'StfLr?. i 'tfeei ater/ var/, -^. /oex 'ezv/t In overeenstemming met het bepaalde bij artikel 54 van de statuten onzer Vereeniging hebben wij de eer U hierbij de rekening en verantwoording alsmede het verslag onzer instelling aan te bieden over het boekjaar, loopende van 1 Januari tot en met 31 December 1944. Door de tijdsomstandigheden ondervond de samenstelling van dit verslag groote vertraging. De moeilijkheden in ons bedrijf vooral na begin September 1944 waren groot. Vervolging van personeel, gebrek aan brandstof, voedselnood, het ontbreken van verbindingen met onze 730 banken, waren alle even zoovele factoren, die zeer belemmerend werkten. Nu tot onze groote vreugde ons Vaderland eindelijk bevrijd en verlost is van de Duitsche overwel digers, kunnen wij de hoop uitspreken, dat ons verslag het volgend jaar wederom op den gebruikelijken tijd zal verschijnen. Dat onze ambtenaren en het personeel der Centrale Bank allen gespaard werden, stemt ons tot groote dankbaarheid; het verdient bovendien onze waardeering, dat zij er in slaagden onder groote moeilijkheden het bedrijf gaande te houden. Diep getroffen zijn wij door al het persoonlijke leed. dat in den kring onzer banken geleden werd en met grooten weemoed gedenken wij al degenen, die daarbij als slachtoffer zijn gevallen. Een opsom ming van de namen der verschillende functionnarissen treft men elders in dit verslag aan; hun nagedach tenis zal bij ons1 in hooge eere blijven voortleven. Hun nabestaanden zullen wij zoo eenigszins mogelijk tegemoet moeten komen in den strijd om het bestaan. Wij spreken den wensch uit, dat allen, die op eenigerlei wijze hebben geleden tengevolge van gijzeling, in concentratiekamp, gevangenis of anderszins, zich spoedig volledig mogen herstellen van de gevolgen van het leed, dat zij daarbij ondervonden en dat zij evenals vroeger hun volle krachten weer zullen mogen verleenen aan het vele werk, dat ook in onze Organisatie met betrekking tot de liquidatie van alle oorlogsgevolgen en den opbouw van het economische leven ten plattenlande te ver richten valt. Het kan niet anders, of het optreden van onze overweldigers heeft ook in materieel opzicht bij onze Organisatie zijn sporen nagelaten. Reeds in 1944 werd een aanvang gemaakt met de inundatie van omvangrijke gebieden; ze onderging in den loop van het jaar en begin 1945 geregeld uitbreiding, zoodat tenslotte duizenden hectaren vruchtbaar land voor langen tijd onbruikbaar werden, honderden leden van onze banken van hun bedrijf werden verdreven, een aantal banken haar werkzaamheden tijdelijk moest staken en andere onderdak moesten zoeken in plaatsen, waarheen het grootste gedeelte der bevolking werd geëvacueerd. De krijgsverrichtingen vernielden of beschadigden verscheidene gebouwen en eigendommen van functionnarissen en leden, welke vernielingen of beschadigingen veelal ook het gevolg waren van lucht bombardementen en verdwaalde V I's en V 2's. In enkele gevallen werden ook de administraties der ban ken gedeeltelijk vernietigd, brandkasten geforceerd en kasgelden gestolen. Raad van Toezicht. Volgens het bepaalde bij artikel 29 der statuten waren in de Algemeene Vergadering van 1 Juni 1944 aan de beurt van aftreden de Heeren Prof. Dr. G. MINDERHOUD en C. S. van BEUNINGEN, die beiden herkozen werden. In diezelfde vergadering werd in de vacature van den Heer K. ERIKS Azn. te Leeuwarden voorzien door de verkiezing van den Heer E. J. MEINSMA te Nes (W.D.), die deze benoeming aanvaardde, doch nimmer in de gelegenheid was een vergadering van Uw college bij te wonen ook hij viel als slachtoffer en met groot leedwezen maken wij eveneens op deze plaats van zijn verscheiden melding. Overigens verliet de Heer Dr. S. F. A. C. M. Baron van Wijnbergen te Wassenaar als gevolg van zijn verkiezing tot lid van ons- Bestuur zijn plaats in Uwen Raad, zoodat wanneer de gelegenheid tot het bijeenroepen eener Algemeene Vergadering weer zal bestaan voorzien zal moeten worden in de vervulling van twee vacatures. Aan de beurt van aftreden zijn thans de Heeren N. J. H. RAAT te Wervershoof en W. J. KLEIN LANKHORST te Apeldoorn, die beiden herkiesbaar zijn. 5 Zoodra het bijeenroepen eener Algemeene Vergadering in verband met de reismogelijkheden en de beschikbare vergaderruimte practisch 'uitvoerbaar s, zal ook in deze vacatures worden voorzien. Bestuur. In dezelfde Algemeene Vergadering van 1944 was ingevolge artikel 22 der statuten aan de beurt van aftreden de Heer Z. Th. J. F. Baron van DORTH tot MEDLER te Duiven (Gld.), door de vergadering van 1933 tot lid van het Bestuur gekozen en sedert 1938 als secretaris van dit college optredende. De Heer van DORTH wenschte zich niet herkiesbaar te stellen, doch zich te houden aan de motie van den Ring „Joure" ten opzichte van den leeftijdsgrens voor leden van het bestuur of den raad van toezicht. Dankbaar gedenken wij hetgeen door hem met zijn rijke ervaring ten opzichte van het landbouw- crediet sedert de oprichting der Coöperatieve Boerenleenbank .Duiven" te Duiven (Gld.) in 1903 trad hij als voorzitter van haar bestuur op in het belang van onze geheele Organisatie in den loop der jaren werd verricht. In deze vacature werd voorzien door de benoeming van den Heer Dr. S. F. A. C. M. Baron van WIJNBERGEN te Wassenaar, tot op dat oogenblik lid van Uwen Raad. Thans is aan de beurt van aftreden de Heer Dr. S. E. B. BIEREMA te Usquert, Voorzitter van ons Bestuur, die herkiesbaar is. Ook ten opzichte van deze vacature geldt hetgeen hiervoor is medegedeeld met betrekking tot de voorziening in de vacatures van Uw college. Het bedrijf. De toevloed van middelen, afkomstig van de banken, bleef in dit verslagjaar aanhouden door be langrijke stortingen van spaarders en rekening-couranthouders en door aflossingen op voorschotten, hypo theken en credieten. De stijging van deposito's der locale banken bij de Centrale Bank, waar wegens geringe crediet- aanvraag en geringe beleggingsmogelijkheid de binnenkomende gelden nagenoeg alle werden gedeponeerd, bedroeg in het verslagjaar inclusief jaardeposito's ca. 267 millioen. Ook de groote landbouwcoöperaties, welke rekeningen onderhouden met onze bank, beschikten tengevolge van de inkrimping van haar bedrijven en het noodgedwongen achterwege blijven van vernieu wingen, onderhoud en aanvulling van voorraden over veel liquide middelen, welke in hoofdzaak bij ons binnenvloeiden. Wegens gebrek aan ander beleggingsmateriaal op de geldmarkt moesten de beleggingen van de toe- stroomende gelden voornamelijk geschieden in Schatkistpromessen en in geringere mate in kasgeld- leeningen aan publiekrechtelijke lichamen. Zoo was op 31 December 1944 in Schatkistpapier belegd een bedrag van J 576.668.494.02 (vorig jaar 336.210.776.76) en bij publiekrechtelijke lichamen ondergebracht een bedrag van 43.040.217.77 (vorig jaar 29.080.275.39); hierin werd tot een bedrag van 150.000.— deelgenomen door locale banken. Het officiëele disconto voor jaarspromessen bleef tot 23 Juni gehandhaafd op 2' na dezen datum viel het terug op 2}/2 T De rente voor 3-maands kasgeldleeningen aan publiekrechtelijke lichamen werd in Juli 1944 van hooger hand vastgesteld op l1'/10 voordien bedroeg het 1 per jaar. De rentetarieven werden vastgesteld op 2y2 voor creditsaldi in rekening-courant en op V/2 over debetsaldi. De vergoeding ad 2y2 over creditsaldi der banken in rekening-courant was gebonden aan bepaalde normen. Boven een bepaald bedrag voor elke bank afhankelijk van het totaal der spaar gelden en deposito's per 31 December 1942 en het totaal der aflossingen op voorschotten en credieten in dat jaar werd slechts 1 vergoed. Als gevolg van de bevredigende rentabiliteit der beschikbare beleggingen was het mogelijk voor het tweede halfjaar een voor de boerenleenbanken gunstige wijziging in de hiervoor genoemde normen aan te brengen. De rente voor jaardeposito's werd bepaald op 2per jaar. De uitkomsten van het bedrijf "kunnen bevredigend geacht worden. Helaas zal de fiscus een be- langrijk deel eischen van de gemaakte winst. De Centrale Bank deelt niet in de gunstige fiscale positie der boerenleenbanken. Hierdoor is de reservevorming niet in die mate mogelijk als met het oog op de stijging der toevertrouwde middelen noodzakelijk wordt geacht. Tot eind Augustus was het mogelijk zonder veel bezwaren het geldverkeer met de banken te onder houden, de overschrijvingen te verrichten en de uitbetalingen namens verschillende overheidsinstanties zoomede de andere werkzaamheden te behandelen. Daarna ondervond het verkeer echter groote moeilijk heden. Vrij spoedig moest de verzending van aangeteekende stukken worden gestaakt, waardoor de voorziening van kasmiddelen bij onze banken van Utrecht uit onmogelijk werd. Toén was het oogenblik

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1944 | | pagina 3