c—ik* 5 l:zizt::rnd* ■"-* - Accountantsverklaring. RAPPORT r 31 Dec?mbrm6anmeTde0ÏbreZh°oeor 7 7^ baknS per J 18 regelm^ig^door^i^s'^controleerd^^an^onze ^>evr'd'^a'^li'SKl! ^aD'£ per 31 December 1936 uitvoerige rapporten aaThetlTt tUSSChenti,'ds en Toezicht uitgebracht. tUUr aan den Raad van saldo van 205.587,67, een juist beeldt tatenrekenwg' aan^vend een winst stand van de Bank op dien da reSpectieveIiik d« önancieelen toe- «ank op dien datum en van de resultaten in 1936 behaald strekte credTeTeÏlaT Wiel T de volwaardigheid der ver- ziin afgegaan op de T -nals vorige jaren, Rotterdam, 17 Maart 1937, Accountantskantoren van R. A. DIJKER (get.) DIJKER. A. C. J. JONKERS. 19 VAN DE FINANCIËELE COMMISSIE 1936. Ondergeteekenden, Ds. J. M. Natzijl te Langezwaag, H. W. Dalmijn te Graauw en J. W. A. Lefeber te Lisse, leden der Commissie, bedoeld in art. 40 der Statuten, hebben bij hun eerste bezoek op 11 September 1936 geruimen tijd doorgebracht in de safe-inrichting der Centrale Bank om door toepassing van steekproeven de aanwezigheid te controleeren van de door de Locale Banken daarin gedeponeerde effecten. Aan enkele Banken werd toegezonden een opgave van de door deze bij de Centrale Bank gedeponeerde effecten met verzoek een door het Bestuur geteekende accoordverklaring te doen toekomen aan den Voorzitter der Commissie (waaraan door alle werd voldaan). Voorts werd nagegaan op welke wijze de afgeloste Deposito-Obligaties voor goed aan de circulatie worden onttrokken; de uitgelote maar nog niet vernietigde werden aan de Commissie getoond. De Commissie stelde zich verder op de hoogte van de boekhouding in verschillende afdee- lingen, terwijl een willekeurig gedeelte van de ingebrachte spaargelden aan de hand van de stortingsbiljetten werd gecontroleerd. Bij het tweede niet aangekondigde bezoek op 16 October 1936 werd allereerst de kas opgenomen; volgens de boeken moest deze bevatten 61.804,17, welk bedrag precies aanwezig bleek te zijn. De Commissie stelde zich verder in het bijzonder op de hoogte van den stand der rekenin gen met Landbouworganisaties en controleerde de saldobiljetten der Locale Banken per 31 Aug. Het derde bezoek op 19 Maart 1937 -had ten doel de Balans, benevens de Winst- en Verliesrekening betreffende het afgeloopen boekjaar te onderzoeken. De Commissie is daarbij tot de conclusie gekomen, dat beide de werkelijkheid op juiste wijze weergeven, zoodat tot goed keuring door de Algemeene Vergadering kan worden geadviseerd. (get.) J. M. NATZIJL, (get.) H. W. DALMIJN, (get.) J. W. A. LEFEBER. Langezwaag, Graauw, 20 Maart 1937. T .icco

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1936 | | pagina 10