6 Hoewel niet behoorende tot het loopende verslagjaar, meenen we toch hier te moeten memoreeren, dat onze Directeur-Hoofd-lnspecteur de Heer C- F. G. W. van den Hurk, ons op 8 Januari j.1. door den dood werd ontnomen. Allen, die hem in zijn werk hebben gekend, zullen beseffen, welk een zware en groote slag ons door zijn verscheiden heeft getroffen. Geboren en getogen in onze organisatie, met haar opgegroeid, bovendien man van groote kennis van menschen en zaken, wordt zijn gemis diep door ons gevoeld en heeft hij eene plaats opengelaten, die moeilijk kan worden vervuld. Daarom wijden wij ter gedachtenis aan hem ter dezer plaatse een hartelijk woord van dank, terwijl hier gaarne wordt getuigd, dat hij steeds met volle toewijding als een trouw en ijverig ambtenaar zijne beste krachten aan onze organisatie heeft besteed. Hieronder volgen de voornaamste bijzonderheden over het afgeloopen boekjaar. Raad van Toezicht. 'n de algemeene vergadering d.d. 12 Juni 1923 waren, overeenkomstig art. 30 der statuten, aan de beurt van aftreden de Heeren: G. W. Stroink, te Steenwijkerwold en C. S. van Beuningen te Maarsbergen die herkozen werden, terwijl in de in 1922 ontstane vacature, tengevolge van het bedanken van den heer A. W. Nieberding te HilUgom werd voorzien door de benoeming van den Heer H. J. M. Baumann te Arnhem Overeenkomstig het bepaalde bij hetzelfde artikel koos Uw College: tot Voorzitter: den Heer G. W. Stroink te Steenwijkerwold, tot Secretarisden Heer F. P. E. van Ditzhuijzen te Baarn, en werden tot plaatsvervangers gekozen respectievelijk de Heeren; K. J. A. G. Baron COLLOT D'ESCURY te Hontenisse, C- S. van Beuningen te Maarsbergen. Aan de beurt van aftreden zijn thans de Heeren: F. P. E. van Dithuyzen te Baarn A. Commandeur te Spanbroek, en H. J. M. Baumann te Arnhem. 7 Bestuur. jn dezelfde algemeene vergadering was ingevolge art. 22 der statuten, aan de beurt van aftreden: de Heer Mr. Dr. G. F M. Baron Van Hugenpoth tot Aerdt, die herkozen werd. Het Bestuur koos ingevolge art. 21 tot Voorzitter: den Heer F. A. R. A. Baron van Ittersum, en tot diens plaatsvervanger: den Heer A. A. Nengerman, terwijl de voorzitter tevens als gedelegeerde werd aangewezen. Aan de beurt van aftreden is thans de Heer A. A. Nengerman. Tot plaatsvervangende bestuursleden werden gekozen de Heeren F. P. E. van Ditzhuijzen te Baarn en C. S. van Beuningen te Maarsbergen. Eigen Orgaan. Ook dit jaar bleef de Raiffeisen-Bode regelmatig iedere maand verschijnen en wij verineenen, dat dit maandblad bij voortduring blijft bijdragen tot versterking van den band tusschen de Centrale en hare leden. Het aantal aangesloten banken bedroeg op 31 Dec. 1922 676 toegetreden in 1923 11 Samen 687 Voor een overzicht van de toetreding en uittreding van de leden ^Vereenigingen) der Centrale Bank verwijzen wij naar Bijlage VI. De rente in rekening-courant bedroeg: a. 4°/o 's jaars, door de Centrale Bank te vergoeden voor alle stortingen van en te berekenen voor alle betalingen aan de locale banken, zoolang deze van de Centrale Bank te vorderen hadden; b. 5% 's jaars door de Centrale Bank te berekenen voor alle betalingen aan en te vergoeden voor alle stortingen door locale banken, zoolang deze bij de Centrale Bank in voorschot waren. Van alle stortingen door de locale banken, zoowel deposito's als terugbetalingen van voorschotten, ging de rente in op den eersten werkdag na ontvangst der gelden; van alle geldzendingen en uitbetalingen door de Centrale Bank ging de rente in op den dag der verzending of uitbetaling Accountants-Controle. De controle over de Centrale Bank had ook dit jaar plaats door het accountantskantoor W. Kreukniet R. A. Dijker te Rotterdam, daartoe destijds door de Regeering aangesteld. Wij verwijzen hiervoor naar het verslag van den accountant voorkomende op pag. 16. Aangesloten Banken. Rentevoet.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1923 | | pagina 4