart 1955. (w <0 H Los 's-Heer Arendskerke, 'g' - Los J- Jensema J. Dzn. H. A. Zandee 31 (Opgericht krachtens art. 54 (thans art. 9 sub 3) der statuten van de Centrale Bank). Deelgenoten van het Onderling Waarborgfonds zijn de Centrale Bank en de bij haar aangesloten locale banken. Het is verdeeld in drie afdelingen voor elke afdeling wordt een afzonderlijke administratie gevoerd. De balansen en rekeningen volgen op blz. 32 en 33. Volgens de bepalingen van het Reglement op het Fonds zijn de Centrale Bank en de locale banken onderling en tegenover elkander verbonden tot tegemoetkoming in schade, welke bedoelde verenigingen mochten lijden hij de Afdeling A. 1. door brand, diefstal, beroving, of oplichting in de zin van art. 326 Wetboek van Strafrecht 2. tengevolge van frauduleuze handelingen van haar personeel, of van degenen, die krachtens het besluit van het bestuur, goedgekeurd door de raad van toezicht, het kasbeheer waarnemen, een en ander voor zover betreft de geldswaarde en alles in de ruimste zm genomen (Schade, ten deze door de Centrale Bank geleden, wordt niet vergoed.) hij de Afdeling B. 1. door verliezen, veroorzaakt door bijzondere omstandigheden, voor zover zij hier door worden bedreigd in haar levensbestaan 2. door verliezen, welke de Centrale Bank mocht lijden op haar vorderingen op bij haar aangesloten verenigingen, welke wegens verliezen door bijzondere omstandig heden in haar levensbestaan worden bedreigd en bij de Afdeling C. door oninbaarheid van door die banken verstrekte voorschotten of credieten, waarvoor geen voldoende zekerheid kan worden gesteld, doch waarvan de verstrekking uit een oogpunt van algemeen of sociaal belang noodzakelijk werd geacht. (De hier be doelde voorschotten of credieten kunnen uitsluitend worden verstrekt aan leden der bij de Centrale Bank aangesloten verenigingen.)

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1954 | | pagina 16