22
ACCOUNTANTSVERKLARING.
Ondergetekenden verklaren, dat zij de boekhouding en de jaarstukken over 1950
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht hebben gecontroleerd.
Op grond van hun onderzoek zijn zij van mening, dat de balans per 31 Decem
ber 1950 en de bijbehorende resultatenrekening een juist beeld geven van resp. de
financiële toestand per die datum en van de resultaten in 1950 behaald.
ROTTERDAM, 9 Maart 1951.
JONKERS DE JONG.
(w.g.) A. C. J. Jonkers.
23
Aan
de Algemene Vergadering der Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank, gevestigd te Utrecht.
Ter voldoening aan het bepaalde bij artikel 32 der statuten hebben wij de eer U
hierbij mede te delen, dat door twee leden uit ons midden daartoe aangewezen, controle
ten kantore der Centrale Bank is gehouden.
Gemelde leden mochten ervaren, dat de boekhouding accuraat werd gehouden.
Zij hebben de verlies- en winstrekening en de balans der Centrale Bank over het
twee en vijftigste boekjaar overeenkomstig de boeken bevonden.
Wij geven U in overweging het voorstel van het Bestuur tot winstbesteding
goed te keuren.
UTRECHT, 22 Maart 1951.
De Raad van Toezicht
D. W. Lindenbergh, Voorzitter.
C. S. van Beuningen, Secretaris.
W. J. Klein Lankhorst.
N. J. H. Raat.
M. P. van der Weijden.
H. A. Wind.
A. J. Verhage.
J. Banis.
G. J. Wilms.
W. H. Reinders.