12
Belegde reserve. Het reservefonds was op 1 Januari 1928 in effecten
belegd tot een bedrag van 2.501-955 62
Uitgeloot werden:
Kr
6.000
5
Nederland 1919
6000—
2 500—
6
1923 A
2.500—
1.000—
5
H.Y.S.M
1.000 -
48.000-
5
Prov. Groningen
48.000—
4 000
5
Utrecht 1925
4000—
5.000—
4'/2%
Alg. Fr. Hyp. Bank
5.000—
3.000—
4 y2%
Arnh.
3.000—
1.000
5
Fr. Gron.
1.000—
1000.
4 y2%
n u ii ii
1.000—
2.000.
5
Mij. v. Hyp, Crediet
2.000
3 000—
4%%
Nat. Hyp. Bank
3 000-
6 000—
5
Utr
6 000—
10 000—
4y2%
Utr. Str. lev. bedrijf
10 000—
1.000
4
Deli Spoor
1.000.
Verkocht:
25.000.Aand. Kopenh. Privatbank
Gekocht:
1000.4 Nederland 1916
12 000 41/2% Alg. Fr. Hyp. Bank
23 000— 4/2% Dordr.
1.0005 Zuider
1.000.— 4}4Bat. Petr. Mij
2.000.4 Atch. Topeca
Overgebracht van effecten
bezit
170 000 6 Ned. Indië Am. Em. 2e s.
29.000 Aand. Nederl. Bank
3 333 74
971.25
11.760
22 563.—
998 75
970 62
4.725.
425.000—
61.770—
96833.74
2.405.121.88
Totaal
Het koersverlies per ultimo December 1928 bedraagt
zoodat de waarde der effecten van de belegde reserve
op 31 December 1928 op de balans is gebracht (zie bijlage
528.758 62
2.933 880.50
15.583—
Illb) voor
2.918.297.50
Ook hiervoor geldt dat rente-gevende fondsen door
ons niet boven pari werden opgenomen.
Bovendien is van de reserve in hypotheken belegd
een bedrag van 344-700.
13
Vaste goederen.
Materieel.
Deposanten in
vreemd geld.
Geld voor een
jaar vast.
Geld op langeren
termijn.
Deposito-obligatiën.
Het kantoorgebouw komt op de balans voor ter waarde van
45.000,—
Deze post geeft aan de waarde per 31 December 1928 van den aan
wezigen voorraad ten deele gezegelde formulieren bestemd voor de
locale banken, vermeerderd met de waarde van aanwezige zegels voor
gebruik der Centrale bank bestemd.
Zie hetgeen hiervoor reeds is vermeld bij den post Deposito's in
vreemd geld.
Behalve de vaste gelden, verkregen door de uitgifte van deposito-
obligatiën, was een bedrag van 15.063.750,— voor een jaar vast in depót
genomen tegen eene rente van 4J4 's jaars.
De Algemeene Vergadering van 15 April 1916 keurde goed, dat ten
laste der Centrale Bank in omloop is een bedrag van ten hoogste tien
millioen gulden aan deposito-obligatiën.
Na verkregen goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten wij,
in verband met de ontvangen aanvragen, om wederom in dit boekjaar
voor 2.000.000,van deze obligatiën verkrijgbaar te stellen, waarvan op
31 December 1928 nog 170.000.— ongeplaatst was.
Per 31 December 1928 was van het bedrag der uitstaande obligatiën
1.023.000,uitgeloot, zoodat per saldo aan deposito-obligatiën uitstond
een bedrag van 8.101.000,
Van de uitgelote obligatiën was op 31 December 1928 een bedrag
van 60.000,en van de te betalen coupons een bedrag van f 15.957,-17
nog niet ter verzilvering aangeboden
Het reservefonds bedroeg bij het begin van het
boekjaar 2.835.74418
Dit bedrag is vermeerderd:
ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van 12 Juni
1928 met het winstsaldo over 1927 it 454 713 84
zoodat het reservefonds op de balans voorkomt met 3 290 457.92
Hiervan is 670.000 geboekt op eene afzonderlijke rekening als
reserve koersverschillen".
Aandeelen, Aandeel
houders, Kapitaal.
Voor Kapitaal, Aandeelhouders en genomen aandeelen wordt ver
wezen naar bijlage I.