RAPPORT
Accountantsverklaring.
18
De boekhouding van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd
door ons regelmatig maandelijks gecontroleerd-. Maandelijks en over de balans per
31 December 1929 afzonderlijk werd door ons een uitvoerig rapport aan het Be
stuur en aan den Raad van Toezicht uitgebracht.
Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de balans per
31 December 1929 met de bijbehoorende resultatenrekening, aangevende een winst
saldo van 629.590,44, een juist beeld geeft van respectievelijk den financieelen toe
stand van de Centrale Bank op dien datum en de resultaten in 1929 behaald.
Wij merken op, dat wij voor de beoordeeling van de volwaardigheid der ver
strekte credieten aan locale banken en landbouworganisaties, evenals vorige jaren, zijn
afgegaan op de desbetreffende rapporten van de afdeeling Inspectie der Centrale Bank
of van andere accountants.
Rotterdam, 6 Maart 1930.
Accountantskantoor van
W. KREUKNIET o.l.v. R. A. DIJKER.
(Get.) DIJKER.
M. CH. BOUWMAN,
Leden Ned. Inst. v. Acc.
19
VAN DE FINANTIËELE COMMISSIE OVER 1929.
De Commissie, bedoeld bij artikel 40 der Statuten, heeft de eer U mede te
deelen, dat zij op 25 Juli, 12 December 1929 en 6 Maart 1930 een bezoek heeft ge
bracht ten kantore van de Bank.
Van haar bevindingen op 25 Juli en 12 December 1929 werd telkens rapport
uitgebracht aan Uw Bestuur.
Op 6 Maart 1930 controleerden wij de Balans en Verlies- en Winstrekening
met het Grootboek.
De Commissie brengt een woord van dank voor de van de zijde der directie
en het personeel ondervonden medewerking en voorlichting en is overtuigd, dat de
belangen der Bank op waardige wijze worden behartigd.
UTRECHT, 6 Maart 1930.
De Commissie:
J. SCHIERBEEK
L. WABEKE.
Tj. KUIJPERS.