Accountantsverklaring.
18
De boekhouding van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd
door ons geregeld maandelijks gecontroleerd. Over elke maand en over de balans
per 31 December 1927 afzonderlijk, werd door ons een uitvoerig rapport aan het
Bestuur en aan den Raad van Toezicht uitgebracht.
Bij de controle werden alle posten, in de boeken voorkomende, op grond van
de desbetreffende bescheiden accoord bevonden.
Nagegaan en bevonden werd dat de rente der beleggingen regelmatig werd
verantwoord.
Het effecten-bezit, benevens het schatkistpapier en de fondsen, welke als on
derpanden aanwezig moesten zijn, werden door ons opgenomen en aanwezig bevon
den Aan die instellingen of personen, welke zelve geen opgave van de fondsen die
gedeponeerd waren, inzonden, werd door ons een opgave gezonden van de stukken,
welke volgens de boeken van de Bank per 31 December 1927 aanwezig moesten
zijn en op dien datum door ons ook aanwezig waren bevonden. Wij ontvingen alle
opgaven voor accoord geteekend terug.
Maandelijks werd door ons onderzocht of de maxima der toegestane credieten
niet waren overschreden. Van de overschrijdingen, die zich een enkele maal voor
deden werd door ons kennis gegeven, alle credieten waren echter in 1928 weer be
neden de gestelde maxima gebracht.
Bij opname der onderpanden der beleeningen bleek ons dat deze beleeningen
door onderpanden met voldoende overwaarde waren gedekt.
De kas werd door ons op ongeregelde tijdstippen opgenomen en steeds accoord
bevonden.
Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de balans per 31 Dec.
'27 met de bijbehoorende winstrekening, aangevende een winstsaldo van f 461.731.48
een juist 'beeld geeft van respectievelijk den toestand van de Centrale Bank op dien
datum en de resultaten in 1927 behaald.
Rotterdam, 5 Maart 1928.
Accountants-Kantoor van
W. KREUKNIET R. A. DIJKER.
(Get.) DIJKER.
M. CH. BOUWMAN,
Leden Ned. Inst. v. Acc.
De ondergeteekenden, W. J. Klein-Lankhorst te Apeldoorn, J. W. van 't Hoff
te St. Laurens en Dr. R. Kuperus te Leeuwarden, leden der Finantiëele Commissie
voor 1927, hebben de eer U mede te deelen, dat zij op 21 September 1927 en op
29 Februari en 14 Maart 1928 een bezoek hebben gebracht aan het kantoor van de
Centrale Bank.
De Commissie heeft zich bij haar eerste bezoek bezig gehouden met het con-
tröleeren der uitstaande hypotheken, het nagaan van de schuldbekentenissen van
Gemeenten en Waterschappen en van de daarbij behoorende bescheiden, terwijl
zij voorts steekproeven heeft genomen met betrekking tot de aanwezigheid van de
onderpanden, die door debiteuren waren gedeponeerd.
Bij het tweede bezoek schonk de Commissie haar aandacht aan de administra
tie der deposito-obligaties en die van het schatkistpapier, terwijl ten aanzien van
enkele leden controle werd uitgeoefend op de verhouding tusschen het debet-saldo
in rekening-courant en het bedrag der genomen aandeelen.
Het laatste bezoek had ten doel kennis te nemen van de balans en de verlies-
en winstrekening en was in verband daarmede aangekondigd. De beoordeeling of
deze stukken een juist beeld geven van den financiëelen toestand der Centrale
Bank, moet de Commissie aan den accountant overlaten, daar zij zich uitteraard
niet kan uitspreken over de correctheid waarmede de geheele jaarlijksche admi
nistratie, waarop deze stukken berusten, is gevoerd. De Commissie heeft zich dan
ook bepaald tot het vergelijken van de balanscijfers met de correspondeerende
saldi der grootboekrekeningen en het houden van algemeene beschouwingen over
de resultaten van het afgeloopen boekjaar.
Van de beide eerste bezoeken werd telkens een afzonderlijk rapport aan het
Bestuur der Centrale Bank uitgebracht; aan een enkele daarin neergelegde opmer
king werd blijkens een ontvangen schrijven de volle aandacht gewijd.
Met genoegen maakt de Commissie er melding van, dat al het gecontroleerde
in de beste orde werd aangetroffen, waarbij zij den indruk kreeg, dat de administra
tie met nauwgezetheid wordt gevoerd en de belangen van het coöperatief land-
bouwcrediet met groote toewijding worden behartigd.
Ten slotte wenscht de Commissie een woord van dank te brengen aan Directie
en Ambtenaren voor de wijze, waarop zij steeds werd ontvangen .en de bereidwil
ligheid en openhartigheid waarmede alle gevraagde inlichtingen werden verstrekt.
De Commissie
APELDOORN, i
ST. LAURENS, 15 Maart 1928. W' J" KLEIN LANKHORST.
J. W. VAN 'T HOFF.
R. KUPERUS.
LEEUWARDEN,