10
ganda-avonden en voorlichtingsavonden op vrij ruime schaal een algemene
propaganda gevoerd.
Met artikelen en publicaties in de eigen uitgaven werden de verschil
lende plannen en acties ondersteund.
In het geld-, met name het giroverkeer, werd in de loop van het ver
slagjaar een wijziging gebracht, die weliswaar tot toeneming van de interne
werkzaamheden leidde, doch anderzijds het voordeel van aanmerkelijk snellere
verwerking gaf. Door deze wijziging vond een verschuiving van de vergelij-
kingscijfers plaatsuit het totaal-overzicht blijkt echter in dit verslagjaar
wederom een stijging van het aantal posten bij een vrijwel gelijkblijvend omzet
cijfer.
Het giroverkeer en de kasdisposities over onze rekeningen bij de Neder-
landsche Bank vertoonden een sterke stijging. Het incasseren van c-hèques,
wissels en ineassi op binnen- en buitenland was vrij belangrijkde omzet over
onze buitenlandse bankrekeningen, die aanmerkelijk uitgebreid zijn, vertoont
een stijging van betekenis, terwijl ook de afgifte van reisdeviezen belangrijk
groter was dan in voorgaande jaren.
Op de afdeling Effecten stond de activiteit tijdens het verslagjaar sterk
in het teken van de woningbouw- en burgerzinleningen en de zeer vele emissies
van gemeenten en semi-overheidsinstellingen. 'Naast de normale werkzaam
heden, als aan- en verkoop van fondsen, de verzilvering van coupons en divi
denden, bleven voorts ook de werkzaamheden, verbonden aan de mogelijkheid
tot betaling van belasting met effecten, zeer omvangrijk.
De werkzaamheden van de Kasafdeling waren wederom van aanzien
lijke omvang. Het geldverkeer met de locale banken vormt verreweg het
grootste deel van de activiteit dezer afdeling.
Ook dit jaar bleek „de Raiffeisen-Bode" de aangewezen plaats om de
bestuurders en de kassiers der aangesloten banken de voorlichting te geven,
welke voor een goede bedrijfsvoering van belang is.
De Materiaalafdeling nam weer voor een belangrijk deel de materiaal
voorziening van de locale banken en van de Centrale Bank voor haar rekening.
Tengevolge van de volledig doorgevoerde mechanisatie der boekhouding
kon de administratie zich vlot aanpassen aan de gang der werkzaamheden.
11
Toevertrouwde
middelen.
Het bedrijf der aangesloten banken.
Als gevolg van de zeer grote vraag naar credieten en voorschotten, waar
aan de aangesloten banken in de na-oorlogsjaren moesten voldoen, vertoonde
het saldo-tegoed der boerenleenbanken bij de Centrale Bank jaarlijks een be
duidende afneming. Zo steeg in de jaren 1947 tot en met 1951 het bedrag der
voorschotten en debetsaldi in lopende-rekening met 320 millioen.
De middelen hiervoor werden niet verkregen uit nieuwe besparingen,
zodat op de bij de Centrale Bank gedeponeerde gelden een beroep moest
worden gedaan.
In het jaar 1952 heeft deze ontwikkeling zich niet voortgezet. De in de
verslagperiode aan de boerenleenbanken toevertrouwde gelden zijn dermate
gestegen, dat de groei der uitzettingen hiermede ruimschoots kon worden ge
financierd. Zoals uit de hieronder opgenomen verzamelbalans blijkt, nam het
saldo-tegoed van de locale banken bij de Centrale Bank toe van 578.4 millioen
(inclusief rente) tot 637.8 millioen (exclusief rente), een stijging derhalve van
59.4 millioen. Na bijschrijving der rente ad ongeveer 13.2 millioen bedraagt
de toeneming 73.6 millioen. Het verschil tussen het saldo-tegoed van de locale
banken bij de Centrale Bank volgens de onderstaande verzamelbalans ad 637.8
millioen en het bedrag van het tegoed van de locale banken volgens de balans
der Centrale Bank ad 652.1 millioen wordt behalve door overlopende posten
in hoofdzaak verklaard door de door de Centrale Bank reeds bijgeschreven
rente ad 13.2 millioen.
Verkorte verzamelbalans der banken, aangesloten bij Utrecht.
(Cijfers in millioenen guldens)
ACTIVA PASSIVA
31-12-'51 31-12-'52 31-12-'51 31-12-'52
Netto Bruto Netto Bruto
Centrale Bank 578.4 637.8 Vrije reserves 52.0 55.8
Overige liquiditeiten 27.9 28.2 Spaargelden 1.044.9 1.118.0
Debetsaldi 238.3 237.9 Creditsaldi in l.-r. 195.5 223.4
Beleggingen 442.0 491.3 Centrale Bank 0.1 0.0
Diverse rekeningen 26.0 33.9 Diverse rekeningen 20.1 JU.9
1.312.6 1.429.1 1.312.6 1.429.1
De volledige balansen zijn als bijlage XI opgenomen.
Spaargelden.
De terugslag in de bij de boerenleenbanken gedeponeerde spaargelden
tengevolge van het conflict in Korea kwam eerst in de maand Augustus 1951 tot
staan, waarna een geleidelijke verbetering volgde, terwijl in de twee laatste
maanden van 1951 - mede als gevolg van seizoensinvloeden - de besparingen
vrij aanzienlijk waren. Deze toename der spaargelden zette zich ook in de
maanden Januari en Februari voort, waarna in Maart de terugbetalingen de in
lagen met bijna 2 millioen overtroffen, gevolgd door een nog sterkere teruggang
in April nl. van bijna 13 millioen, waardoor weer nagenoeg hetzelfde peil werd
bereikt als per 31 December 1951. Ongetwijfeld zijn de nationale woningbouw
leningen mede de oorzaak van het belangrijke terugbetalingsexcedent in deze
maand. Na April zijn de spaargelden ononderbroken toegenomen, waarbij in de
laatste vijf maanden van 1952 en bijzonder in November het inlagen-overschot
zeer aanzienlijk was. De terugbetalingen van het restant ad 35 millioen der