10
Reserve. Het reservefonds bedroeg bij het begin van het boekjaar f 364.342 605
Dit bedrag is vermeerderd:
ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van 30 Juni 1921
met het winstsaldo over 1920 - 9.808.23
Zoodat het reservefonds op de balans voorkomt met 374.150835
(Op pag. 13 van het verslag over 1920 wordt gezegd, dat het reserve
fonds zou stijgen tot f 373.960.865, doordat verzuimd werd de f 190.betaald,
bij toe- en uittreding van Boerenleenbanken daarbij te voegen.)
Geld op langeren De Algemeene Vergadering van 15 April 1916 machtigde ons tot het
termijn, beschikbaar stellen van ten hoogste tien millioen aan deposito-obligatiën.
I. Deposito-obligatiën. Na verkregen goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten wij, in verband
met de ontvangen aanvragen, om wederom in dit boekjaar voor 600.000.
van deze obligatiën verkrijgbaar te stellen, welke geheel werden geplaatst,
terwijl de nog in bezit zijnde ƒ115.000-4V2°/0 obligaties, waarvoor geen
plaatsing meer kon gevonden worden, werden ingetrokken. Bovendien hebben
wij nog voor 3000.4°/0 obligaties, in portefeuille.
Op 31 December 1921 is van het bedrag der uitstaande obligatie's
ƒ721 000uitgeloot, zoodat alstoen aan deposito obligaties uitstond een
bedrag van 6 661.000.
Van de uitgelote obligaties was op 31 December 1921 een bedrag van
ƒ51.900.en van de te betalen coupons een bedrag van 18 614.75 nog
niet ter verzilvering aangeboden.
II. Geld voor een Behalve de vaste gelden, verkregen door de uitgifte van deposito
jaar vast. obligatiën, hebben wij een bedrag van ƒ7 864 100.voor een jaar vast in
depot genomen tegen eene rente van 5 percent.
Verlies- en Zooals blijkt uit de toelichting bij de posten „effecten" en „effecten der
Winstrekening, reserve" werd dit jaar een koerswinst gemaakt ad 54.721.57, waarvoor de
verlies- en winstrekening is gecrediteerd.
Ons effecten bezit komt mitsdien naar de koerswaarde van 30 December
1921 op de balans voor.
Behalve de post onkosten drukte op onze verlies- en winstrekening
een bedrag van 1650.voor subsidie aan boerenleenbanken ingevolge
besluit der algemeene vergadering van 25 Mei 1918.
De winst- en verliesrekening wijst dit jaar een winstcijfer aan van
297.615.37.
Voorstellen naar aan-
lieding der balans.
Het winstcijfer over 1921 bedraagt per saldo 297 615 37
Wij zullen voorstellen hiervan af te schrijven:
op de rekening „Meubilair"- 1.062.91
zoodat overblijft een bedrag van 296 552 46
Hiervan moet in het reservefonds worden gestort:
volgens art. 6 sub 6 der Statuten, de gelden welke
de leden bij hunne toe-en uittreding betaalden. - 155.
Resteert296.397.46
en voorts dit bedrag, overeenkomstig art. 55 der Statuten, in het reserve
fonds te storten, dat daardoor zal stijgen tot 670 703 29*.
Aan 't eind van dit verslag gekomen mogen wij met voldoening consta-
teeren, dat niet tegenstaande de sterk teruggaande tijden, welke in vele
zaken tot onheilen hebben geleid, onze Bank die zich op zoo groote schaal
heeft uitgebreid, ook in 't afgeloopen jaar voor verliezen gespaard is
gebleven, en op uitermate goede resultaten kan wijzen.
UTRECHT, den 31 December 1921.
HET BESTUUR:
F. A. R. A. Baron VAN 1TTERSUM, Voorzitter.
Mr. Dr. G. F. M. Baron VAN HUGENPOTH TOT AERDT,
Secretaris
A. A. NENGERMAN.