14 Beleeningen o g Wegens belangrijke kasmutaties tegen het einde des jaars was dit bedrag tegen onderpand van effecten opgenomen, doch voor 15 Januari d.a.v. weer afgelost. Geld voor een Behalve de vaste gelden, verkregen door de uitgifte van deposito jaar vast. 0hjigatiërl) was een bedrag van 9.464.200.voor een jaar vast in depót genomen tegen eene rente van 4^4 s jaars. Geld op langeren De Algemeene Vergadering van 15 April 1916 keurde goed, dat ten termijn. jagte Centrale Bank in omloop is een bedrag van ten hoogste tien millioen gulden aan deposito-obligatiën. Deposito-obligatiën. Na verkregen goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten wij, in verband met de ontvangen aanvragen, om wederom in dit boekjaar voor 500.000.van deze obligatiën verkrijgbaar te stellen, waarvan op 31 December 1927 nog 55.000.ongeplaatst was. Per 31 December 1927 was van het bedrag der uitstaande obligatiën 1.220.000.uitgeloot, zoodat per saldo aan deposito-obligatiën uitstond een bedrag van 7.239.000. Van de uitgelote obligatiën was op 31 December 1927 een bedrag van 114.000.en van de te betalen coupons een bedrag van 16,488.73 nog niet ter verzilvering aangeboden. Het reservefonds bedroeg bij het begin van het boekjaar ƒ2.453 500.10 Dit bedrag is vermeerderd: ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van 10 Juni 1927 met het winstsaldo over 1926 382 243 98 zoodat het reservefonds op de balans voorkomt met 2 835-744 08 Aandeelen, Aandeel houders, Kapitaal. Hiervan is 520.000 geboekt op eene afzonderlijke rekening als reserve koersverschillen". Voor Kapitaal, Aandeelhouders en genomen aandeelen wordt ver wezen naar bijlage I. en Zooals blijkt uit de toelichting bij de posten „effecten en „effecten Winstrekening, reserve" werd dit jaar een koerswinst verkregen van 148.966.64 waarvoor de verlies- en winstrekening is gecrediteerd. Behalve de post onkosten drukte op onze verlies- en winstrekening een bedrag van 150.voor subsidie aan boerenleenbanken ingevolge besluit der algemeene vergadering van 25 Mei 1918. Bovendien is ten laste dezer rekening gebracht de bijdrage ad J 6.000.van de Centrale Bank ten behoeve van het Onderl. Waarborgfonds. De verlies- en winstrekening wijst dit jaar een winstcijfer aan van 461.731.48. Voorstellen naar aan leiding der balans. 15 Het winstcijfer over 1927 bedraagt per saldo 461 731 48 Wij zullen voorstellen hiervan af te schrijven: a. Op de rekening „Gebouw" 5 000 b. Op de rekening „Meubilair"2 017 64- waardoor dit tot op 1.zal zijn afgeschreven 7.017.64 zoodat overblijft een bedrag van 454.713.84 waarvan in het reservefonds moet worden gestort: volgens art. 6 sub 6 der Statuten, de gelden welke de leden bij hunne toetreding betaalden 5. zoodat resteert 454.708.84 en voorts dit bedrag, overeenkomstig art. 55 der Statuten, in het reserve fonds te storten, waardoor de reserves zullen stijgen tot 3.290.457.92. Wij zullen voorstellen het van de reserve afzonderlijk als „reserve koersverschillen" geboekte bedrag te verhoogen met 150.000.zoodat dit dan op 670.000.komt te staan. UTRECHT, den 22 Maart 1928. Het Bestuur: Ir. F. A. R. A. Baron VAN ITTERSUM, Voorzitter. Mr. Dr. G. F. M. Baron VAN HUGENPOTH TOT AERDT A. A. NENGERMAN.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1927 | | pagina 8