20 Op 31 December 1951 was onder het hoofd „Reserve bijzondere belangen" gereserveerd voor pension nering van kassiers van 40 jaar en ouder 649.995,68 Op grond van het besluit der Algemene Vergadering in de loop van 1952 overgeboekt naar de Stichting Pen sioenvoorziening Kassiers f 641,57 Vennootschapsbe lasting 176.206,68 176.848,25 473.147,43 Daar verdere handhaving van deze reserve niet meer noodzakelijk is, werd van dit bedrag f 73.147,43 onder „Crediteuren" gereserveerd en f 400.000,over gebracht naar de „Reserve". Crediteuren borg- Verplichtingen, ontstaan in verband met door ons tochten en garanties. afgegeven borgtochten en garanties. Locale banken, Verplichtingen tegenover het Bedrijfspensioen- zegeldepöt. fonds voor de Landbouw, voortvloeiende uit de bij de locale banken en andere instellingen voorradige premie zegels op 31 December 1952. Locale banken, Verplichtingen tegenover het Vacantiefonds voor vacantiebonnendepót. jg Landbouw, voortvloeiende uit de bij de locale banken en andere instellingen voorradige vacantiebonnen op 31 December 1952. Na aftrek van de hiervoren reeds vermelde reserveringen en afschrij vingen geeft de „Verlies- en Winstrekening" per ultimo 1952 een saldo aan van 1.023.210,80, te vermeerderen met het onverdeelde saldo over 1951 ad 73.377,83, tezamen 1.096.588,63. Wij stellen voor hiervan een bedrag van 1.000.000,— te reserveren onder „Crediteuren" voor eventuele tegemoetkomingen in de nadelige gevolgen van de overstromingsramp zowel bij de boerenleenbanken als bij de Centrale Bank en 96.588,63 over te brengen naar nieuwe rekening. De controle over de administratie der Centrale Bank werd ook ge durende dit jaar door de heren Jonkers de Jong, accountants te Rotterdam, gevoerd. Aangezien de fiscus zich op het standpunt stelt, dat de bijdragen ten gunste van de „P.O.K." niet als een bedrijfslast voor de Centrale Bank zijn te beschouwen, is de hierop verschuldigde belasting ten laste van de „Reserve bijzondere belangen" geboekt. 21 Tenslotte spreken wij onze grote waardering uit voor de arbeid van de functionarissen der aangesloten banken, die in hoge mate heeft bijgedragen tot de goede gang van zaken in onze organisatie. Ook de directie en het perso neel van onze instelling zeggen wij dank voor de toewijding, waarmede zij ook in 1952 de belangen van de Centrale Bank hebben gediend. Het Bestuur G. MINDERHOUD, Voorzitter. S. F. A. C. M. VAN WIJNBERGEN, Secretaris. W. RIP. J. L. HOOGLAND. UTRECHT, Maart 1953.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1952 | | pagina 11