8 tijdens de inspecties waren vruchtdragend en versterkten het bestaande contact met de Centrale Bank. De inspectie is centraal georganiseerd, behoudens in Groningen en Zee land, waar rayonbureaux zijn gevestigd, die tevens als contactpunten en infor matiebronnen belangrijke diensten bewijzen. De binnendienst verwerkt o.m. gegevens, door de buitendienst ver zameld en verzorgt de statistiek betreffende de organisatie. Tevens worden hier maandelijks de opgaven voor de Nederlandsche Bank in verband met de Alge mene Vergunning 40D samengesteld, zulks aan de hand van de boerenleenbank maandstaten, hetgeen een omvangrijke arbeid vereist. De door de banken ingediende begrotingen worden beoordeeld en op grond hiervan worden talrijke adviezen gegeven inzake de te voeren rente- politiek, terwijl ook instructief nuttig wordt gewerkt. Juridische afdeling. Vergeleken bij de voorafgaande jaren viel in de loop van het jaar 1951 steeds duidelijker te constateren, dat zich geleidelijk aan een wijziging in de aard van het werk dezer afdeling gaat voltrekken. Het zgn. incasso-werk, in de laatste oorlogsjaren en de eerste na-oorlogse jaren tot een minimum beperkt, ging name lijk weer meer tijd en aandacht vragen. Daartegenover waren er in de tweede helft van het jaar minder akten voor credietverstrekking tegen bijzondere zeker heid te verzorgen. In Juni 1951 is de afdeling uitgebreid door de komst van een vijfde jurist. Andere afdelingen. In 1951 zijn de resterende definitieve aangiften vennootschapsbelasting 1949 en ondernemingsbelasting 1950, alsmede voor nagenoeg alle banken de definitieve aangiften vennootschapsbelasting 1950, behandeld. De thans afgeschafte ondernemingsbelasting is het laatst geheven over het belastingjaar 1950 (boekjaar 1949 of 1948/1949). Voor de boerenleenbanken drukte deze belasting niet zwaar meer sedert de wet van 5 Februari 1948 de aftrek van een aanzienlijk deel der rente-baten had mogelijk gemaakt, waardoor voor tal van banken bij de aangifte voor de ondernemingsbelasting negatieve bedrijfsopbrengsten ontstonden Tegenover de afschaffing der ondernemingsbelasting kwam een verho ging van het tarief der vennootschapsbelasting te staan. Dat de afschaffing van de ondernemingsbelasting voor de boerenleen banken geen volledige compensatie vormt voor de verdubbeling van het voor haar geldend tarief vennootschapsbelasting, blijkt uit onderstaand vergelijkend overzicht van de jaren 1949 en 1950. Hierbij dient in aanmerking te worden ge nomen, dat de totaal-belastbare winst van de boerenleenbanken tezamen in 1950 ongeveer 960.000,— lager was dan in 1949. jaar Totale aanslag Totale aanslag Totale vennootschapsbel. ondernemingsbel. belasting 1949 486.000,- 91.000,- 577.000,- 1950 780.000,- -,- 780.000.- De belastinginspecties hebben haar achterstand in de aanslagregeling nagenoeg ingelopen. Behoudens enkele uitzonderingen zal het derhalve gedaan 9 zijn met de regen van aanslagbiljetten, die ook de boerenleenbanken in 1950 en vooral in 1951 op zich zagen neerkomen. De activiteit op het gebied van de propaganda was er grotendeels op gericht de spaarbanken van de boerenleenbanken te versterken. In dit verband werd verdere uitbreiding gegeven aan het jeugd- en schoolsparen. Door deel te nemen aan de actie van de Nationale Spaarraad, werd getracht de band met de jeugd te verstevigen. Ook langs andere wegen werd het belang van het sparen op de voor grond gebracht en in ruime mate werden aan de locale banken middelen ver strekt om hun propaganda-plannen tot uitvoering te brengen. Geleidelijk aan worden verschillene werkwijzen ontwikkeld, die een differentiatie brengen in de mogelijkheden om te sparen, waarmede een aanslui ting wordt verkregen op de bestaande wensen en behoeften. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de nodige voorlichting, zowel ten aanzien van de aan gesloten banken als van het plattelandspubliek in het algemeen. Ook hierbij werd van verschillende propaganda-media gebruik gemaakt. Een advertentie campagne van bescheiden omvang bleef beperkt tot de vak- en organisatiepers van land- en tuinbouw. Naast de normale transacties van in- en verkoop van fondsen, alsmede de verzilvering van coupons en dividenden, enz., heeft de effecten-afdeling haar werkzaamheden, verbonden aan de mogelijkheid tot betaling van belasting met staatobligaties, voortgezet. Bovendien vergde de behandeling van de na-aan melding van fondsen voor de effecten-registratie nog zeer veel arbeid. De werk zaamheden, verbonden aan het kluisbeheer, namen gedurende het verslagjaar be langrijk in omvang toe. De loket- en verzendwerkzaamheden van de kas-afdeling vertoonden ten opzichte van voorafgaande jaren een stijgende lijn. Ook dit jaar bleek „de Raiffeisen-Bode" de aangewezen plaats om de bestuurders en de kassiers der aangesloten banken de voorlichting te geven, welke voor een goede bedrijfsvoering van belang is. De materiaal-afdeling nam weer voor een belangrijk deel de materiaal voorziening van de locale banken en van de Gentrale Bank voor haar rekening. De volledige mechanisatie der boekhouding maakte het mogelijk het toenemend aantal posten vlot te verwerken. Het bedrijf der Als gevolg van mutaties in de toevertrouwde gelden en in de uitzettingen aangesloten banken. daalde het saldo-tegoed van de locale banken bij de Centrale Bank volgens de hieronder opgenomen verkorte verzamelbalans der aangesloten banken van 648.6 millioen (inclusief rente) tot 566.8 millioen (exclusief rente)een daling derhalve van 81.8 millioen. Rekening houdende met de bij te schrijven rente ad ongeveer 11.6 millioen bedraagt de afneming omstreeks 70.2 millioen. De schuld van enkele locale banken bij de Centrale Bank nam af met 2.8 millioen tot 0.1 millioen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1951 | | pagina 5