M 31 Deo. 1949 31 Dcc. 19.50 Geblokkeerd tegoed 20.1 nihil Optietegoed Kui nihil Beleggingstegoed 95.3 614 125.4 61.4 De uit de voorschriften der geldsanering voortspruitende geblokkeerde- en optierekeningen zijn derhalve afgewikkeld, terwijl ook de beleggingsreke ningen t'oor een belangrijk deel zijn geliquideerd. Deze rekeningen zullen 11a twee jaar geheel uit de boeken der banken verdwenen zijn. Onder beleggingen van boerenleenbanken worden o.a. begrepen het bezit aan effecten, leningen op lange termijn aan publiekrechtelijke lichamen, aan coöperaties en aan andere rechtspersonen, en de hypotheken. Het effecten bezit steeg met 15.6 millioen tot 148.8 millioen, de leningen aan publiek rechtelijke lichamen (gemeenten en waterschappen) namen in 1950 toe met een bedrag van 3.7 millioen. De behoefte aan kapitaal voor investeringen was dit jaar weer van betekenis. De leningen aan coöperatieve verenigingen, kerken, scholen voor landbouwhuishoudonderwijs en andere instellingen stegen met ongeveer 12.1 millioen. Uit de stijging van het bedrag der hypotheken met 40.4 millioen bleek de behoefte aan kapitaal op lange- en op middelbare termijn voor aankoop of herstel van boerderijen en voor andere investeringsdoeleinden. Ook bleek de vraag naar hypothecaire geldleningen voor nieuwbouw in verband met de financieringsregelingen woningbouw ook dit jaar weer beduidend. Onder de debetsaldi worden in verband met de bepalingen van de algemene vergunning 40 D van de Nederlandsche Bank bij onze boerenleen banken behalve de debetsaldi in rekening-courant tevens begrepen de voor schotten aan natuurlijke personen zonder hypothecaire dekking en die aan rechtspersonen met korte looptijd. De stijging der debetsaldi in 1950 was be langrijk. maar niet onrustbarend. In de eerste plaats is sterke credietbehoyfte ontstaan door de inning van heffingen en van achterstallige belastingen. Voorts is de stijging veroorzaakt door de behoefte aan middelen voor het verdere herstel van het bedrijfsleven ten plattelande, in het bijzonder in de agrarische sector, waarin gedurende de oorlog een belangrijke beperking van de veestapel en inschrompeling van het veredelingsbedrijf plaats vond, noodzakelijke ver nieuwingen werden nagelaten en de productiviteit van de bodem ten achter was gekomen door de geringe bemestingsmogelijkheid. Ter betaling van de nood zakelijke bedrijfsbenodigdheden tegen sterk gestegen prijzen en om de bedrijfs voering door mechanisatie der individuele bedrijven en door verbetering en vernieuwing van de apparatuur der landbouwcoöperaties doelmatiger en ratio neler te doen verlopen, waardoor naast besparing van arbeidstijd en arbeids krachten, opvoering van productie kan worden verkregen, werden vele gelden opgenomen. Vergelijken wij de cijfers der debetsaldi per 1 Januari 1950 met die van September 1950, dan constateren wij een stijging van 182.1 millioen tot 211 millioen of van 15.9 een percentage, waaruit blijkt, dat van een onrust barende expansie geen sprake is geweest. Beter spreekt nog een andere ver- 15 gelijking, n.1. die tussen het cijfer der debetsaldi per 31 December 1939 en dat per 30 September 1950, respect, 154.5 millioen en 211 millioen. Deze doet ons zien, dat, rekening houdende met de sterk gestegen prijzen over de gehele linie (of, zo men wil, met de sterk gedaalde koopkracht van de gulden sinds 1939), de credietuitzetting per 31 December 1939 verhoudingsgewijze zelfs belangrijk hoger was dan thans. Zoals reeds in het algemene gedeelte van dit verslag is opgemerkt, be horen tot de gebeurtenissen van zeer ingrijpende betekenis voor het boeren leenbankwezen de in begin December 1950 door de Nederlandsche Bank afge kondigde credietbeperkingsmaatregelen. Het is o.i. niet voor bestrijding vatbaar, dat in de huidige moeilijke omstandigheden en in het bijzonder gelet op de ongunstige betalingsbalans en het deficit op de begroting, maatregelen van de overheid gewettigd kunnen zijn om het inflatiegevaar te keren. In het bijzonder heeft de Nederlandsche Bank als beschermster van het monetaire evenwicht ten deze een dure plicht. Ofschoon wij erkentelijk zijn voor het volledig begrip, dat de directie van de Nederlandsche Bank bij de voorafgaande besprekingen heeft getoond voor de bijzondere structuur van de landbouwcredietbanken, mogen wij niet verhelen, dat wij bij de practische uitwerking op bezwaren stuiten, die door ons onder de aandacht van de Nederlandsche Bank zijn ge bracht en voor welke, naar wij vertrouwen, alsnog door nader overleg een oplossing zal kunnen worden gevonden. Toelichting bij de Balans De meeste balansposten spreken voor zichzelfhieronder volgt slechts dan een omschrijving daarvan, indien de korte aanduiding op de balans daar toe aanleiding geeft. Ten aanzien van de activa van de balans: Deposito's en bankpapier in vreemd geld. 's Rijks Schatkist. Effecten. De tegenwaarde van vreemd geld in portefeuille en van saldi in vreemde valuta, uitstaande bij buiten landse correspondenten zowel voor eigen rekening als voor rekening van derden. Op speciale voorwaarden was per 1 Januari 1950 geplaatst een bedrag van99.380.000.00 In de loop van dit jaar is dit bedrag vermeer derd met10.000.000.00 zodat op 31 December 1950 was geplaatst een bedrag van 109.380.000.00 Op 31 December 1949 was het effectenbezit op de balans opgenomen voor171.062.947.19 In 1950 is dit bezit door aankoop vermeerderd met 12.464.593.13 183.527.540.32 door uitloting verminderd met473.700.00 Transporteren 183.053.840,32

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1950 | | pagina 8