RAPPORT Accountantsverklaring 18 De boekhouding van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd door ons regelmatig maandelijks gecontroleerd. Maandelijks en over de balans per 31 December 1931 afzonderlijk werd door ons een uitvoerig rapport aan het Be stuur en aan den Raad van Toezicht uitgebracht. Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de balans per 31 December 1931 met de bijbehoorende resultatenrekening, aangevende een winst saldo van 178.488,64, een juist beeld geeft van respectievelijk den financieelen toe stand van de Centrale Bank op dien datum en de resultaten in 1931 behaald, onder vermelding echter van het feit, dat het koersverlies op effecten, op basis van de beurskoersen van 31 December 1931, niet ten laste van de resultatenrekening is ge boekt, maar na afboeking van de „Reserve voor Koersverschillen" ad 560.000, als „Te verrekenen Koersverschillen" met 2.969.392,19 op de balans werd gebracht. Wij merken op, dat wij voor de beoordeeling van de volwaardigheid der ver strekte credieten aan locale banken en landbouworganisaties, evenals vorige jaren, zijn afgegaan op de desbetreffende rapporten van de afdeeling Inspectie der Centrale Bank of van andere accountants. Rotterdam, 21 Maart 1932. Accountantskantoor van W. KREUKNIET o.l.v. R. A. DIJKER. (Get.) DIJKER. M. CH. BOUWMAN, Leden Ned. Inst. v. Acc. 19 VAN DE FINANCIËELE COMMISSIE OVER 1931. De Financiëele Commissie, bedoeld bij art. 40 der Statuten, bestaande uit de ondergeteekenden, G. Botke te Hoogezand, Tj. Kuypers te Leiden en Joh. Obbink te Aalten, heeft de eer U mede te deelen, dat zij op 14 Augustus 1931, 30 Novem ber 1931, 26 Januari 1932 en 30 Maart 1932, in verband met hunne taak de Centrale Bank hebben bezocht. De Commissie heeft zich bij haar eerste bezoek bezig gehouden met de credie ten, verleend aan de Locale Banken; vervolgens werd de rekening der Spaarbank bij de Centrale Bank nagegaan en eene onverwachte kasopname verricht. Ook overtuigde zij zich, hoe de Afdeeling Materiaal werd geadministreerd, terwijl zij zich ten slotte een indruk vestigde van de wijze, waarop uitloting, converteering, aankoop en coupon- verzilvering der effecten plaats vinden. Op 30 November controleerde zij de van de Locale Banken ingekomen saldo biljetten, vervolgens ging zij na, of credietoverschrijdingen hadden plaats gehad, daarna o:nderzocht zij de borgstellingen der Kassiers. Den 26en Januari werden door haar de accountants-rapporten nagezien en de leeningen aan Gemeenten en Waterschappen; ook werd de stand der hypotheken door de Centrale Bank verleend en de rekeningen der landbouworganisaties gecon troleerd. Bij haar laatste bezoek bepaalde zij zich tot het nazien der rekening en balans over het jaar 1931 en controleerde zij, voor zoover de tijd dit toeliet, de verschillende daarbij behoorende gegevens. Van de eerste drie bezoeken zond zij een afzonderlijk rapport harer bevindin gen aan het Bestuur der Centrale Bank. Het is der Commissie aangenaam te kunnen constateeren, dat zij geen aan- of opmerkingen tijdens de verschillende bezoeken had te maken, alles in de beste orde vond en dat de balans den juisten toestand der Centrale Bank aangeeft. Zij heeft de overtuiging, dat de belangen der Centrale Bank op de beste wijze worden behartigd. De Commissie brengt ten slotte gaarne dank aan de Directie en ambtenaren voor de bereidwilligheid, die haar werd betoond. Hoogezand, De Commissie: Leiden, 30 Maart 1932. q BOTKE Aalten' TJ. KUYPERS, JOH. OBBINK.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1931 | | pagina 10