12 Vaste goederen. Materieel. Deposanten in vreemd g Transport Gekocht: 100.000— 4/2% Gelderland 1929 31.000.4]/2% Hillegom 100.000— 4y2% Nrd. Holland 1929 100.000— 4]/2% 1930 100 000.4j4% Prov. Utrecht 1930 1 1.000— 4V£% 1930II 100 000.- 4]/2% Zd. Holland 1930 30 0004/Mij. v. Gem. Crediet 13.000.4}/2% Alg. Fr. Hyp. bank 20.0004y2% Amsterd. 8.000— 4y2% Dordr. 3.000.— 5 21.000.4*4% Utr. Hyp. bank 2.000.5 Zuider Hyp. bank 33.000 5 Alg. N. I. Electr. Mij 25.000.— 4 Kon. Olie Geconverteerd: 74 0004j4% Prov. Utrecht 1930 II 3.292 333 45 99.500— 30 914 75 99.043.75 98 849. 99.562.50 998.50 100 102. 29 617.50 12.657.50 19 400 7 862— 3 015. 20 811 2-007 50 32 290— 56.430— 73.889— 786 950. De koerswinst per 31 December 1930 bedraagt zoodat de waarde der effecten van de belegde reserve op 31 December 1930 op de balans is gebracht (zie bijlage Illb) voor 4.079.283.45 30432.80 4.109 716 25 Ook hiervoor geldt dat rente-gevende fondsen door ons niet boven pari werden opgenomen. Bovendien is van de reserve in hypotheken belegd een bedrag van 322.450. Het kantoorgebouw komt op de balans voor ter waarde van 35.000,Wij achten in verband met de werkelijke waarde verdere afschrijvingen geheel onnoodig. Deze post geeft aan de waarde per 31 December 1930 van den aan wezigen voorraad ten deele gezegelde formulieren bestemd voor de locale banken, vermeerderd met de waarde van aanwezige zegels voor gebruik der Centrale bank bestemd. Zie hetgeen hiervoor reeds is vermeld bij den post Deposito's in vreemd geld, 13 Beleening o/g. Geld voor een jaar vast. Geld op langeren termijn. Deposito-obligatiën. Aandeelen, Aandeel houders, Kapitaal. Verlies- en Winstrekening. Door belangrijke kasmutaties tegen het einde des jaars was dit bedrag tegen effecten-onderpand opgenomen; reeds op 9 Januari d.a.v. was het weer afgelost. Behalve de vaste gelden, verkregen door de uitgifte van deposito- obligatiën, was een bedrag van 16.406.650,voor een jaar vast in depót genomen tegen eene rente van 434. 4 en 3^4 's jaars. De Algemeene Vergadering van 15 April 1916 keurde goed, dat ten laste der Centrale Bank in omloop is een bedrag van ten hoogste tien millioen gulden aan deposito-obligatiën. Na verkregen goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten wij, in verband met de ontvangen aanvragen, om wederom in dit boekjaar voor 1.500.000,van deze obligatiën verkrijgbaar te stellen, waarvan op 31 December 1930 nog 124.500,ongeplaatst was. Per 31 December 1930 was van het bedrag der uitstaande obligatiën 1.172.000,uitgeloot, zoodat per saldo aan deposito-obligatiën uitstond een bedrag van 8.456.500, Van de uitgelote obligatiën was op 31 December 1930 een bedrag van 97.500,en van de te betalen coupons een bedrag van 20.712,46 nog niet ter verzilvering aangeboden. Het reservefonds bedroeg bij het begin van het boekjaar ƒ3 801 757.45 Dit bedrag is vermeerderd: ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van 22 Mei 1930 met het winstsaldo over 1929 622 615 34 zoodat het reservefonds op de balans voorkomt met 4 424-372 79 Hiervan is 610.000,geboekt op eene afzonderlijke rekening als reserve koersverschillen". Voor Kapitaal, Aandeelhouders en genomen aandeelen wordt ver wezen naar bijlage I. Zooals blijkt uit de toelichting bij de posten „effecten" en „effecten der reserve" werd dit jaar per saldo een koersverlies geleden van 51.215,48 waarvoor de verlies- en winstrekening is gedebiteerd. Behalve de post onkosten drukte op onze verlies- en winstrekening een bedrag van 300,voor subsidie aan boerenleenbanken ingevolge besluit der algemeene vergadering van 25 Mei 1918. Bovendien is ten laste dezer rekening gebracht de bijdrage ad 6.000.van de Centrale Bank ten behoeve van het Onderl. Waarborgfonds. De verlies- en winstrekening wijst dit jaar een winstcijfer aan van 269.273,14.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1930 | | pagina 7