Overeenkomstig het bepaalde in artikel 56 der Statuten hebben wij de eer U hierbij de Rekening en Verantwoording aan te bieden, alsmede het Verslag betreffende onze Vereeniging over het boekjaar, loopende van 1 Januari 1940 tot 31 December 1940. Uit den aard der zaak ondervond ons bedrijf in dit verslagjaar door de bijzondere omstandigheden groote moeilijkheden. Toch prijzen wij ons gelukkig te mogen vaststellen, dat wij, ondanks deze moeilijkheden, in staat waren het bedrijf van de Centrale Bank en der aangesloten Boerenleen banken, zelfs ook in de Meidagen, dank zij de getroffen voorzorgsmaat regelen, vrijwel ongestoord te doen functionneeren. Daarbij kunnen de behaalde resultaten onzes inziens nog tot tevredenheid stemmen. Raad van Toezicht. Jn de Algemeene Vergadering dd. 28 Juni 1940 waren, overeenkomstig art. 30 der Statuten, aan de beurt van aftreden de Heeren K. ERIKS Azn. D. W. LINDENBERGH en V. PH. VALSTAR, die herkozen werden, terwijl in de vacature G. W. STROINK gekozen werd de Heer Prof. Dr. G. MINDERHOUD. Overeenkomstig het bepaalde bij hetzelfde artikel koos Uw College tot Voorzitter den Heer K. ERIKS Azn. tot Secretaris den Heer C. S. van BEUNINGEN, en werden tot plaatsvervangers gekozen respectievelijk de Heeren D. W. LINDENBERGH en Dr. S. F. A. C. M. Baron van WIJNBERGEN. Aan de beurt van aftreden zijn thans de Heeren C. S. VAN BEUNINGEN en Prof. Dr. G. MINDERHOUD. Bestuur. In dezelfde Algemeene Vergadering was ingevolge art. 22 der Statuten aan de beurt van aftreden de Heer Dr. S. E. B. BIEREMA, die herkozen werd.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1940 | | pagina 3