Overeenkomstig het bepaalde in art. 56 der Statuten hebben wij de
eer IJ hierbij de Rekening en Verantwoording aan le bieden, alsmede het
Verslag betreffende onze Vereeniging over het boekjaar, loopende van
1 Januari 1936 tot 31 December 1936.
Raad van Toezicht. Hoewel niet tot dit verslagjaar behoorende, meenen wij reeds thans
te moeten wijzen op het groote verlies, dat Uw College en onze geheele
Organisatie leed door het overlijden op 17 Februari 1937 van Uw geacht
medelid, den Heer A. Commandeur, die sedert 1921 lid van den Raad van
Toezicht is geweest. Met groote toewijding heeft hij al die jaren de be
langen onzer Instelling behartigd en wij zullen dan ook zijne nagedachtenis
in hooge eere houden.
In de Algemeene Vergadering dd. 27 Mei 1936 waren, overeenkomstig
art. 30 der Statuten, aan de beurt van aftreden de Heeren
A. COMMANDEUR te Spanbroek,
Dr. S. F. A. C. M. Baron van WIJNBERGEN te Lisse,
en W. J. KLEIN LANKHORST te Apeldoorn,
die herkozen werden.
Overeenkomstig het bepaalde bij hetzelfde artikel koos Uw College
tot Voorzitter: den Heer G. W. STROINK te Steenwijkerwold,
tot Secretaris: den Heer C. S. van BEUNINGEN te Maarsbergen,
en werden tot plaatsvervangers gekozen respectievelijk de Heeren
K. ERIKS Azn. te Leeuwarden
en Dr. S. E. B. BIEREMA te Usquert.
Aan de beurt van aftreden zijn thans de Heeren
K. ERIKS Azn. te Leeuwarden,
Dr. S. E. B. BIEREMA te Usquert,
en D. W. LINDENBERGH te 's-Heer-Arendskerke,
terwijl ook voorzien zal moeten worden in de vacature, ontstaan
door het overlijden van den Heer A. COMMANDEUR.