RAPPORT Accountantsverklaring. 18 De boekhouding van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd door ons regelmatig maandelijks gecontroleerd. Maandelijks en over de balans per 31 December 1928 afzonderlijk, werd door ons een uitvoerig rapport aan het Be stuur en aan den Raad van Toezicht uitgebracht. Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de balans per 31 Dec. 28 met de bijbehoorende winstrekening, aangevende een winstsaldo van f 519.036,56 een juist beeld geeft van respectievelijk den toestand van de Centrale Bank op dien datum en de resultaten in 1928 behaald. Wij merken op, dat wij voor de beoordeeling van de volwaardigheid der verstrekte credieten aan locale banken en landbouworganisaties, evenals vorige jaren zijn afgegaan op de desbetreffende rapporten van de afdeeling Inspectie der Centrale Bank of van andere accountants. Rotterdam, 12 Maart 1929, Accountants-Kantoor van W. KREUKNIET R. A. DIJKER. (Get.) DIJKER. M. CH. BOUWMAN, Leden Ned. Inst. v. Acc. 1!) VAN DE FINANTIËELE COMMISSIE OVER 1928. De ondergeteekenden, J. W. van 't Hoff te St. Laurens, Chr. F. Bramer té Nijverdal en J. Schierbeek te Beilen, leden der Finantieele Commissie voor 1928, hebben de eer U mede te deelen, dat zij op 8 Sept. 1928, 17 Januari, 22 Februari en 9 Maart 1929 de Centrale Bank hebben bezocht. Op 8 Sept. 1928 werden door de Commissie steekproeven genomen, met betrek king op de aanwezigheid van de onderpanden die door debiteuren waren gedeponeerd; voorts werden verschillende debet saldo's van credietnemende personen en instellin gen gecontroleerd. Op 17 Jan. 1929 hebben wij een onverwachte kasopname gedaan. Volgens de be scheiden moest (op het tijdstip der kasopname) aanwezig zijn een bedrag van 110760.16 welk bedrag ook in contanten aanwezig was. Op dien datum hebben wij ook nagezien de onkostenrekening over de maand December 1928 met de desbetref fende bescheiden. Op 22 Februari 1929 werd steekproefsgewijze van verschillende Boerenleenban ken nagezien of het aantal door hen genomen aandeelen voldoende was in verband met het hoogste debetsaldo, hetwelk op eenig tijdstip in 1928 op hunne rekening was geboekt. Tevens is toen de aanwezigheid gecontroleerd van verschillende waarde papieren, welke of eigendom der Centrale Bank zijn of in onderpand gegeven zijn voor gestelde zekerheid. Van verschillende gemeenteleeningen hebben wij de daarbij behoorende stukken nagezien. Op 9 Maart 1929 vergeleek de Commissie de Balanscijfers met de verschillende boeken en bijlagen, waarmede wij accoord gingen. Wat door ons is gecontroleerd werd in de beste orde bevonden, terwijl enkele door ons gemaakte opmerkingen, na bespreking, tot volle tevredenheid werden opgelost. Van de op 8 September 1928, 17 Januari en 22 Februari 1929 gebrachte bezoeken werd telkens een afzonderlijk rapport aan het Bestuur der Centrale Bank gezonden. Gaarne brengt de Commissie een woord van dank aan Directie en Ambtenaren voor de wijze waarop zij telkens werd ontvangen, en de groote bereidwilligheid welke steeds tegenover haar werd betoond. ST. LAURENS, NIJVERDAL, 9 Maart 1929. BEILEN, De Commissie J. W. VAN 'T HOFF. CHR. F. BRAMER. J. SCHIERBEEK.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1928 | | pagina 10