22
Deposito- op 31 December 1952 stond uit voor een be-
obhjïaties.
drag van4.666.000,-
Per 31 December 1953 vond de toewijzing plaats
van twee series ad 500.000,3% 10-jarige stukken,
serie H en serie J1.000.000,-
5.666.000,-
Door uitloting verminderd met618.000,-
zodat op 31 December 1953 nog uitstond voor een be
drag van5.048.000,-
Invaliditeits-
fonds.
Uitbreidingsfonds
gebouwen.
Reserve vennoot
schapsbelasting.
Crediteuren,
borgtochten en
garanties.
Crediteuren
termijn=affaires.
Op 31 December 1952 was hiervoor gereserveerd
Op grond van de berekening van onze actuaris
werd hieraan ten laste van de „Verlies- en Winstreke
ning" toegevoegd
Op 31 December 1952 was hiervoor gereserveerd
een hedrag van
Toevoeging ten laste van de „Verlies- en Winst
rekening" van het lopende boekjaar
Op 31 December 1952 was hiervoor gereserveerd
een bedrag van
Betaald .werden in de loop van het verslagjaar
a. de navordering vermogensaanwas-
belasting146,—
b. het restant voorlopige aanslag ven
nootschapsbelasting 1952 1.417.592,40
Aan deze reserve toegevoegd
a. voor belasting boekwinst molest-
claim verloren geraakte kasdepöts
b. ten laste van de „Verlies- en Winst
rekening" een bedrag van 1.900.000,
onder aftrek van reeds betaalde
voorlopige vennootschapsbelasting
1953 717.484,—
Op 31 December 195.3 gereserveerd
Verplichtingen, ontstaan in verband met door ons
afgegeven borgtochten en garanties.
Op deze rekening komen de te gelegener tijd
vervallende verplichtingen voor uit hoofde van termijn
aankopen in vreemde valuta.
450.000,—
50.000,—
500.000,—
2.100.000,—
400.000,—
2.500.000,—
1.715.346,45
1.417.738,40
297.608,05
8.500,—
1.182.516,—
1.488.624,05
23
Locale banken,
zegeldepöt.
Verplichtingen tegenover het Bedrijfspensioen
fonds voor de Landbouw, voortvloeiende uit de bij de
locale banken en andere instellingen voorradige premie-
zegels op 31 December 1953.
Locale banken,
vacantiebonn-en-
depöt.
Verplichtingen tegenover het Vacantiefonds voor
de Landbouw, voortvloeiende uit de bij de locale banken
en andere instellingen voorradige vacantiebonnen op
31 December 1953.
Na aftrek van de hiervoren reeds vermelde reserveringen en afschrij
vingen geeft de „Verlies- en Winstrekening" per ultimo 1953 een saldo aan
van 826.203,84, te vermeerderen met het onverdeelde saldo over 1952 ad
96.588,63, tezamen 922.792,47.
Wij stellen voor hiervan een bedrag van 400.000,toe te voegen
aan de „Reserve", waardoor deze zal stijgen tot 9.200.000,voorts een
bedrag van 100.000,te reserveren tegen debiteuren en te boeken onder
„Crediteuren" en een bedrag van 125.000,toe te voegen aan „Reserve voor
risico effecten". Het restant ad 297.792,47 zal dan naar nieuwe rekening
kunnen worden overgebracht.
De controle over de administratie der Centrale Bank werd ook ge
durende dit jaar door de heren Jonkers de Jong, accountants te Rotterdam,
gevoerd.
Tenslotte spreken wij onze grote waardering uit voor de arbeid van
de functionarissen der aangesloten banken, die in hoge mate heeft bijgedragen
tot de goede gang van zaken in onze organisatie. Ook de directie en het perso
neel van onze instelling zeggen wij gaarne dank voor de toewijding, waarmede
zij ook in 1953 de belangen van de Centrale Bank hebben gediend.
Het Bestuur
G. MINDERHOUD, Voorzitter.
S. F. A. C. M. VAN WIJNBERGEN, Secretaris.
W. RIP.
J. L. HOOGLAND.
C. Th. E. VAN LIJNDEN VAN SANDENBURG.
UTRECHT, Maart 1954.