10
Voor het verstrekken van gelden op langeren termijn werd slechts
gebruik gemaakt van die gelden, welke ook op langeren termijn (door de
uitgifte van deposito-obligatiën) bij de bank aanwezig waren.
Belegde Reserve. Het reservefonds was op 1 Januari 1924 in effecten
belegd tot een bedrag van601.970.69
Uitgeloot werden
7.000 5 Nederland 1919 7.000.—
3.000 5 °/0 Gemeente Utrecht - 3.000.
1.000 4V2°/o Arnh. Hyp.bank - 1.000.
2.000 5 °/o Utr. Hyp.bank 2.000.— f_ 13.000.—
588.970 69
Overgeboekt uit effectenbezit:
7.000 5 °/0 Nederland 1919. - 6 632.50
150.000 4,/2°/o Nederland 1917. - 126 000.— 132.632 50
721.603.19
De koerswinst per Uit0 December 1924 bedraagt- 3-766.19
zoodat de waarde der effecten van de belegde reserve
op 31 December 1924 op de balans is gebracht (zie
bijlage 111b) voor f 725.369.38
Bovendien is van de reserve in hypotheken belegd een
bedrag van428.800.—
Vaste goederen. Het kantoorgebouw komt op de balans voor ter waarde van 110.434.23
Het vroegere kantoorperceel is verkocht voor een netto bedrag van
ƒ31.598.75. De winst (waaronder wordt verstaan het verschil in balanswaarde
en werkelijke opbrengst) is besteed voor voldoening van een gedeelte der
verbouwingskosten van het tegenwoordige bank perceel, waardooihet nieuwe
perceel (inclusief kosten verbouwing en het maken eener safe-inrichting)
tot opgemeld bedrag in de balans voorkomt.
Meubilair. In verband met de uitbreiding onzer kantoorlokaliteiten steeg deze post
dit jaar tot 9 266.69.
Materieel. Deze post geeft aan de waarde van den aanwezigen voorraad ten
deele gezegelde formulieren bestemd voorde locale banken, per 31 Dec. '24.
Aandeelen, Aandeel- Voor Kapitaal, Aandeelhouders en genomen aandeelen wordt verwezen
houders, Kapitaal. naar bijlage I.
Reserve. Het reservefonds bedroeg bij het begin van het boekjaar f 1.045 027.82
Dit bedrag is vermeerderd:
ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van 11 Juni 1924
met het winstsaldo over 1923 - 127.947.04
zoodat het reservefonds op de balans voorkomt met ƒ1.172.97486
11
Deposanten in
vreemd geld.
Geld op langeren
termijn.
Deposito-obligatiën.
Geld voor een
jaar vast.
Verlies- en
Winstrekening
Voorstellen naar aan
leiding der balans.
Zie hetgeen hiervoor reeds is vermeld bij den post Deposito's in
vreemd geld.
De Algemeene Vergadering van 15 April 1916 keurde goed, dat ten laste
der Centrale Bank in omloop is een bedrag van ten hoogste tien millioen
gulden aan deposito-obligatiën.
Na verkregen goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten wij, in verband
met de ontvangen aanvragen, om wederom in dit boekjaar voor 1.000.000.
van deze obligatiën verkrijgbaar te stellen, waarvan op 31 December 1924
nog 66.000.ongeplaatst was.
Per 31 December 1924 was van het bedrag der uitstaande obligatiën
927.000—uitgeloot, zoodat per saldo aan deposito-obligatiën uitstond een
bedrag van 6.494.000.
Van de uitgelote obligatiën was op 31 December 1924 een bedrag van
ƒ61.100.en van de te betalen coupons een bedrag van 18.391.34 nog
niet terverzilvering aangeboden.
Behalve de vaste gelden, verkregen door de uitgifte van deposito-
obligatiën, was een bedrag van 7 885.450.voor een jaar vast in depot
genomen tegen eene rente van 4'/4 °/0 'sjaars.
Zooals blijkt uit de toelichting bij de posten „effecten" en „effecten der
reserve" werd dit jaar een koerswinst verkregen van 262.128.39, waarvoor
de verlies- en winstrekening is gecrediteerd.
Behalve de post onkosten drukte op onze verlies- en winstrekening
een bedrag van 1350— voor subsidie aan boerenleenbanken ingevolge
besluit der algemeene vergadering van 25 Mei 1918. Bovendien is ten laste
dezer rekening gebracht de bijdrage ad 6.000. van de Centrale Bank
ten behoeve van het Onderl. Waarborgfonds.
De verlies- en winstrekening wijst dit jaar een winstcijfer aan van
650.939.24.
Het winstcijfer over 1924 bedraagt per saldo 650.939.24
Wij zullen voorstellen hiervan af te schrijven:
a. Op de rekeningen ..Gebouwen" 50 434.23
zijnde de resteerende kosten van ver
bouwingen inrichting van het nieuwe
kantoor
b. Op de rekening „Meubilair"- 9.265.69 - 59.699.92
waardoor dit tot op 1.zal zijn
afgeschreven
zoodat overblijft een bedrag van591 239 32
Hiervan moet in het reservefonds worden gestort:
volgens art. 6 sub 6 der Statuten, de gelden welke
de leden bij hunne toetreding betaalden - 45
resteert591 194.32