10 Debiteuren. De per 31 Dec. vervallen renten van hypotheken, gemeente-leeningen enz. worden onder dit hoofd geboekt; in den loop der maand Januari is dit bedrag bijna geheel ingekomen. Rekening-Courant. Op 31 December '29 bedroeg het saldo der gedepo neerde gelden 72 545 449.18 terwijl daarentegen aan voorschotten uitstond een bedrag van 5.873 456 06 zoodat op 31 December 1929 meer gedeponeerd was dan aan voorschot verstrekt 66 671 993.12 In den loop van het jaar 1930 vermeerderde de schuld der Bank met: a. gedeponeerde gelden, giro's geïncas seerde wissels, enzƒ239.506.975 49 b. bijgeschreven rente over de gedepo neerde gelden 2 841 677.03 ..242 348-652 52 ƒ309.020.645.64 De schuld der Bank verminderde daarentegen met: a. uitbetalingen per kassa, giro's beta lingen van accepten, betaalbaar ge steld bij- en wissels getrokken op de Centrale Bank enz,233.730 730 91 b. bijgeschreven rente over de in voor schot verstrekte gelden369.278 82 c. de van de aangesloten banken ont vangen jaarlijksche bijdrage, volgens art. 21 van het Huish. Reglement76 800.13 ,.234 176 809 86 zoodat op 31 December 1930 meer gedeponeerd was dan aan voorschot verstrekt 74.843.835.78 Op dien datum was aan voorschotten verstrekt 7 987 525 75 zoodat op 31 December 1930 het totaal der deposito's bedroeg: (Zie bijlagen IV en V) 82 831 361.53 Leeningen op Op 31 Januari 1930 was verstrekt aan 399 hypothe- langeren termijn. caire geldleeningen een bedrag van 6 921.026 Deze leeningen waren gedeeltelijk onder uitsluitend hypothecair verband, gedeeltelijk onder hypothecair ver band met borgstelling, verstrekt aan leden der boerenleen banken. In 1930 werden verstrekt 97 leeningen tot een bedrag 1.202910. Totaal 496 leeningen te zamen 8 123 936. 11 Transport 8.123 936- 308.946 208284.— 517.230.— Ontvangen werd: aan geheele aflossing van 26 leeningen gedeeltelijke aflossingen zoodat op 31 Dec. uitstaande was aan hypothecaire leeningen, verdeeld over een aantal van 470 leeningen, een bedrag van 7 606 706 Bovendien was op 31 Dec. '30 verstrekt aan leenin gen op langeren termijn aan vereenigingen, bedoeld bij art. 2 al. 3 der statuten een bedrag van Totaal 879799.51 8 486.505.51 Voor het verstrekken van gelden op langeren termijn werd slechts gebruik gemaakt van die gelden, welke ook op langeren termijn (door de uitgifte van deposito-obligaliën) bij de bank aanwezig waren. Belegde reserve. Het belegd tot reservefonds was op 1 Januari 1930 in effecten een bedrag van 3.454 333 45 Uitgeloot werden: 30.000— 5 Nederland 1919 30.000— 3.000— 4/2% 1916 3.000— 4.000— 4/% 's-Gravenhage 1929 4.000 2.000. 4/% 2.000— 6.000.- 5 Prov. Utrecht 1925 6 000— 3.000— 5 Mij. v. Gem. Crediet 3.000— 1.000— 4/% i. n ii ii - ii 1.000— 3.000 4/% Alg. Fr. Hyp. bank 3.000 2000. - 4/% Arnh. 2.000— 2.000. 5 Dordr. 2.000— 1 000— 5 Fr. Gr. 1.000— 1 000— 4/% ii ii ii ii ii 1 000— 1.000— 5 Haarl. 1.000— 1.000— 5 Mij. v. Hyp. Crediet 1.000— 3000— 4/% 3.000 7 000— 5 Utr 7.000— 1 000— 4/% Westl. 1.000- 16000— 4/2% Utr. Str. lev. bedrijf 16.000 1.000 - 4/% H.V.A 1.000— 74.000.- Geconverteerd: 5 Prov. Utrecht 1925 Transporteeren 74.000— 162.000.— 3 292333.45

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1930 | | pagina 6