7. 7o 7. 10 Belegde Reserve. Vaste goederen. Materieel. Het reservefonds was op 1 Januari 1925 in effecten belegd tot een bedrag van Uitgeloot werden 6.000 5 Nederland 1919 6.000 1.000 4'/2°/0 id. 1917 - 1.000.— 725.369.38 1 000 5 lo Gemeente Utrecht - 1.000.— 3.000 5 °l lo Utr. Hyp.bank - 3.000.— O O O 4^ 0/ lo Westlandsche Hyp.bank 1.000.— Gekocht 100.000 5 Nederland 1919 100.351. 25.000 5 Nederland 1918 - 24.994.25 50.000 5 0/ 0 Provincie Groningen - 50.150.25 100.000 5 0 0 id. Utrecht - 99.975.— 25.000 5 Dordr. Hyp.Bank - 24.775.— 25.000 5 °/o Fr. Gron. Hyp.Bank - 24.750.— 50.000 5 Nederl. Hyp.Bank - 50.051.— 100.000 5 10 Utrechtsche Hyp.Bank. - 99602. 25.000 6 oio Jurgens - 24.382.82 12.000.— 713.369.38 - 499.031.32 1.212.400.70 De koerswinst per Uit" December 1925 bedraagt - 58.18469 zoodat de waarde der effecten van de belegde reserve op 31 December 1925 op de balans is gebracht (zie bijlage 111b) voor1.270.585.39 Ook hiervoor geldt dat rente-gevende fondsen door ons niet boven pari werden opgenomen. Bovendien is van de reserve in hypotheken belegd een bedrag van485.000- Het kantoorgebouw komt op de balans voor ter waarde van 60.000.— Deze post geeft aan de waarde per 31 December 1925 van den aan wezigen voorraad ten deele gezegelde formulieren bestemd voor de locale banken. Deposanten in Zie hetgeen hiervoor reeds is vermeld bij den post Deposito's in vreemd geld. vreemd geld. Beleeningen o/g Wegens belangrijke kasmutaties tegen het einde des jaars was dit bedrag tegen onderpand van effecten opgenomen, doch voor 15 Januari d a.v. weer afgelost. 11 Geld voor een Behalve de vaste gelden, verkregen door de uitgifte van deposito- jaar vast. obligatiën, was een bedrag van ƒ9.271.900.— voor een jaar vast in depSt genomen tegen eene rente van 4'/2 en 4 °/0 's jaars. Deposito-obligatiën. De Algemeene Vergadering van 15 April 1916 keurde goed, dat ten laste der Centrale Bank in omloop is een bedrag van ten hoogste tien millioen gulden aan deposito-obligatiën. Na verkregen goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten wij, in verband met de ontvangen aanvragen, om wederom in dit boekjaar voor ƒ2.000.000. van deze obligatiën verkrijgbaar te stellen, waarvan op 31 December 1925 nog 27.000.— ongeplaatst was. Per 31 December 1925 was van het bedrag der uitstaande obligatiën 1389.000 uitgeloot, zoodat per saldo aan deposito-obligatiën uitstond een bedrag van 7.145.000. Van de uitgelote obligatiën was op 31 December 1925 een bedrag van f 130.000.en van de te betalen coupons een bedrag van 14.709 74 nog n iet ter verzilvering aangeboden Reserve. Het reservefonds bedroeg bij het begin van het boekjaar 71.172.974-86 Dit bedrag is vermeerderd: i ngevolge besluit der Algemeene Vergadering van 11 juni 1925 met het winstsaldo over 1924 - 591.239.32 zoodat het reservefonds op de balans voorkomt met 1.764.214.18 Aandeden, Aandeel- Voor Kapitaal, Aandeelhouders en genomen aandeelen wordt verwezen houders. Kapitaal. naar bijiage Verlies- en Zooals blijkt uit de toelichting bij de posten „effecten" en „effecten der Winstrekening, reserve" werd dit jaar een koerswinst verkregen van 444.561 29 waarvoor de verlies- en winstrekening is gecrediteerd. Behalve de post onkosten drukte op onze verlies- en winstrekening een bedrag van 2400.voor subsidie aan boerenleenbanken ingevolge besluit der algemeene vergadering van 25 Mei 1918. Bovendien is ten laste dezer rekening gebracht de bijdrage ad 6.000.van de Centrale Bank ten behoeve van het Onderl. Waarborgfonds. De verlies- en winstrekening wijst dit jaar een winstcijfer aan van 700.843 72.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1925 | | pagina 6