6
aangebroken waarop hei stelsel der hulpcentrales, aan de organisatie waarvan sedert geruimen tiid de
noodige voorbereidingen waren besteed, in de praktijk zijn waarde moest bewijzen. De Centrale moest
een groot gedeelte van haar werkzaamheden los laten en haar taak voor wat het geld- en giroverkeer
betrof overdragen aan een aantal grootere aangesloten banken, welke als hulpcentrale de beschikking
verkregen over middelen, waaruit zij de onder hen ressorteerende boerenleenbanken van de noodige kas
gelden zouden kunnen voorzien In die gevallen, waarin als gevolg van de ligging een terugvallen op een
hulpcenrale eveneens onmogelijk bleek, werd een kasdepöt gevormd.
Bij de getroffen voorzorgsmaatregelen kon het niet de bedoeling zijn zooveel middelen beschikbaar
te stellen, dat aan alle aanvragen zou kunnen worden voldaan. Een te groot bedrag zou daarmede over de
geheele Organisatie gemoeid zijn. Indien op deze wijze kon worden bereikt, dat de banken in staat zouden
zijn de noodige middelen voor het eerste levensonderhoud aan haar rekeninghouders te verschaffen was
de voornaamste taak in dezen buitengewoon abnormalen tijd vervuld. Per 31 December 1944 stond in
totaal aan kasdepóts uit een bedrag van 6.403.561.25. Daarenboven was een regeling met de Nederland-
vKen, waardoor een aantal accreditieven was geopend tot een totaalbedrag van
10.442.000. Voor de Provincie Zeeland was reeds eerder een speciale regeling getroffen, waarmede
een bedrag van 4.000.000.— was gemoeid.
De vele zorgen, verbonden aan de organisatie van dit stelsel en de groote onkosten (verzekeringen
tegen molest brand inbraak, enz.) hebben hun vruchten afgeworpen. Dank zij de krachtige medewerking
van onze leden en de groote toewijding, van de zijde der hulpcentrales ondervonden, heeft dit stelsel in
de moeilijkste maanden van den oorlog goed voldaan. Degenen, die hun gelden aan onze Organisatie had
den toevertrouwd, konden indien dat noodzakelijk was, daarvan een gedeelte ter betaling van de eerste
kosten van levensonderhoud opnemen, zelfs, wanneer zij zich daartoe niet konden wenden tot de bank
waarbij de rekening werd geopend Een speciale regeling, in onderlinge afspraak met de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank te Eindhoven reeds eerder getroffen, maakte het n.1. voor geëvacueerde spaar-
dteponeere P,aats hunner tijdelijke vestiging tot een bepaald bedrag per week te
,.Pe ^zetter heeft zich ook in dit verslagjaar niet direct ingelaten met ons bedrijf. Door het gedwon
gen lidmaatschap waren wij ingelijfd bij den Nederlandschen Coöperatieven Raad, door den bezetter in
een vorm gegoten, welke in flagranten strijd was met het volkskarakter en met de-eerste beginselen der
coöperatie. Aan dezen Raad was bovendien een taak opgedragen, die te omvangrijk was en die geen reke
ning hield met het historisch gegroeide. Pogingen van den N.C.R. om zich langzamerhand in te dringen in
verschillende technische aangelegenheden, leden tenslotte schipbreuk,- ook de controle der aangesloten
banken bleef aan de inspectie-afdeeling der Centrale Bank toevertrouwd.
Tengevolge van een doelmatigen afweer in een krachtig samengaan met de Centrale Bank te
Eindhoven, waarmede doorloopend voeling werd gehouden werd een poging om ons te doen deel
nemen in een op te richten zgn, Staatshypotheekbank(welke zich in het bijzonder zou toeleggen op de
financiering der uit voormalig Joodsch bezit stammende onroerende goederen) verijdeld.
Accountants-controle.
De controle over de administratie der Centrale Bank werd ook dit jaar gevoerd door de Heeren
Uijker, Jonkers Co., accountants te Rotterdam.
Inspectie, statistiek, belastingen.
i ^0t September 1944 hebben de inspecteurs en adjunct-inspecteurs ondanks de belemmeringen als
gevolg van de geleidelijke inperking van het spoorwegverkeer, de beschieting van treinen, het gemis aan
auto s, de schaarschte aan fietsbanden, de gevaren van razzia's, de gebrekkige logeergelegenheden, enz.,
hun werkzaamheden vrijwel regelmatig voortgezet. Bijzondere hulp werd terstond geboden aan banken op
behouwen en Duiveland, Tholen, Voorne en Putten en Overflakkee, alsmede aan die in den Hoekschen
Waard, toen vele in verband met de inundatie gedwongen waren te evaeuëeren. Met raad en daad wer
den de besturen en kassiers bijgestaan. Na September was het bezoek aan de banken vrijwel onmogelijk
frLc daardoor groote achterstand in de controle-werkzaamheden. De omstandigheden zijn in
1945 nog niet zooveel verbeterd, dat gehoopt kan worden, dat deze achterstand spoedig zal zijn ingehaald.
De administraties der geëvaeuëerde banken, welke in Utrecht bijgehouden moesten worden, werden in
1945 zoodra dat mogelijk was weer overgedragen; van de banken, waarbij de administratie gedeelte
lijk verloren ging, zal met behulp van eventueele schaduw-administratie en andere gegevens een nieuwe
administratie opgebouwd moeten worden.
De analyse van de balansen en het besfudeeren van de accountantsrapporten der crediet-
gemetende vereenigingen zal veel tijd eischen; ook hier is groote achterstand in de toezending der
stukken ontstaan.
De werkzaamheden, verbonden aan de verzorging der statistische gegevens, ondervonden eveneens
uit den aard der zaak groote vertraging. Alles zal in het werk gesteld worden om de geleidelijk binnen
komende cijfers te verwerken teneinde zoo spoedig mogelijk het gebruikelijke statistisch overzicht te doen
verschijnen.
Het omvangrijke werk, verbonden aan de belastingaangifte voor vrijwel alle aangesloten banken
moest vanzelfsprekend onder de omstandigheden lijden. Thans echter is de achterstand nagenoeg inge-
haald, zoodat de aangiften in de vennootschapsbelasting, vermogensbelasting en ondernemingsbelasting
betreffende het boekjaar 1943 voor onze banken behandeld zijn.
Juridisch bureau.
De verordeningen, door de bezettende macht uitgevaardigd en de voorschriften van de diverse be
drijfsgroepen gaven voortdurend aanleiding tot het verstrekken van adviezen en tot het samenstellen van
de noodige bescheiden. Onder andere werden ten behoeve van ambachtslieden, paarden- en veehande
laren, welke bij de aangesloten banken garanties moesten stellen, die garantiebewijzen in orde gebracht
tot een totaal van ca. 3.000.000.
Voor verschillende locale banken had de afdeeling bemoeiingen voor het verkrijgen van de tegen
waarde der ongeldig verklaarde ingeleverde bankbiljetten van 1.000.en 500.de moeilijkheden
in de uitbetaling der biljetten waren veelal het gevolg van een te late inlevering. In bijna alle gevallen
werd een gunstig resultaat bereikt.
Een teeken van den tijd was, dat uitstaande vorderingen weinig of geen zorgen baarden.
Effecten-afdeeling.
De beleggingsmarkt was tijdens het verslagjaar zeer bescheiden. Het rijk kwam, integenstelling met
vorige jaren, niet met een vaste leening aan de markt. Emissies van gemeenten, provincies en industrieën
waren uiterst schaarsch, hetgeen alles bijeengenomen tot gevolg had, dat de werkzaamheden zich in hoofd
zaak bepaalden tot binnenlandsche obligaties, voornamelijk staatsobligaties. Handel in buitenlandsche
fondsen Duitsche uitgezonderd was onmogelijk, daar deze uit de officiëele prijscourant verdwenen
waren. Begin September werd de beurs bovendien gesloten en tenslotte werd de effectenhandel bij ver
ordening geheel verboden.
In den loop van het jaar werd de Centrale Bank als lid van de Vereeniging voor den Effectenhandel
(Bedrijfsgroep Effectenhandel) toegelaten.
Kas-afdeeling.
In den loop van het verslagjaar waren vele moeilijkheden te overwinnen; de risico's aan de ver
zending van contanten verbonden werden steeds grooter en noopten tenslotte tot staking van de verzen
ding van aangeteekende brieven. Daardoor werd echter het aantal stortingen ten behoeve resp. uitbe
talingen ten laste van rekeninghouders bij onze banken en commerciëele bankinstellingen grooter, zulks
ook mede tengevolge van de trage werking van den Postchèque- en Girodienst.
Giro-afdeeling.
De reeds eerder in dit verslag vermelde moeilijkheden waren vanzelfsprekend ock van invloed op
het giro-verkeer der Centrale Bank waarbij de werkzaamheid voornamelijk in drieërlei richting was ont
plooid. In den loop der jaren was als gevolg van de uitgebreide relaties met landbouworganisaties, crisis
instellingen en dergelijke een verkeer tot stand gekomen, waarin een groot deel (gedurende het verslag
jaar tot een bedrag van 375 millioen) onze boerenleenbanken waren ingeschakeld, hetgeen, vooral met
betrekking tot de betalingen van en naar de plattelands gemeenten een belangrijke verbetering en ver
eenvoudiging van werkzaamheden was te noemen. Daarnaast werden de betalingsopdrachten behandeld
over den Postchèque en Girodienst en over het giro-apparaat der commerciëele bankinstellingen
(bankiers-giro). Vermindering van het incasso-bedrijf en van de mogelijkheden tot verzending van over
tollig kasgeld naar de Centrale Bank en verzending van kas-aanvulling naar de boerenleenbanken (dit
laatste bleek overigens in steeds mindere mate noodzakelijk), bracht een sterke stijging van het giro-
verkeer met zich mede, vrijwel voornamelijk opgevangen op de postrekening der Centrale Bank, waarop
gedurende het verslagjaar bijna 192 millioen werd bijgeschreven. Het overgroote gedeelte der ontvan
gen stortingen en bijschrijvingen werd naar de rekening van de Nederlandsche Bank overgeheveld.
Boekhouding.
Als gevolg van het ontbreken van electrische stroom werd het werk van deze afdeeling zeer be
moeilijkt. Het gebruik van de boekhoud- en rekenmachines werd onmogelijk. Wèl werd getracht door
het requireeren van arbeidskrachten van andere afdeelingen er van te maken, wat onder de gegeven
omstandigheden vooral tijdens het laatste kwartaal er nog van te maken viel, doch de achterstand
werd steeds grooter. En door het ontbreken van de gegevens omtrent de handelingen der hulpcentrales
èn tengevolge van de trage werking der postbestellingen werd een regelmatige behandeling der tallooze
posten onmogelijk.
Materiaal-afdeeling.
Deze afdeeling kon in de eerste 9 maanden van het jaar haar taak de voorziening van Centrale
Bank en locale banken van de vereischte formulieren, boeken, machines, enz. nog redelijk vervullen,
dank zij de ontvangst van officiëele toezeggingen voor aanzienlijke drukwerkorders, waardoor de voor-