12 ztmdcre' dneteinÜ" Overwegingen van fiscale aard noodzaakten ln en' ons om in afwijking van de regeling in het vooraf gaande boekjaar het saldo der in 1947 ontvangen restituties niet over te brengen naar het Onderling Waarborgfonds Afd. C.. Reserve Belastingen. Op 31 December 1946 was hiervoor gereser veerd een bedrag vanf 4.382.42M7 betaald aan Vennootschapsbelasting 1945 (voorl. aanslag)1.430,308,— Betaald aan Vermogensaanwas- belasting (voorl. aanslag) 1.446.635,50 2.876.943,50 D 1.505.482,87 Keserve Vennootschapsbelasting 1947 1.100.000,— Reserve belastingdoeleinden 2 505 482 87 Uitbreidingsfonds Op 31 December 1946 was hiervoor gereser- gebouwen. veerd een bedrag van500 000 Te vermeerderen met 25o!o0o',— 750.000,— beTan"0 b'iz°ndcre Reservering o.a. ter tegemoetkoming in de pensioenregelingen voor kassiers der locale banken en in de kosten van herstel en nieuwbouw van ge deeltelijk of geheel verwoeste kantoorgebouwen der locale banken. Per 31 December 1946 In 1947 betaald voor aanvulling op toegekende pensioenen Veiligheidshalve is hieraan toegevoegd een bedrag van 600.000,— 6.909,17 593.090,83 206.909,17 800.000,— Na aftrek van de hiervoren reeds vermelde reserveringen en af- schrijvingen geeft de Verlies- en Winstrekening een saldo aan per 31 December 1947 van 1.653.110,15. Wij stellen voor om van dit winstsaldo een bedrag van f 250.000. als een speciale reserve onder „Crediteuren" te boeken. Wij zijn namelijk, ten einde de belangen van de land- en tuinbouw onder de huidige, vaak zeer moeilijke omstandigheden te bevorderen, zo nu en dan genoodzaakt, deel te nemen in ondernemingen, mede te werken aan plannen, of be paalde credieten te verlenen, die naar ons oordeel meer dan normale risico's met zich brengen, waartegen wij menen, dat tijdig speciale voorzieningen getroffen moeten worden. Voorts geven wij in overweging om een be drag van 400.000,— toe te voegen aan „Reserve voor risico effecten", 13 waardoor deze zal stijgen tot een bedrag van 3.500.000,en een bedrag van 1.000.000,toe te voegen aan de Reserve, welke daardoor zal stijgen tot een bedrag van 6.500.000,de gezamenlijke reserves zullen dan 10.000.000,bedragen. Het nog resterend bedrag groot f 3.110,15 stellen wij tenslotte voor over te brengen naar nieuwe rekening. UTRECHT, Februari 1948. Het Bestuur S. E. B. BIEREMA, Voorzitter. J. S. KEYSER, Secretaris. J. L. NYSINGH. S. F. A. C. M. van WIJNBERGEN.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1947 | | pagina 7