20
Ook ra November vertonen de debetsaldi een beeld, dat tegengesteld is
aan dat, wat gezien de stijging der creditsaldi, verwacht zou mogen worden.
]o. mm,erS6 cred,tsaldl in lopende-rekening vertoonden in November ten-
van h TiqC n g Van gdden' verkregen uit oogstopbrengsten, een stijging
van bijna 19 millioen, terwijl de debetsaldi ook met 5.5 millioen stegen
Zelfs bij een eliminering uit het totaal van de door coöperatieve ver
enigingen, publiekrechtelijke- en semi-overheidslichamen in lopende-rekening
opgenomen bedragen blijkt, dat in November de debetsaldi slechts met o!
millioen g0n°men April was bil toepassing hiervan de stijging 3.8
debets ldDit T dei Cre,ditsaldi afwiJ'kende seizoenverloop van het totaal der
debetsaldi m lopende-rekening is dus slechts gedeeltelijk te verklaren uit de
mancienng van de coöperatieve verenigingen, hetgeen betekent, dat de
oorzien,ng met bednjfscrediet aan particulieren over het geheel bezien een
tamelijk constant karakter heeft.
De schommelingen in de debetsaldi worden overwegend veroorzaakt
door de door coöperatieve verenigingen opgenomen bedragen.
Zo is van de totale stijging der debetsaldi met 20.2 millioen ruim f 13
millioen veroorzaakt door de toegenomen credietbehoefte van coöperatieve
verenigingen. Dit tegengestelde seizoenverloop heeft dus tot gevolg, dat de
luctuaties m het tegoed van de aangesloten banken bij de Centrale Bank wor-
den verzwakt.
Overige p.
uitzettingen. 1 u "ovonöe uitzettingen wordt gevormd door die posten, waar-
bij het initiatief tot uitzetting, behoudens een enkele uitzondering, uitgaat van
de aangesloten banken zelf.
mi r w/o Sti,ging Va" het totaal van deze g™P met 8 millioen
tot 267.3 millioen komt tot uitdrukking, dat passende beleggingen in het ver-
slagjaar schaars waren.
Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat bij uitzettingen tegen
een rente van 3 a 3.25 aan het tegoed bij de Centrale Bank de benodigde
middelen moeten worden onttrokken, welke bij deze in feite een rente van 2 85
opbrengen zodat deze transacties in verband met looptijd en koersrisico niet
aanlokkelijk zijn.
De post „Effecten" steeg van 156.0 millioen tot 158.9 millioen, voor
namelijk als gevolg van de toegewezen inschrijvingen op de 3J< Nederland 1954.
Bij de leningen aan publiekrechtelijke lichamen overtroffen de af-
ossmgen het verstrekte bedrag, zodat deze leningen met 1.2 millioen afnamen.
Toch was het bedrag der aan gemeenten, waterschappen en polders
verstrekte leningen ad 5.0 millioen nog 1.6 millioen hoger dan in 1953,
In de groep „overige uitzettingen" vertonen de deelnemingen in dooi
de Centrale Bank verstrekte leningen de grootste toeneming, n.1. 3.5 millioen;
deze deelnemingen bezitten een totaal van 47.2 millioen.
In deze groep werden eveneens ondergebracht de door de aangesloten
buiken bij de Centrale Bank op termijn geplaatste gelden, daar deze niet tot de
liquiditeiten kunnen worden gerekend.
Het bedrag ad 15.3 millioen bestaat voornamelijk uit deposito's voor
vijf jaar vast.
21
Rentabiliteit. Bij de aangesloten banken is de voornaamste winstbron gelegen in de
marge tussen de rente voor uitzettingen en die voor spaargelden en creditsaldi
in lopende-rekening.
Hoewel de provisie-baten een stijgende lijn vertonen, bedragen deze nog
slechts ongeveer 12 van de totale rentewinst.
Hieruit volgt, dat het verloop van toevertrouwde gelden en uitzettingen
van zeer veel belang is voor de rentabiliteit. Daar evenwel de rente van spaar
gelden en creditsaldi, als ook die voor de credietverlening en beleggingen in
eigen kring jaarlijks opnieuw worden vastgesteld, is de gevolgde rentepolitiek
van nog meer belang.
In 1954 nu werden de debetrentetarieven in het algemeen verlaagd,
waarbij evenwel de renteverlaging voor spaargelden zodanig ten achter bleef,
dat hierdoor in onvoldoende mate compensatie zal zijn verkregen.
In verband met de stijging, zowel van toevertrouwde gelden als van
uitzettingen, kan echter verwacht worden, dat de rentewinst over 1954 die van
1953 zal overtreffen, hetgeen eveneens, gezien de toegenomen dienstenverlening,
het geval zal zijn met de provisie-baten.
De nog steeds stijgende kosten vormen een factor van betekenis.
Onder de huidige omstandigheden kan bij toepassing van juiste rente-
en provisietarieven in het algemeen wel een zodanig resultaat worden verkregen,
dat een reserve-vorming, welke mede met het oog op de voortdurende stijging
van toevertrouwde middelen en uitzettingen geboden is, kan plaats vmden.
In 1954 kon aan de reserves o.m. door bijschrijving van de over 1953
behaalde resultaten een bedrag worden toegevoegd van 5.4 millioen, waardoor
deze een stand bereikten van 65.8 millioen.