Voorstellen naar aan leiding der balans. 14 een bedrag van 1050.voor subsidie aan boerenleenbanken ingevolge besluit der algemeene vergadering van 25 Mei 1918. Bovendien is ten laste dezer rekening gebracht de bijdrage ad 6.000.— van de Centrale Bank ten behoeve van het Onderl. Waarborgfonds, terwijl voorts deze rekening gedebiteerd moest worden voor het bedrag ad 80.000.— voor reserve uitgezette gelden. (Zie hetgeen hieromtrent is vermeld op bladzijde 10 bij uitgezette gelden). De verlies- en winstrekening wijst dit jaar een winstcijfer aan van 384.100.49. Het winstcijfer over 1926 bedraagt per saldo 384.100.49 Wij zullen voorstellen hiervan af te schrijven: Op de rekening „Meubilair"- 1.856.51 waardoor dit tot op ƒ1.— zal zijn afgeschreven zoodat overblijft een bedrag van382.243.98 waarvan in het reservefonds moet worden gestort: volgens art. 6 sub 6 der Statuten, de gelden welke de leden bij hunne toetreding betaalden 35. zoodat resteert382.208.98 en voorts dit bedrag, overeenkomstig art. 55 der Statuten, in het reserve fonds te storten, waardoor de reserves zullen stijgen tot 2 835.744.08. Wij zullen voorstellen het van de reserve afzonderlijk als reserve koersverschillen" geboekte bedrag te verhoogen met 80.000— zoodat dit dan op 520.000.komt te staan. UTRECHT, den 28 Maart 1927. HET BESTUUR: F. A. R. A. Baron VAN 1TTERSUM, Voorzitter. Mr. Dr. G. F. M. Baron VAN HUGENPOTH TOT AERDT. A. A. NENGERMAN.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1926 | | pagina 8